De naschokken van de verkiezingsdreun in Duitsland

Eenvoudig wordt het niet om een regering samen te stellen na de verkiezingen in Duitsland, weet Geert Van Istendael. Het zouden wel eens de neteligste onderhandelingen kunnen worden in de geschiedenis van de Bondsrepubliek. Maar in vergelijking met Belgische “compromissenbakkers” hebben de onderhandelaars één kolossaal voordeel. Duitsland barst van het geld.

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

Mijn stad gonst al dagen van de Catalaanse stemmen. Met de dag beginnen ze luider te klinken. De stemmen spreken elkaar heftig tegen, zoals het hoort in een goede democratie. Maar dus wel hier, schier om de hoek. In de staat bezuiden de Pyreneeën, waar de Catalanen vandaan komen, zitten de verkozen leiders des volks in de bak. Ik gebruik het woord volk niet in de betekenis van etnische groep, maar in de betekenis die het in een democratie draagt. De δῆμος dus, dat is het volk dat heerst, dat soeverein is, dat het laatste woord moet hebben in de beslissingen over zichzelf en zijn woonplaats.

Echter, vorige keer had ik beloofd iets te vertellen over de naschokken van de verkiezingsdreun in Duitsland. Belofte maakt schuld. Dus, bij dezen.

Hoezo, naschokken?

Hoor je nog geluid ten oosten van Eupen en Sankt Vith?
Zachte boertjes. Onderdrukte protjes. Iets als snuiven.
Ze zijn daar heel koest aan het onderhandelen. Het zouden weleens de neteligste onderhandelingen kunnen worden in de geschiedenis van de Bondsrepubliek.

Maar de betrokken partijen zijn veroordeeld tot slagen. Zo niet moeten ze opnieuw naar de stembus.

Het pokerspel is niet bijster ingewikkeld.

De sociaaldemocraten willen om de dooie dood niet meedoen. Zij likken nog steeds hun wonden en kijken licht verbijsterd om zich heen, op zoek naar de smeerlap die hen naar de verdommenis heeft geholpen. Tevergeefs. Zij zijn zelf de oorzaak van hun verdriet en het even vernederende als louterende besef wil maar niet dagen.

De zeer rechtse AfD en de nogal linkse De Linke mogen niet meedoen.

Het wordt dus een coalitie met zijn vieren of met drie en een half, zo je wilt. Precies wat wij in België al jaren gewend zijn

Blijft wat de Duitsers Jamaika noemen, zwart van de christendemocraten, geel van de liberalen en ten slotte de groenen. Daar komt bij dat christendemocraten eigenlijk over twee partijen beschikken, die van Beieren en die uit de rest van de Bondsrepubliek. Het wordt dus een coalitie met zijn vieren of met drie en een half, zo je wilt. Het is precies wat wij in België al jaren gewend zijn.

Nu kijken ze in Duitsland, heel anders dan in Spanje, niet neer op coalities. Konrad Adenauer, de eerste kanselier van de Bondsrepubliek, heeft er in 1957 zelfs eens eentje gevormd die wiskundig niet echt nodig was, omdat hij de absolute meerderheid had gekregen van de kiezer.

Sinds de stichting van de Bondsrepubliek is het verrassend genoeg de kleine liberale partij FDP geweest die het langst in de federale regering heeft gezeten. Niet zo moeilijk, zij hebben zowel met zwart als met rood geregeerd.

Je zou dus zeggen, ze kennen daar in Berlijn het spel van geven en nemen als geen ander. Ze weten exact hoe ver ze moeten gaan om de gesprekspartner uit zijn tent te lokken en exact hoe ver ze niet té ver mogen gaan om niet afgeslacht te worden door de eigen achterban.

Dat zou weleens kunnen tegenvallen.

Eerst hebben ze een paar weken naar hun eigen navel gestaard. Nu zijn ze al een week of drie elkaar aan het peilen. Volgens de jongste berichten zitten de besprekingen muurvast. Geen potten gebroken, zeggen wij, Belgen, want wij denken in termen van eeuwigheid, vooruit, van enkele dozijnen weken. Nee, natuurlijk niet, er zijn nog massa’s lijm in voorraad. Maar dan moet de kopman van de liberalen, Christian Lindner, eerst leren zijn mond te houden. Die was altijd al te groot, een trekje dat je bij Duitse liberalen wel vaker ziet.

Alle partijen kunnen geen kant op zonder alle andere partijen, maar:
Voor de Beierse CSU is de CDU te veel naar links opgeschoven.
Voor een deel van de CDU is de CSU vervaarlijk naar rechts aan het overhellen.
Voor de FDP is de CDU te genereus geweest met geld voor de luie Zuid-Europeanen. Dat is voor de liberalen echt een hard punt. De CSU gaat daarin met hen mee.

Voor de Groenen – ja, wat zijn eigenlijk de bezwaren van de Groenen tegen standpunten van andere onderhandelaars? Op het eerste gezicht zijn de bezwaren onoverkomelijk, maar de Groenen hebben heel veel oude gewaden afgelegd.

De Duitse Groenen zijn zo verpletterend realistisch geworden dat het woord Realo spoorloos uit hun folklore verdwenen is.

Als je het vroeger op een groen congres had gewaagd het woord Heimat uit te spreken, was de helft de zaal uitgehold om te gaan kotsen en had de andere helft je aan mootjes gehakt. Nu zegt een der twee voorzitters, Cem Özdemir, luid en duidelijk, dat zijn partij maar eens moet ophouden zich comfortabel verheven te voelen boven alle kleinburgers die het over heimat en liefde voor die heimat hebben. De Duitse Groenen zijn zo verpletterend realistisch geworden dat het woord Realo spoorloos uit hun folklore verdwenen is.

Waar zijn de roepende en tierende Fundis gebleven, die met verfbommetjes het Armanipak van hun eigen minister Fischer besmeurden? Je hoort van die kant zelfs geen gefluister meer. De Groenen durven zelfs niet meer de auto, Duitslands ongekroonde keizer, aan te vallen. Nee, de verbrandingsmotor hoeft niet zo nodig verdwenen te zijn in 2030, zoals ze vroeger op hoge toon eisten. Ausstieg aus dem Öl, weg uit de olie! Weggestorven, die loze kreten. Zelfs de kolencentrales mogen open blijven.

Het motto waarmee Groenen naar de onderhandelingstafel trekken luidt: Veranderen om te bewaren. Het sluit haast naadloos aan bij het aloude recept van de Beierse christendemocraten: Laptop und Lederhosen.

Onoverbrugbare ravijnen scheidden de potentiële coalitiepartners zodra het ging over de vluchtelingenpolitiek. Hoeveel mogen we er binnen laten? Iedereen weet dat de aartsvijand van rechts, de AfD, uit de geringste toegeving aan gastvrijheid of zelfs maar aan elementaire menselijkheid, gretig munt slaat. Zeg maar dat de partij van de oude Gauland en de jonge Weidel er kapitalen mee vergaard heeft. Meer dan negentig zitjes in het parlement.

Uittredend kanselier Merkel weigerde op dat punt ook maar een duimbreed toe te geven. Een felle woordenstrijd laaide op: bovengrens of niet? In alle Duitse media, papier of scherm, weergalmde dat ene woord: Obergrenze. Nooit ofte nimmer voor Merkel. Niemals.

Het woord bovengrens werd héél stilletjes afgevoerd. Een verdwijntruc waar professionele goochelaars nog iets van kunnen opsteken.

Maar allicht hebt u gemerkt dat ik het werkwoord scheiden vervoegd heb in de verleden tijd. Het woord bovengrens werd héél stilletjes afgevoerd. Een verdwijntruc waar professionele goochelaars nog iets van kunnen opsteken. Wat niet verdween, wat maar overduidelijk zichtbaar bleef tegen de horizont was een cijfer: 200.000. Zoveel mogen er jaarlijks binnen. Dus toch een soort, euh, … bovengrens? Nee, nee, nee, geen sprake van. Bah, wat een vies woord. Het moet zijn richtgetal. Ja, richtgetal, dat is het. En wie echt vervolgd wordt, mag altijd binnen. Zelfs de halsstarrigste van allen, Horst Seehofer, leider van de CSU, wilde daar niets meer tegen in brengen. Nu nog de Groenen masseren. Maar ik zei het al, de Groenen blaken van realisme.

De Groenen moeten oppassen dat ze niet varen als de sociaaldemocraten. Die waren zo verschrikkelijk realistisch, lees toegeeflijk voor de niet te stillen neoliberale geeuwhonger, dat ze hun hele rode hebben en houden juichend overboord kieperden. Alleen hadden ze niet meteen verwacht dat ze ook zelf overboord zouden slaan. In half Europa zijn ze verdwenen in de diepte.

De onderhandelaars hebben in vergelijking met Belgische compromissenbakkers één kolossaal voordeel. Duitsland barst van het geld. Willen de liberalen de achterblijvers met herscholing in elektronica weer op de been helpen? Twee vliegen in één klap. De liberalen willen digitalisering ’s morgens en ’s avonds en voor en achter en boven en onder. Bovendien ze willen af van hun hartvochtige reputatie. De Christelijken en de Groenen willen dan weer de kampioenen zijn van sociaal beleid. Dus meer kindergeld, minder lasten voor kleine lonen, wat pensioen voor moeders die thuis zijn gebleven om hun kinderen groot te brengen. Als je iedereen wat uit de pot laat graaien, is iedereen content.

En het klimaat? De opwarming?

Merkel doet of haar neus bloedt. Merkel verdedigt kolencentrales en de auto-industrie met hand en tand.

Duitsland en vooral Merkel had toch de naam een van de voorlopers te zijn inzake klimaatbescherming. Ten onrechte. Duitsland begint weer meer CO2 uit te stoten. Merkel zal haar belofte om in 2020 40% minder CO2 in de Duitse lucht te slingeren dan in 1990 niet nakomen. Merkel doet of haar neus bloedt. Merkel verdedigt kolencentrales en de auto-industrie met hand en tand. De rest is retoriek voor de internationale klimaatconferentie in Bonn.

Er zijn nog twee dingen die me verontrusten.

Het was me even ontgaan in de wirwar van de verkiezingen en hun nasleep, maar de dag na de verkiezingen zei Merkel: Ich sehe nichts was wir anders machen sollten. Ik zie niet in wat we anders hadden moeten doen.

Dat als je gisteren één op vijf kiezers hebt zien weglopen, hoofdzakelijk naar extreemrechts. Zou ze nou werkelijk niets begrepen hebben? Een mens zegt zoiets niet graag, maar het moet er uit: Dan verdient Merkel nog een groter pak slaag.

Het tweede is electorale wiskunde. In het voormalige Oost-Duitsland heeft Jamaika geen meerderheid. De coalitie haalt hooguit 40 procent. Rood-zwart zou nauwelijks meer bereiken. AfD is daar de tweede partij met meer dan 20 procent. Geef de Oost-Duitsers eens ongelijk als ze vinden dat ze worden verwaarloosd en als op de koop toe de kanselier, zelf Oost-Duits, niet inziet wat ze zou moeten veranderen.

De komende weken zullen heel stil zijn en heel spannend.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Schrijver & voormalig journalist

    Geert van Istendael (°Ukkel, 1947) studeerde sociologie en wijsbegeerte. Hij werkte bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, over ruimtelijke ordening.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.