Boodschappers Betancourtvideo in Colombiaanse gevangenis

Cindy Tumay (21), Adriana Vega (29) en Huberto Montaño (56) werden donderdag 29 november gearresteerd in Bogota. Het was Tumay die het pakje met brieven en video’s, waaronder die van de voormalige Colombiaanse presidentskandidate Ingrid Betancourt, vanuit de zuidelijke provincie Guaviare naar de Colombiaanse hoofdstad bracht. Ze deed dat naar eigen zeggen in ruil voor een beloning van één miljoen peso (338 euro). Montaño werd opgepakt omdat hij Tumay onderdak had verleend.
Vega zei dat ze uit humanitaire overwegingen wilde meewerken om ervoor te zorgen dat het bewijsmateriaal van de gijzelaars tot bij de Venezolaanse president Hugo Chávez geraakten. Vega was nog maar net in Venezuela geweest, naar eigen zeggen om zich in te schrijven aan een universiteit, maar de Colombiaanse politie vond in haar notitieboekje telefoonnummers van medewerkers van de Venezolaanse president.
Chávez verklaarde op 1 december dat één van de vrouwen die in Bogota werden gearresteerd deel uitmaakte van de missie die het bewijsmateriaal tot bij hem moesten krijgen. Hij verwees naar hen als “boodschappers van het FARC”, wat hen in de ogen van het Colombiaanse gerecht meteen verdacht maakte. De twee zitten voorlopig vast op beschuldiging van kidnapping en “rebellie”, maar ontkennen elke band met de linkse guerrilla.
“Het ‘teken van leven’ was op weg naar Caracas”, zei Chávez, “Ik ging het naar de Franse president Sarkozy sturen en wilde de documenten openbaar maken als deel van wat ik had verkregen van het FARC, in de naam van de families en de regeringen van Venezuela en Frankrijk. Maar de Colombianen hebben de boodschap onderschept en de boodschappers gevangen genomen.”
De Venezolaanse president trad sinds 15 augustus op als bemiddelaar voor de vrijlating van de gijzelaars, tot hij op 21 november door President Uribe opnieuw werd teruggefloten. Het bewijsmateriaal zou op aandringen van Chávez zijn verzameld in opdracht van FARC-leider Manuel Marulanda, van 23 tot 25 oktober.
“Marulanda heeft zelf gezegd dat er verder geen bewijsmateriaal meer komt”, weet Carlos Lozano, de directeur van het communistische weekblad Voz. Lozano veroordeelde ook het verhoor van de twee vrouwen door agenten van het Amerikaanse Federale Inlichtingenbureau FBI, kort na hun arrestatie.
Volgens Geminiano Méndez, de advocaat van Vega, werden de twee vrouwen gedurende twintig minuten verhoord door drie Amerikaanse FBI-agenten. De drie wilden weten wat de vrouwen wisten over de drie Amerikaanse gevangenen van het FARC. Keith Stansell, Thomas Howes en Marc Gonsalves werden in februari 2003 ontvoerd toen ze als militaire adviseurs aan de slag waren in het kader van Plan Colombia, de door Washington gefinancierde campagne tegen de linkse guerrilla.
Toen Vega zei dat ze niet wilde antwoorden zonder haar advocaat, dreigden de Amerikaanse agenten ermee haar te laten uitleveren aan de Verenigde Staten. Ze verwezen daarbij naar “Sonia” en “Simon Trinidad”, twee FARC-leden die vastzitten in de VS. “Sonia” zit een straf van 16 jaar uit in een Texaanse gevangenis, op beschuldiging van drugssmokkel. “Simon Bolivar” is de schuilnaam voor Ricardo Palmeria, die in januari 2004 werd opgepakt in Quito toen hij het FARC vertegenwoordigde in onderhandelingen over een gevangenenruil.
President Uribe kondigde vrijdag aan dat hij wil ingaan op de eis van de FARC om een gebied te demilitariseren voor gesprekken over de gijzelaars. Het zou gaan om een gebied van 150 vierkante kilometer, in een dunbevolkt landelijk gebied en zonder posten van het politie of het leger. Uribe is bereid de gesprekken te laten plaatsvinden onder toezicht van internationale waarnemers.