Afrika groeit maar raakt problemen niet kwijt

De Afrikaanse economie zal in 2008 en 2009 een economische groei van 5,9 procent kennen, voorspelt de OESO. Dat is meer dan gemiddeld. Toch wil het met de armoedebestrijding niet zo opschieten en was er in 2007 weer meer geweld en politieke repressie.
De African Economic Outlook van de OESO, een organisatie van 30 industrielanden, licht elk jaar de economie en ontwikkeling van 35 Afrikaanse landen door. In 2007 schat de OESO de groei op 5,7 procent en voor 2008 en 2009 stelt de organisatie 5,9 procent voorop. Het is daarmee minder optimistisch dan het IMF, dat halfweg april een groei van 6,5 procent in 2008 voorspelde.
De vraag naar Afrikaanse olie, metalen en landbouwproducten steeg in 2007 met 7,9 procent, tegenover 4,6 procent in 2006. De OESO verwacht dat die trend zich doorzet en merkt op dat vooral de handel tussen Afrikaanse landen onderling achterop hinkt. Momenteel gaat slechts 10 procent van de Afrikaanse export naar andere landen op het continent, wat te maken heeft met een gebrek aan transportinfrastructuur en een gebrekkige liberalisering.

Afrika trekt kapitaal aan


Ander goed nieuw is dat de buitenlandse investeringen blijven stijgen. In 2006 trok Afrika dubbel zoveel kapitaal aan, 36 miljoen dollar, als in 2004. Egypte (10 miljoen dollar), Nigeria (5,4 miljoen dollar) en Soedan (3,5 miljoen dollar) konden de investeerders het meest bekoren, gevolgd door de Maghreblanden.
In sub-Saharaans Afrika kenden investeringen door private beleggingsfondsen (private equity) in 2006 een groei van 198 procent, tot 2,3 miljard dollar. 81 procent van dat kapitaal ging naar Zuid-Afrika. De beurs van Johannesburg blijft het financiële zwaartepunt van het zwarte continent, met 90 procent van de totale marktkapitalisatie.
Twee groeiprognoses
Het is duidelijk dat de groeiverwachtingen een stuk hoger liggen voor olieproducerende landen als Nigeria en Soedan dan voor landen die de dure olie zelf moeten importeren. In 2008 liggen de groeiprognoses zelfs met twee procentpunt uit elkaar: 6,8 procent voor landen met en 4,9 procent voor landen zonder olie. In de delfstoffenrijke Democratisch Republiek Congo voorspelt de OESO een groei van 6,6 procent in 2008 (6,2 in 2007)
De uitdagingen voor de twee groepen van landen zijn erg verschillend. Voor de Afrikaanse oliestaten komt het erop aan de petrodollars duurzaam te investeren in infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg. De landen zonder olie krijgen af te rekenen met inflatie en sociale onrust door de duurdere brandstof- en voedselprijzen.

Millenniumdoelen


Ondanks de relatief gunstige macro-economische omstandigheden lijkt geen enkel Afrikaans land de Millenniumdoelen te halen. De VN formuleerde die doelstellingen in 2000 om onder meer tegen 2015 de armoede te halveren. Daar lijkt voorlopig alleen Noord-Afrika in te zullen slagen, terwijl in Afrika bezuiden de Sahara het aantal armen in absolute cijfers blijft toenemen.
Slechts 13 van de 53 Afrikaanse landen zijn goed op weg om tegen 2015 vrijwel alle kinderen naar de basisschool te sturen. Van die dertien zullen er slechts zeven in slagen die kinderen de lagere school te laten afmaken. Voorlopig zijn de onderwijsdoelstellingen in geen enkel land gerealiseerd.
Slechts 8 Afrikaanse landen zijn op weg om de kindersterfte tegen 2015 met twee derde te verminderen en amper 14 landen liggen op koers om de moedersterfte met driekwart terug te dringen. De resultaten zijn doorgaans beter in Noord-Afrika en in stedelijke gebieden: Egypte haalde de doelstelling voor kindersterfte al in 2006.
Maar ook ten zuiden van de Sahara zijn er succesverhalen. Madagaskar, Malawi en Tanzania slaagden erin de kindersterfte met respectievelijk 32, 46 en 27 procent te verminderen. De moedersterfte blijft er, bij gebrek aan personeel en infrastructuur, schrikbarend hoog. In 17 landen heeft meer dan 1 procent van de bevallingen een dodelijke afloop.
In de strijd tegen besmettelijke ziektes slagen slechts acht landen erin de verspreiding van tuberculose terug te dringen, terwijl de aidsepidemie op hoog niveau stagneert. Vijf landen zijn erin geslaagd het aantal mensen zonder toegang tot drinkbaar water te halveren en nog eens vijftien zijn goed op weg om de doelstelling te halen tegen 2015. Intussen daalde de bosoppervlakte in sub-Saharaans Afrika van 29 procent in 1990 tot 26 procent in 2005.

Minder politieke vrijheid


De OESO stelt in zijn jaarrapport vast dat de democratie in Afrika achteruit boert. Er waren uitbarstingen van geweld in langer smeulende conflicten, zoals in de Congo of Tsjaad, terwijl in Kenia de democratie zelf bron van conflict was. De organisatie verwacht dat met de hoge voedselprijzen het geweld alleen maar zal toenemen, ook in tot nu toe erg stabiele landen als Senegal, Kameroen of Burkina Faso.
Met het geweld gaat een verharding van de politieke zeden gepaard, wat zich uit in verkiezingsfraude en een harde aanpak van oppositiegroepen. Met name op de Comoren, in de beide Congo’s, Egypte, Guinee-Bissau, Somalië en Zuid-Afrika gingen de politieke vrijheden er in 2007 op achteruit.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.