Dromen van een gewoon leven, mag dat nog? Dat is wat vluchtelingen én armen delen.

© Brecht Goris

 

‘Ze moeten gewoon niet naar hier komen, we hebben het zo al allemaal moeilijk.’ De vriend brieste toen hij zijn pleidooi gaf over vluchtelingen. Ik luisterde aandachtig naar zijn relaas. Boos was hij. Neen, woest. ‘Die liggen hier gewoon aan een of ander station of ze zitten in een centrum waar ze alles krijgen. En wij, Samira, wij moeten gaan werken.’

Ik heb het wel begrepen, dacht ik. Ik begreep het. Ik keek verdwaasd naar zijn onderlip, ze trilde. De afgelopen weken had ik zware discussies met de kameraden over mensen op de vlucht. Niet zo lang geleden zou ik woest zijn geworden en hem van antwoord dienen met allerlei cijfers. Dat het niet klopt, wat hij zei. Het klopt ook niet, maar ik merk steeds vaker dat cijfers niet meer zo’n indruk maken. Wat telt is de identiteit van veel mensen, die zich in de steek gelaten voelen. De mensen zoals de vriend, die boos zijn. Ze zien hun eigen comfort wegkwijnen en zoeken een oorzaak. Toch kon ik het niet laten om schamper op te merken dat onze regering wel centen had voor gevechtsvliegtuigen, maar niet voor zijn pensioen. ‘Het zijn gelukszoekers, Samira, zie je dat niet?’

Ik moest denken aan die dagen dat ik in de vluchtelingenkampen van Duinkerke was, net over onze grens. Ik vertelde de vriend dat mensen daar in een hel zitten. Dat ze honger hebben, dat ze geen leven hebben, geen geluk, ze hebben niets. Ik vertelde over die keer dat een jongen van een jaar of zestien met een bebloede arm naar ons toeliep en net een wanhoopsdaad had ondernomen, omdat hij de situatie niet meer zag zitten. Dat we geen middelen hadden om zijn wonden te verzorgen, en maar een kapot t-shirt hadden gebruikt om het bloeden te stelpen.

We steken al onze energie en als ons geld in het uitsluiten van die mensen. Al die jaren, hadden we al een mooi samenlevingsproject kunnen hebben

‘Waarom vragen ze dan geen asiel aan, Samira?’ Toen ik vertelde dat velen dat toch al gedaan hadden, maar uitgeprocedeerd waren, en anderen liever naar Engeland gaan, werd hij nog bozer. ‘Waarom willen ze allemaal naar Engeland gaan? Als je echt oorlogsvluchteling bent, dan ga je eender waar wonen.’ Ah ja? Is dat zo? De taal, de asielprocedures en vele andere elementen zijn een reden om naar Engeland te trekken. Vergeet niet dat Engeland vroeger kolonies had, waardoor mensen al jaren familie hebben zitten in Engeland. ‘Daarbij, wie zijn wij om te bepalen waar die mensen naartoe moeten gaan? We steken al onze energie en als ons geld in het uitsluiten van die mensen. Al die jaren, hadden we al een mooi samenlevingsproject kunnen hebben, als onze asielprocedures gemakkelijker waren, als mensen hier echt welkom waren.’ ‘Zou jij naar ons land komen, als je weet hoe weinig empathie ze hier hebben voor je situatie?’

De kameraad dacht even na ‘Weet je, volgens mij heb jij gewoon een identiteitscrisis, net zoals veel mensen hier, die boos worden op vluchtelingen.’ De vriend keek me aan. Een identiteitscrisis, je te kort gedaan voelen.

Er luistert amper nog iemand naar mensen zoals hem. Het lijkt alsof iedereen vluchtelingen, zowel links en rechts, voorrang geeft. Zowel in aandacht, als in energie, als andere zaken. Dat beeld probeert men thans op te hangen. Ondertussen zien we dat er weinig mensen nog opkomen voor mensen die in stilte hun facturen betalen, de mensen die zich niet gehoord voelen. Bepaalde politici spelen hier gewoon op in. Ze weten dat mensen kwaad zijn, dus zoeken ze maar zondebokken, door andere dingen uit te vergroten.

Sommige politici doen met de regelmaat van een klok uitspraken die een soort vijandsbeeld creëren. Vervolgens gaat er wat tijd overheen, er wordt wat lichtjes overheen gedebatteerd, business as usual. Hier en daar een degelijk onderbouwde mening, maar vooral niks constructief - want the show must go on en intussen zijn de kiemen van haat wel al gezaaid.

Die bepaalde uitspraak blijft hangen bij een groot deel van de bevolking en het doel van dit soort politici is bereikt. Het is hun overduidelijke, bewuste strategie geworden. De stille Vlaming die zijn facturen betaalt en zijn eigen comfort ziet slinken - als gevolg van een besparingsbeleid, en NIET door vluchtelingen - voelt zich eindelijk “gehoord”.

Maar dit is een vals gehoor. Een vals bewustzijn, een valse erkenning. Men is zo veel bezig met de projectie van de eigen achteruitgang op de meest kwetsbaren in de samenleving dat zelfs eerder onkwetsbare groepen nu ook kwetsbaar worden. Ze zijn een vogel voor de kat.

De meeste mensen hebben nog nooit met vluchtelingen gesproken. De meeste mensen kennen hun “vijand” niet eens.

De meeste mensen hebben nog nooit met vluchtelingen gesproken. De meeste mensen kennen hun “vijand” niet eens. Sommige mensen worden teruggestuurd naar hun herkomstland, nadat ze hier al jaren wonen, werken, belastingen betalen. Zelfs dat blijkt geen argument meer.

‘Echt, ik zeg het je, als je met ze zou praten, dan weet je dat ze net hetzelfde willen als jou. Gewoon een leven. Ze willen een waardig leven. Dat wil jij toch ook? Waarom zou jij boven die mensen staan, of andersom? Eigenlijk hebben mensen op de vlucht en jij dezelfde dromen, dezelfde waarden. Echt. Ze willen gewoon een normaal leven hebben. Ze willen niets afpakken, want ze hebben niets. Maar zelfs enig comfort, huisvesting of dergelijke, wordt hen niet gegund. Dat is dan nog maar de basis. Waarover jij spreekt, dat gaat over vrijheid. Jij vecht voor jouw waarden, voor jouw vrijheid, maar dat moet dan maar ten koste gaan van anderen? Zo werkt het toch niet? Want zo hoeft het ook niet. Vluchtelingen en jij hebben heel veel gemeen. Jullie vechten beide voor jullie vrijheden. Jullie willen gewoon hetzelfde. Niemand zou boven een ander mogen staan. Jullie staan langs elkaar. Wij allemaal horen naast elkaar te staan. Daarbij zijn het dezelfde ministers, met dezelfde bevoegdheden, die in allerlei gelden knippen, ook voor mensen zoals jou trouwens, vooral voor mensen zoals jou.’

De vriend haalde zijn schouders op ‘Je bent steeds over politiek bezig. Veel mensen zijn daar niet mee bezig.’

Ik staarde voor me uit. Veel mensen zouden misschien eens moeten inzien, dat het net die politiek is, die hiervoor zorgt. Dat mensen een identiteitscrisis krijgen, dat ze ze zich niet meer gehoord voelen, dat maatregelen, genomen door een bepaald soort politiek, een weerslag heeft, op iedereen. Maar ik zweeg. Het bleef lang stil.

‘Het gaat erover dat we mens zijn, allemaal’, zei ik kort.

‘Wel, ik ben blij dat je tenminste luistert. Misschien moeten mensen meer met elkaar praten, zonder te roepen, zonder verwijten. Dat gebeurt te weinig, Samira. Wanneer ga je nog eens naar Brussel of naar Duinkerke? De vrouw heeft nog een zak met kleren staan, die ze toch niet meer draagt.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Samira Atillah is pedagoog van opleiding, werkte in het Genkse jeugdwerk en vervolgens in de Kamer van Volksvertegenwoordigers als parlementair medewerker van Meryame Kitir.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.