Er is geld genoeg, maar niet voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelen

Om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) te realiseren is veel geld nodig en de officiële ontwikkelingshulp is ontoereikend. Tegelijk stroomt het geld met honderden miljoenen vanuit het Zuiden naar de rijke elite in het Noorden. Strengere belastingcontrole is één van de oplossingen voor het financieringstekort voor de SDG’s. Maar de VN lijken eerder te mikken op een ondernemingsvriendelijk klimaat.

Er is op de wereld meer dan genoeg geld voor ontwikkeling’, stelt Erik Solheim, voorzitter van het Development Assistance Committee van de OESO, de belangrijkste denktank van de rijkere landen als het over ontwikkeling gaat. ‘Alleen al het stopzetten van de enorme sommen die illegaal de ontwikkelingslanden uitstromen, zou miljarden dollars kunnen vrijmaken voor armoedebestrijding.’

Het zijn de eerste zinnen uit Solheims voorwoord van het Development Co-operation Report 2014: Mobilising Resources for Sustainable Development. Meteen is duidelijk in welke richting de rijke landen kijken als ze het financieringstekort waarmee arme landen geconfronteerd worden proberen op te lossen.

De rest van de wereld deelt dat perspectief. Dat bleek tijdens de Derde Internationale Conferentie over Financiering voor Ontwikkeling, die deze zomer van 13 tot 16 juli plaatsvond in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. De slottekst van die conferentie zet het versterken van binnenlandse inkomsten en het bestrijden van “zwarte en grijze” kapitaalstromen uit de ontwikkelingslanden vooraan als de eerste en belangrijkste actiedomeinen om de ontwikkelingsplannen van de volgende vijftien jaar te financieren.

Hoeveel geld is er nodig?

De eerste vraag die de stelling van Solheim oproept, is: hoeveel geld is er precies nodig om tot de duurzame ontwikkeling te komen die de wereld zichzelf zal beloven op de VN-top in september? De VN-organisatie voor Handel en Ontwikkeling (Unctad) leverde daarvoor de grondigste becijfering aan.

Tussen de 1,6 en 2,8 biljoen dollar extra per jaar om tegen 2030 de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) te halen

Volgens Unctad geeft de wereld op dit moment zo’n 1,4 biljoen dollar per jaar uit voor duurzame ontwikkeling. Daarbovenop is volgens Unctad jaarlijks tussen de 1,6 en 2,8 biljoen dollar aan bijkomende investeringen nodig om tegen 2030 de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) te halen. Dat geld moet dienen om te investeren in energie, transport en telecom (tussen 490 miljard en 1,6 biljoen), gezondheid (140 miljard), onderwijs (250 miljard), voedselzekerheid (260 miljard) en drinkwater en sanitaire voorzieningen (260 miljard).

Tegenover die gigantische behoeften verbleekt de 135,5 miljard dollar officiële ontwikkelingshulp vanuit de rijkere landen (ODA, Official Development Assistance), ook al bevindt die zich op een historisch hoogtepunt. De OESO verwacht overigens de komende jaren eerder een daling van die ODA dan een stijging. Bovendien vindt er de jongste jaren een verschuiving plaats van ODA, waarbij minder geld naar de minst ontwikkelde landen gaat en meer naar middeninkomenslanden.

Daartegenover staat een sterke toename van de Zuid-Zuidsamenwerking, die door de VN geschat wordt op 16 tot 19 miljard dollar in 2011. China is vandaag goed voor 20 procent van alle buitenlandse investeringen in ontwikkelingslanden, terwijl Turkije, Brazilië en Mexico in specifieke landen tot de belangrijkste partners behoren. Ook de Arabische landen spelen een steeds grotere rol op het terrein van de hulp. De Verenigde Arabische Emiraten, bijvoorbeeld, spenderen 1,25 procent van hun nationale inkomen aan ontwikkelingshulp. België haalt veertig jaar na de belofte om 0,7 procent uit te geven nog steeds niet meer dan 0,45 procent.

135,5 miljard dollar officiële ontwikkelingshulp plus ongeveer 19 miljard dollar Zuid-Zuidsamenwerking: dat is onvoldoende

‘Om een echte omwenteling in het ontwikkelingsdenken te realiseren, moeten de BRICS-landen een centralere rol krijgen’, zegt Dhananjayan Sriskandarajah, secretaris-generaal van de internationale koepel van burgerbewegingen Civicus. ‘Landen als China hebben het kapitaal en de technische knowhow waarmee ze ontwikkeling in armere landen kunnen aanvuren, terwijl landen als Brazilië, India en Zuid-Afrika het voortouw kunnen nemen in het versterken van democratie en mensenrechten in het Globale Zuiden.’

Op dit moment zijn er trouwens niet enkel de bilaterale samenwerkingen tussen landen uit het Zuiden, er is ook de opbouw van investerings- en ontwikkelingsinstellingen die gerund worden door de opkomende machten uit het Zuiden, met China, India en Brazilië voorop. De New Development Bank wil tegen 2025 bijna evenveel leningen kunnen uitschrijven (34 miljard dollar per jaar) als de Wereldbank. En de Asia Infrastructure Investment Bank zal wellicht nog meer geld kunnen investeren dan de NDB.

‘De nieuwe instellingen vanuit het Zuiden zullen het oude westerse, op hulp georiënteerde ontwikkelingsmodel openbreken’

Saillant detail: België miste de kans om stichtend – en dus mede sturend – lid te worden van de AIIB, omdat het ministerie van Financiën vond dat de Belgische belangen in Azië te klein waren. Alle andere Noord-Europese landen waren wél op het appel, inclusief Luxemburg. Intussen stelde België zich alsnog toch kandidaat om lid te worden van de AIIB.

‘De verwachting is dat die nieuwe instellingen vanuit het Zuiden het oude westerse, op hulp georiënteerde ontwikkelingsmodel zullen openbreken en een gelijkwaardiger, transparante en op verantwoording gerichte ontwikkelingsaanpak zullen installeren. Of ze die ambitie kunnen waarmaken, is nog af te wachten’, zegt Dhananjayan Sriskandarajah nog.

Stroomt het geld bergop, naar het Noorden?

Nog belangrijker dan de nieuwe vormen en bronnen van samenwerking en financiering, zijn privé-investeringen – die in 2013 327,7 miljard dollar bedroegen – en de nationale budgetten van ontwikkelingslanden.

Het VN-rapport World Economic Situation and Prospects 2015 noteert ook dat de totale deviezenreserves in de wereld het voorbije decennium vervijfvoudigden, van 2,1 biljoen dollar in 2000 naar 12 biljoen dollar in 2012. 8 biljoen dollar daarvan staat op rekening van opkomende en ontwikkelende landen. Daarmee dekken landen zich in tegen schokken op de (financiële) wereldmarkten.

In 2014 zorgden de deviezenreserves in dollars voor een transfer van Zuid naar Noord van niet minder dan 970 miljard dollar.

Maar het feit dat die reserves grotendeels in buitenlandse valuta aangehouden worden, heeft het perverse effect dat dit voorzichtige financiële beleid geld uit de armere landen wegsluist naar de rijkere landen. Volgens de VN was het resultaat in 2014 een transfer van Zuid naar Noord van niet minder dan 970 miljard dollar, en dat is al bijna twintig jaar aan de gang.

Die transfer is niet de enige “foute” kapitaalstroom. De VN-conferentie in Addis Abebe, maar ook de OESO, de G-20 en andere internationale fora en organisaties richten zich prioritair op “illicit financial flows”: de winsten van commerciële belastingontduiking en de opbrengsten van criminele activiteiten en van corruptie. Gezien de illegale – of minstens onbehoorlijke – aard van deze kapitaalstromen, is een juiste schatting van hun omvang uiterst moeilijk.

Het World Economic Situation-rapport schat de niet-belaste kapitaalberg die zich in belastingparadijzen bevindt tussen 21 en 32 biljoen dollar. Als dat bedrag aan bodemtarieven belast zou worden, zou het jaarlijks meteen 189 miljard dollar nieuwe inkomsten opleveren –meer dan wat de rijke landen nu aan ontwikkelingshulp geven.

Als zwart geld in belastingparadijzen aan bodemtarieven belast wordt, brengt het jaarlijks 189 miljard dollar nieuwe inkomsten op.

Een oudere studie van de Britse ngo Christian Aid (2008) schatte het verlies aan inkomsten voor ontwikkelingslanden door commerciële belastingontduiking alleen op een jaarlijkse 160 miljard dollar. Andere studies schatten het verlies voor Afrika op 50 miljard dollar per jaar. De OESO citeert dan weer een cijfer van 2 miljard dollar aan jaarlijks gederfde inkomsten voor de Zambiaanse staat.

Een groot deel van die belastingontduiking en –ontwijking is niet onwettig, maar het gevolg van regionale belastingcompetitie, verregaande liberalisering van het kapitaalverkeer of van subtiele suggesties van multilaterale instellingen aan landen om een gunstig investeringsklimaat te organiseren, zodat ze buitenlands kapitaal kunnen aantrekken.

De meest voorkomende vorm van belastingontduiking is het bewust scheeftrekken van prijszettingen voor betalingen tussen vestigingen van dezelfde multinationale bedrijven. In plaats van hun winst te laten belasten in het land waar ze meerwaarde produceerden, slagen de mno’s er vaak in om via ingewikkelde structuren de kosten op te drijven in landen van het Zuiden en de winsten over te hevelen naar landen met minimale belastingaanslag of volledige vrijstelling.

Sinds Luxleaks en Swissleaks weten we dat bedrijven daarvoor niet naar Bermuda of de Kaaimaneilanden moeten, maar dat zelfs stabiele economieën in Europa –inclusief België, Duitsland, Nederland en Groot-Brittannië- zich aan dit soort opbod bezondigen.

Belastingcontroleur als held

Om een redelijke financiering van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te verzekeren, moet deze fiscale aderlating stoppen, stellen alle betrokken landen en organisaties. De OESO-landen staan echter zeer terughoudend tegenover voorstellen om een VN-belastingautoriteit een en ander te laten onderzoeken en voorstellen te laten uitwerken om deze praktijken een halt toe te roepen.

Het debat hierover dreigde in juli zelfs even een akkoord over een gezamenlijke slotverklaring in Addis Abeba te verstoren. Minister van Ontwikkelingssamenwerking De Croo verklaarde het westerse verzet tegen de gevraagde VN-belastingautoriteit als een keuze voor de meest efficiënte aanpak van het probleem én als onderdeel van de zoektocht naar een VN die fit for purpose moet zijn, en dus eerder minder dan meer organisaties en initiatieven moet tellen volgens de Europese landen.

Elke dollar die in bijkomende controlecapaciteit geïnvesteerd wordt, brengt zes dollar in bijkomende belastinginkomsten op.

Waar westerse landen wél uitgesproken voorstander van zijn, is van het versterken van de lokale belastingautoriteiten in het Zuiden. De OESO lanceerde dan ook, samen met de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP, het Tax Inspectors without Borders initiatief, waarmee men de capaciteit van de nationale belastingcontroleurs wil versterken.

Meer en beter gevormde belastingcontroleurs leveren immers meteen extra inkomsten voor de staat op. In de VS rekent men dat elke dollar die in bijkomende controlecapaciteit geïnvesteerd wordt, zes dollar in bijkomende inkomsten opbrengt.

Betere audits van transferprijzen die door multinationals gebruikt worden, resulteerde in Colombia meteen in een stijging van de belastinginkomsten op dat onderdeel van 3,3 miljoen dollar in 2011 naar 33,2 miljoen dollar in 2014. In Kenia zorgde één enkele audit van een lokale afdeling van een multinationaal bedrijf in 23,5 miljoen dollar extra inkomsten voor de staat.

Daarnaast werken de OESO en de G-20 nauw samen in een Global Forum om de internationale samenwerking op belastingvlak veel efficiënter te maken, onder andere door betere informatie-uitwisseling. In Zuid-Afrika leverde die uitwisseling in 2013 in één concreet geval meteen 62,2 miljoen dollar op en de Filipijnen konden op basis van twee gevallen van uitwisseling meer dan een miljoen dollar recupereren.

Maar ook voor geïndustrialiseerde landen is deze samenwerking cruciaal. Zweden haalde uit de betere informatie-uitwisseling op vijf jaar tijd al meer dan 330 miljoen euro profijt en Australië recupereerde in 2013 alleen 459 miljoen Australische dollar.

Een kale kip plukken

Alsof de grote uitstroom van kapitaal via de deviezenreserves en de zwarte en grijze kapitaalstromen niet volstonden, gooiden de echte aasgieren van het financiële kapitalisme zich de voorbije jaren op de schuldenbergen van landen uit het Zuiden. Ze kopen aan bradeerprijzen schuldpapieren op van landen die in gesprek zijn met internationale schuldeisers en blokkeren dan een overeenkomst voor een gedeeltelijke schuldkwijtschelding.

Op die manier willen ze toch de volledige waarde van originele schulden plus achterstallige interesten innen, meestal door de zaak voor een Amerikaanse handelsrechtbank te brengen.

‘Veel landen in het Zuiden worden de facto gedwongen contracten te ondertekenen die hun soevereiniteit opheffen en hun rijkdommen verkwanselen.’

Volgens Joakim Reiter, onderdirecteur van de VN-organisatie voor Handel en Ontwikkeling Unctad, zorgen de zogenaamde aasgierfondsen ervoor dat ‘de rijksten van de wereld, die zelf nauwelijks of geen belastingen betalen, woekerwinsten maken over de rug van de armsten van de wereld.’

Landen als Congo, Peru, Panama en heel wat andere maakten al onaangenaam kennis met dit fenomeen. In het geval van Argentinië eiste een aasgierfonds een bedrag dat het zestienvoud was van wat het voor de schuldpapieren betaald had.

Op de Financieringsconferentie in Addis Abeba in juli kreeg België applaus voor de recente anti-aasgierwet, waardoor het alvast onmogelijk wordt om via een Belgische rechtbank beslag te leggen op Belgisch ontwikkelingsgeld. Dat is mooi, maar nog onvoldoende, zei Leon Makoko uit de Democratische Republiek Congo.

‘Door de aanslepende economische crisis in de wereld worden veel landen in het Zuiden de facto gedwongen contracten te ondertekenen die hun soevereiniteit opheffen en hun rijkdommen verkwanselen.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.