Amerikaanse militairen verliezen vertrouwen in Bush

Het vertrouwen van de militairen in Bush en zijn Irakbeleid blijft veel hoger dan dat van de doorsnee Amerikaan - dat zakte eind 2005 tot 40 procent. Maar dat maakt de kritiek van de militairen niet minder opmerkelijk. 60 procent van de militaire respondenten noemt zichzelf immers Republikein, en bij de Republikeinse burgers scoren Bush en zijn Irakbeleid nog steeds erg goed.

De peiling, die voor het derde jaar op rij werd uitgevoerd, wordt intussen beschouwd als een van de meest accurate barometers van de stemming onder de beroepsmilitairen in de Verenigde Staten - een groep die moeilijk te peilen valt.

De onderzoekers stuurden 4.000 beroepsmilitairen uit alle grote legerdivisies een vragenlijst. Daarvan kregen ze er 1.214 ingevuld en bruikbaar terug. De Times merkt wel op dat de respondenten gemiddeld vaker officieren zijn en ouder, ervarener en carrièregerichter dan de doorsnee beroepsmilitair. Meer dan de helft van de respondenten zei dat ze in Irak of in Afghanistan hadden gewerkt.

De managing editor van de Times, Robert Hodierne, zegt dat hij verrast is door de vertrouwensdaling. Het leger stond zo sterk achter Bush. Als (de scores van de president) negen en elf punten dalen - vooral in deze gemeenschap die erg Republikeins is en merkbaar conservatiever dan de bevolking in het algemeen - dan moet de president opletten.

Amper 29 procent van de respondenten is het eens met de voorspelling van de regering-Bush dat het Iraakse leger binnen zo’n twee jaar klaar is om de grote Amerikaanse interventiemacht te vervangen. 40 procent denkt dat het drie tot vijf jaar zal duren, en 24 procent heeft het zelfs over vijf tot meer dan tien jaar.

31 procent vindt het erg waarschijnlijk dat Washington in zijn missie in Irak zal slagen, 42 procent vindt dat enigszins waarschijnlijk - samen een daling van 10 procent ten opzichte van vorig jaar.

Niet alleen Bush en zijn Irakbeleid krijgen klappen. Treffend is ook dat slecht 31 procent van de respondenten nog gelooft dat het Amerikaanse parlement het beste met hen voorheeft. Een jaar geleden was dat nog 63 procent.

Waaraan de vertrouwensbreuk precies te wijten is, is onduidelijk. Het kan liggen aan de pogingen van de Republikeinse meerderheid om militairen een aantal voordelen op het vlak van gezondheidszorgen af te nemen. Een andere verklaring is de oproep van een aantal Democraten voor terugtrekking uit Irak.

Ook het vertrouwen in het Pentagon daalde van 64 tot 40 procent. Militairen wantrouwen verder ook de media. En de kloof tussen het leger en de burgerlijke instellingen en politiek - al een pijnpunt sinds het begin van de jaren negentig – groeit ook.

Wat wel goed zit, is het moreel van de troepen. 85 procent van de respondenten is minstens gedeeltelijk tevreden over zijn job - ongeveer evenveel als de voorbije twee jaar. Bijna tweederde van de militairen vindt dat het leger te veel opdrachten heeft om nog effectief te kunnen zijn. Dat is veel, maar wel zo’n tien procent minder dan de voorbije twee jaar. (ADR/PD)