Muziekpublique toont al 15 jaar de muzikale diversiteit van Brussel

De 99% zetten Brussel op muziek. 1% bezet de grote podia.

Aurelien Merceron

Danyel Waro treedt op de Molière

‘We beseffen te weinig hoezeer de jeugd in Europa beïnvloed wordt door de Universals (platenlabel, jvd) en de LiveNations (programmator van de Amerikaanse entertainmentreus Clearchannel, jvd) van deze wereld. De Angelsaksische cultuur wordt ons langs die weg opgedrongen’, antwoordt Peter Van Rompaey, de directeur van Muziekpublique op onze vraag of de wereldmuziek die voortbouwt op de vele muzikale tradities die de mensheid rijk is, niet ten dode is op geschreven als de jeugd haar niet meer lust.

‘Die Amerikaanse cultuurmultinationals noem ik in cultuurtermen de één procent terwijl al die andere muzikale tradities en smaken de 99 procent zijn. De één procent neemt veruit het grootste deel van de koek. De muzikale culturele diversiteit, een ontzagwekkende rijkdom, staat door die dominantie onder grote druk’, vindt Van Rompaey.

‘Wij komen op voor volksmuziek van overal, ook die van bij ons.’

Hij verbindt dat ook met de decennialange geopolitieke dominantie van de Verenigde Staten. ‘Daar heeft het alles mee te maken. Muziekpublique is apolitiek in de zin dat we niet partijpolitiek zijn maar we zijn wel tegen cultureel imperialisme. Daardoor staan we eigenlijk even dicht bij de N-VA die in principe waarde hecht aan Vlaamse folkmuziek, als bij partijen als Groen, Sp.a of PVDA die dan misschien stem willen geven aan het Zuiden.’

Het is vanuit die visie dat Muziekpublique al vijftien jaar aan de weg timmert. 1500 concerten met achtduizend artiesten uit meer dan tweehonderd landen. Driehonderdduizend bezoekers en vijftig wekelijkse cursussen voor zeshonderd leerlingen. Vijftien edities van het LivingRoomfestival in driehonderd woonkamers overal in Brussel. Honderden vrijwilligers die het project mee schragen. Prijzen in binnen-en buitenland…. Even feestelijk stilstaan na vijftien jaar werking lijkt wel te mogen.

Een plek hebben

Een deel van het “fabrieksgeheim” van Muziekpublique is dat die gigantische muzikale diversiteit in toenemende mate in België zelf te vinden is. ‘We wilden en willen sowieso wereldmuziek en folk promoten,’ verklaart Van Rompaey het ontstaan van Muziekpublique.

Van Rompaey werkte voordien ook al als concertorganisator. ‘Wat ons opviel was dat buitenlandse muzikanten hier vaak erg bejubeld worden door publiek en media terwijl muzikanten die hier leven, vooral in Brussel, hetzelfde niveau halen en totaal niet gekend waren. Dat was en is vaak choquerend vast te stellen hoe wij in Vlaanderen en België elders kijken om kwaliteit te vinden. Het is als programmator natuurlijk ook wel gemakkelijk om gewoon te volgen wat in het buitenland scoort.’

‘We zoeken het talent soms veel te ver, terwijl het hier is’

Van Rompaey is ervan overtuigd dat het aan bod laten komen van lokale artiesten die de verschillende tradities kunnen laten horen, ook belangrijk is voor de uiteenlopende etnisch-culturele gemeenschappen die Brussel en België rijk zijn. ‘Het geeft hen een plek in ons land. Dat geldt overigens niet alleen voor de muziek maar ook voor andere kunstvormen zoals literatuur, al heeft muziek het voordeel dat ze ook toegankelijk is voor wie de taal niet spreekt.

© Muziekpublique

Peter Van Rompaey: Wereldmuziek is de 99 procent van de muziek

Deze plek gaf ons identiteit

Maar ook Muziekpublique had nood aan een eigen stek. De eerste jaren had Muziekpublique geen eigen stek noch voor zijn muziekacademie, noch voor zijn concerten. Het programmeerde in die begindagen in de zalen van andere organisaties. ‘Dat liep dikwijls stroef: soms hadden we zalen vastgelegd en hadden we geen goeie artiesten en omgekeerd.’

Maar een plek is in zekere zin ook een identiteit, aldus Van Rompaey. ‘Een plek hebben, is belangrijk. Het maakt het veel makkelijker om een identiteit te ontwikkelen. Als wij een bepaalde groep in pakweg De Markten programmeren, dan wordt dat in de communicatie vooral met De Markten geassocieerd. Als we dat zelf doen, worden we herkenbaar als programmator, en weten we mensen op de duur waarvoor wij staan. Bovendien weten artiesten zo beter waar ze terecht kunnen.’

Met Theater Molière vond Muziekpublique zijn thuis in de Matongewijk

Die eigen plek werd het Molière Theater - echt in de ingewanden van Brussel – letterlijk onzichtbaar van buitenaf, want omringd door de grote gebouwen aan de Naamse Poort. Hartje Matongewijk stap je de Naamse Poortgalerij (soms beter gekend als de galerie d’Ixelles) binnen en tussen de Congolese kledingwinkels en kappers – terwijl vaak de Congolese muziek uit de boxen schalt - zie je achter glas op de eerste verdieping ook de mensen van Muziekpublique werken. Als je het niet weet, vermoed je daar geen zaal maar ze is er wel, het Molière theater, eigendom van de gemeente Elsene maar voor een schappelijke prijs verhuurd aan Muziekpublique. ‘Nadeel is wel dat het podium hellend is waardoor er geen dans kan plaatsvinden.’

© Dieter Telemans

Het Molière Theater ligt in de Matongewijk

Muziekschool als incubator

Muziekpublique is van bij de start meer geweest dan een programmator maar ook een muziekacademie, een vrijwilligersorganisatie en, gaandeweg en onbedoeld, ook een muzieklabel. ‘We wilden de traditionele muziek meteen ook aanleren omdat ze door mensen dikwijls als ver-van-hun-bed wordt ervaren. Als je er les in krijgt, krijg je zoveel meer mee. Je leert het op een andere, een diepgaander manier kennen. Daar kwam en komt bij dat het voor heel wat muzikanten een manier is om te overleven en je mag dat vrij letterlijk nemen. Ons muziekonderwijs wordt niet gesubsidieerd zoals de gewone muziekacademies, en drijft dus goeddeels op de inschrijvingsgelden die bijna integraal naar de muzikanten gaan. Maar zelfs dan is het nog geen vetpot, al is het een bijverdienste die heel wat muzikanten niet zouden kunnen missen.’

Er is wel geprobeerd om erkenning te krijgen als muziekschool maar dat was niet evident. Bijkomend probleem zou zijn dat dan de vrije didactische methodes die de lesgevers nu hanteren, onder druk zouden staan.

De muziekacademie is ook een plaats waar ideeën ontstaan.

De muziekacademie is evenwel niet alleen een bijverdienste voor muzikanten en leerplek voor studenten, het is tevens een bron van projecten en inspiratie voor Muziekpublique. ‘Zo ontstaan ideeën en projecten.’ Het is tijdens de lessen die Van Rompaey zelf volgde bij de Senegalese muzikant Malick Pathé Sow dat het idee groeide voor een eerste cd. ‘Hij was vrij succesvol in de Mbalax, een soort van ritmische Senegalese pop maar hij wilde meer aan de slag met de Peulmuziek en de hoddoe, de traditionele luit. Ik hoorde hem daarop spelen en vond dat veel mooier dan wat hij tot dan toe op cd had gezet. We wilden aanvankelijk een compilatie maken van verschillende artiesten maar uiteindelijk werd het een hele cd van Malick.’

© Dieter Telemans

De CD Voxtra bracht vijf vocale tradities samen

Een label dat organisch groeide

De bedoeling was overigens niet dat Muziekpublique met een eigen label zou starten, maar gaandeweg kwam het er toch: om er zeker van te zijn dat het unieke geluid van die Peulmuziek van Malick ook op cd zou staan, gebeurden de opnames voor de cd door en bij Muziekpublique. ‘Onze geluidsman is de Belgische Turk Emre Gültekin die zelf muzikant is en veel bij ons werkt. Hij begrijpt waar muzikanten toe in staat zijn en is voor een groot deel verantwoordelijk voor de klank van onze albums.

Hetzelfde geldt eigenlijk voor het zoeken van concerten voor de artiesten van de intussen negen cd’s die Muziekpublique maakte. ‘Als we de boeking van Malick’s cd hadden uitbesteed aan een andere manager zou die heel snel weer Malick’s vroegere aanpak gestimuleerd hebben, waar je op korte termijn makkelijk concerten mee vindt. En dan zou hij terug naar af zijn. Daarom hebben we ook dat op ons genomen. Zo zijn we geleidelijk aan ook de boeking en het managementvoor de artiesten en hun cd’s zelf gaan voeren, ook internationaal. Op een aantal internationale beurzen, bij de internationale pers, bij radiomakers die op wereldmuziek werken…’

‘Ook in de landen van herkomst soms. Malick trad op in de belangrijkste zaal van Senegal. De cd van de Turk Emre Gültekin en de Armeniër Vardan Hovanissian naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de Armeense genocide, werd door het Turkse label Kalan Music uitgegeven met het cd-boekje in het Turks en het Armeens. Het is niet altijd evident maar we gaan ervoor. Artiesten waarderen dat ook enorm. Ze willen liever niet dat er vijfhonderd of duizend cd’s bij hen op de gang blijven staan. Daardoor krijgen we nu veel meer vragen voor cd’s dan we kunnen realiseren.’

‘Veel meer artiesten willen nu een CD bij ons maken dan we aan kunnen.’

De kost van een cd-productie ligt om en bij de 15.000 euro. Meer dan één cd per jaar is niet mogelijk voor Muziekpublique. Van Rompaey: ‘Let op. We hebben nog nooit geld verloren op een cd maar je moet er toch al heel wat van verkopen om die 15.000 euro terug te verdienen. Door een actief management van de artiesten slagen we er in om meer cd’s te verkopen.’

Een opmerkelijk en bekroond project was Blindnote dat in samenwerking met en ten bate van de blindenorganisatie ‘Licht voor de wereld’ tot stand kwam. ‘Aanvankelijk vroegen ze ons of we geen artiest konden leveren in een project dat door radioman Jan Hautekiet werd geleid. Maar ik wilde liever niet samenwerken met iemand die ik verkeerdelijk inschatte als het toenmalige nethoofd van Radio 1 waar nog maar net de folk-en wereldmuziekprogramma’s waren afgeschaft. Later bleek hij al een tijdje geen nethoofd meer te zijn. Hoe dan ook, we hebben dan maar zelf een project opgezet: verschillende soorten traditionele muziek samengebracht die vertrekken vanuit de invalshoek dat je luistert naar de muziek in het donker en op die manier de zintuigen en de nieuwsgierigheid prikkelt.’

Erkenning

Blindnote en het werk van Malik Pathé Sow werden door het gerenommeerde wereldmuziekblad Songlines in de lijst van de vijftig beste cd’s van de voorbije vijf jaar opgenomen. De cd van Refugees for Refugees werd dan weer uitgeroepen tot de beste cd van 2016 door Trans Global World Music Charts.

Muziekpublique kreeg in 2017 de Ultima cultuurprijs van de Vlaamse gemeenschap

‘Op de internationale WOMEX-beurs stappen heel vaak mensen op ons af om ons te feliciteren met ons werk. Dat doet deugd uiteraard. Eigenlijk is het voor ons makkelijker om een artikel in de Financial Times of de Guardian te krijgen dan dat we in Bruzz terecht komen. Dat is spijtig. We zijn geen sant in eigen land. Al kregen we vorig jaar wel de Klara voor wereldmuziek voor onze cd Tamala, toch laat men ook daar nog te vaak gekende buitenlandse namen horen dan iets uit eigen land.’

Daar staat tegenover dat Muziekpublique vorig jaar de Ultima cultuurprijs voor muziek van de Vlaamse gemeenschap. ‘Wellicht droeg de buitenlandse erkenning daar wel wat toe bij,’ meent Van Rompaey.

© Torsten Giesen

De succesvolle cd van Refugees for Refugees gaf stem aan muzikale vluchtelingen

Vrijwilligers

Muziekpublique blijft een project dat mensen zo enthousiasmeert dat ze er zich vrijwillig willen voor inzetten. ‘We hebben zo’n vijftig vrijwilligers die affiches uithangen, brochures uitdelen of mee helpen bij concerten. Op elk concert zijn er acht vrijwilligers. Dat zijn onze beste ambassadeurs die ons project mee helpen uitdragen.’

De concerten trekken een divers publiek aan van “oude” Belgen en mensen met een migratieachtergrond, al varieert dat enorm van concert tot concert. ‘Soms maakt een artiest zoveel publiciteit in de eigen gemeenschap dat die bijna in haar eentje de zaal vult. Soms zijn er vooral Belgen. Onze naambekendheid zou zeker nog beter kunnen maar we weten dat we voor veel mensen erg belangrijk zijn, want ze komen ons dikwijls hartstochtelijk bedanken tijdens en na concerten.’

Subsidies van noord én zuid

Ondanks alle enthousiasme en vrijwilligerswerk, en de inkomsten uit concerten zijn subsidies noodzakelijk. Muziekpublique financiert meer dan de helft van zijn werking met eigen inkomsten maar de rest komt dus van allerlei vormen van overheidssteun. ‘We ontvangen ongeveer evenveel van Vlaanderen als van de Franstalige gemeenschap en daar zijn we blij om. We hebben ons altijd als een tweetalige organisatie opgesteld, een echt Brusselse organisatie, en de twee kanten lijken dat ook echt te aanvaarden. Dat is voor ons altijd vanzelfsprekend geweest: je kan je moeilijk tolerant en open opstellen tegenover alle mogelijk culturen en dat dan niet doen dicht bij ons.’

Je kan moeilijk tolerant opstellen tegenover alle mogelijke culturen en dan niet tweetalig zijn in Brussel

Dat is ook de reden waarom Muziekpublique evenzeer openstaat voor folk van bij ons als voor die uit Mongolië of Peru. ‘Het moet niet van ver komen om goeie folk te zijn. We hebben nog nooit een cd met folk van hier uitgebracht omdat er in ons land andere labels zijn die dat goed doen zoals Wild Boar of Den Appel.’

Kent Muziekpublique op vijftien jaar een bloeiend bestaan, andere gelijkaardige organisaties hebben het veel moeilijker in binnen-en buitenland. ‘De Centrale in Gent doet het goed, en is een waardevolle partner voor ons maar het Antwerpse Zuiderpershuis verdween en in Nederland gebeurde hetzelfde met Rasa en het Tropentheater. In Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is het niet anders. Na de financiële crisis is op veel plekken bespaard op subsidies, wij zijn daar gelukkig goeddeels aan ontsnapt. Waar groepen vroeger een optreden bij ons erbij pakten, moeten ze nu soms de hele toer schrappen als wij om een of andere reden niet mee kunnen doen.’

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
Van Rompaey betreurt dat er zo’n onevenwicht is tussen de middelen die gaan naar klassieke muziek en wereldmuziek. ‘De verhouding lijkt me zoek. Waarom moeten er drie opera’s zijn in België? Die kosten tien miljoen euro per stuk. Waarom is er geen plaats voor drie wereldmuziekorganisaties die met vijf procent van die middelen mirakels zouden doen, en waar al die andere muziek aan bod kan komen? Als Jordi Savall, een icoon van de oude muziek die uitstekende traditionele muzikanten in zijn groep integreert, in de Bozar optreedt, verdienen zijn muzikanten veel meer dan als ze enkele weken later met hun eigen muziek bij ons komen optreden, terwijl die in se niet zo veel verschilt, tenzij dat ze misschien levendiger gespeeld wordt.’

‘Het moet niet van ver komen om goeie folk te zijn.’

Is het verdwijnen van die centra voor wereldmuziek geen teken aan de wand dat een groot deel van de wereldmuziek, de muziek van de wereld met haar ontzaglijke diversiteit, ten dode is opgeschreven? Als de jeugd haar niet meer lust, wie kan haar dan nog redden?

Waarna Peter Van Rompaey uitlegt hoe hij daar tegenaan kijkt: het verhaal van de één procent die de 99 procent opzij duwt.

Zoals een zaadbank die biodiversiteit in stand houdt, houdt Muziekpublique op haar manier in die superdiverse stad die Brussel is, de culturele diversiteit levendig - de vele muzikale vormen die ontkiemd zijn in die vele windstreken die onze wereld rijk is en die in Brussel zijn neergestreken. Van Rompaey: ‘Het klopt overigens niet dat dit niet vernieuwend is. Er worden nieuwe teksten geschreven, nieuwe technieken ontwikkeld, nieuwe manier van spelen… Het is vaak veel vernieuwender dan de mainstream commerciële muziek. En ik merk meer en meer dat jongeren uit het circuit van de wereldmuziek-dj’s hun inspiratie halen bij de folk van de wereld. Cassette- en vinylverzamelaars zijn terug op zoek gaan naar die tradities. Ik zou dus niet durven zeggen dat de jeugd er geen pap van lust.’

Muziekpublique viert dit weekend op vrijdag-en zaterdagavond zijn vijftiende verjaardag met optredens de hoogtepunten van de voorbije jaren.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.