De wijsheid van samenwerking

Stilstaan bij het VN-jaar van de coöperatie

Coöperaties (volgens Van Dale: ‘verenigingen van personen met het doel om voordeliger in hun behoeften te voorzien door het bedrijf van de tussenhandel en de ondernemer uit te schakelen’) gaan al lang mee. Je vindt ze in alle soorten. Kunnen ze mee een antwoord geven op de uitdagingen van de toekomst?

  • CC Nena Terrell/USAID Vrouwen van een melkcoöperatie in de Somali-regio in Ethiopië maken zich klaar om melk te transporteren naar de markt in de stad. CC Nena Terrell/USAID

‘De crisis is voor ons een kans. Wij willen het VN-jaar van de coöperatie graag uitbreiden tot een decennium van de coöperatie waarin de coöperatie de snelst groeiende vorm van ondernemen wordt. We willen dat het tevens de erkende leider inzake duurzaamheid wordt en het bedrijfsmodel waar de mensen een voorkeur voor hebben’: Charles Gould, directeur-generaal van de Internationale Alliantie van Coöperaties (ICA), legt de lat bijzonder hoog.

De ICA claimt dat het leven van liefst drie miljard mensen – bijna de helft van de wereldbevolking – zekerder wordt gemaakt door coöperaties. Coöperaties in de productie en distributie van voedsel, de aankoop en verkoop van allerlei goederen, het bank- en verzekeringswezen. De ICA stelde een top 300 van ’s werelds grootste coöperaties op. Die zijn samen goed voor 2000 miljard dollar omzet, waarvan meer dan de helft in het bank- en verzekeringswezen. De allergrootste is een coöperatieve Japanse verzekeraar, Zenkyoren, met een omzet van 70 miljard dollar. Coöperaties vind je nagenoeg overal. China telt, volgens de ICA, 550.000 coöperaties, en in India zijn er heel veel kleine, maar het land heeft met AMUL ook ’s werelds grootste coöperatie van melkproducenten.

De zeven principes

  1. Vrijwillig en open lidmaatschap
  2. Democratische controle door de leden/vennoten (behelst een zekere loskoppeling van kapitaalinbreng en zeggenschap, dikwijls één mens, één stem)
  3. Economische participatie door de leden. Minstens een deel van het kapitaal is in handen van de vennoten, die daar een beperkte vergoeding voor krijgen (als ze er al een krijgen).
  4. Autonomie en onafhankelijkheid
  5. Aandacht voor onderwijs, vorming en informatieverstrekking
  6. Samenwerken met andere coöperaties
  7. Aandacht voor de gemeenschap

Charles Gould betreurt dat de coöperaties ondanks hun belang nogal onzichtbaar zijn. Misschien is de reden dat mensen dikwijls niet veel verschil zien tussen een coöperatie en een ander bedrijf. Daarom is de definitie van wat precies een coöperatie is niet zonder belang. De ICA heeft de aloude zeven principes van Rochdale geactualiseerd (zie kaderstuk), maar het is zeer de vraag of alle coöperaties die naleven.

In ons land zijn coöperaties goed voor vijf procent van het bnp, maar de meerderheid van de Belgische coöperaties houdt zich niet aan de zeven principes en kiest die werkvorm om andere redenen. ‘Een van die redenen is bijvoorbeeld dat toetreding en uittreding van vennoten in een coöperatieve vennootschap (cv) veel soepeler is dan bij een bvba’, zegt Wim Van Opstal van de Sociale School van Heverlee, die verschillende studies over coöperaties maakte. ‘In het Verenigd Koninkrijk is er echt een coöperatieve beweging die de coops ertoe aanzet de principes na te leven. Dat is in België niet het geval en ook de wet op de cv heeft nauwelijks een ethische dimensie.’

Van Opstal hanteert daarom een brede definitie. ‘Een coöperatie is een zelfstandige organisatie van personen die zich vrijwillig verenigen om hun gemeenschappelijke economische, sociale en culturele behoeften en ambities te behartigen door middel van een onderneming waarvan ze samen eigenaar zijn en die ze democratisch controleren.’

Lokaal verankerd

Coöperaties zijn volgens Van Opstal van nature minder gericht op winstmaximalisatie dan op het vervullen van gemeenschappelijke behoeften, maar het kan natuurlijk wel dat de gemeenschappelijke behoeften neerkomen op inkomensmaximalisatie van de vennoten. Lieve Jacobs van Coopburo, de coöperatieve dienstverlener van CERA: ‘Milcobel verenigt meer dan 3000 zuivelboeren: waar het om gaat is niet dat Milcobel veel winst maakt, maar dat de boeren een goede prijs voor hun melk krijgen.’

Onderzoeker Van Opstal vult aan: ‘Toch zijn coöperaties niet per definitie ethisch hoogstaander dan andere bedrijven. Een coöperatie die boeren een afzetgarantie geeft, bevordert de overproductie, en draagt er mogelijk toe bij dat melkpoeder in ontwikkelingslanden wordt gedumpt. Alles hangt af van de beoogde doelen. Die kunnen sociaal zijn, maar het kan ook gaan om loutere inkomensmaximalisatie van de leden. Wel is het zo dat coöperaties met vennoten, anders dan beursgenoteerde bedrijven met verre investeerders, sterker lokaal verankerd zijn en daardoor sneller betrokken zullen zijn bij de gemeenschap waarin ze werken.’

In 2010 telde Wim Van Opstal 26.626 coöperaties in ons land. Op de lijst van ’s werelds 300 grootste coöperaties staan de verzekeraars Ethias(110de) en P&V(199ste) als eerste Belgische vertegenwoordigers, met een omzet van respectievelijk ruim drie en anderhalf miljard euro. Minder bekend is bijvoorbeeld Febelco (246ste), de aankoopcoöperatie van de Belgische apothekers, omzet: 1,4 miljard euro.

Ook andere aankoopcoöperaties zoals Milcobel en Selexion (elektrotoestellen) zijn grote bedrijven. Die zijn in de eerste plaats gericht op het verwerven van marktmacht voor hun leden: betere prijzen krijgen door samen aan te kopen of te verkopen.

In België zijn maar 505 van de meer dan 26.000 juridische coöperaties erkend door de Nationale Raad voor Coöperaties. Die erkenning houdt strakkere normen in, zoals een maximale vergoeding van zes procent voor de kapitaalsinbreng.

Het gebrek aan beginselvastheid kan soms pijnlijke gevolgen hebben, ondervonden enkele grote Belgische coöperaties in de financiële crisis. De financiële arm van de christelijke werknemersbeweging ACW, de coöperatie ARCO, liet zich meeslepen in de financiële gekte bij Dexia. ‘Er werd gezegd dat er geen toekomst meer was voor kleinere spaarbanken als BACOB en we zijn meegegaan in dat eenheidsdenken’, bekent Patrick Develtere, die net was aangetreden als ACW-voorzitter toen hij deze erfenis uit het verleden mocht aanvaarden. Of neem CERA, de opvolger van de aloude Raiffeissenkassen en dus de financiële coöperatie van de Belgische landbouwers. Die zette haar financiële macht om in dertig procent van de aandelen – en werd zo veruit de grootste aandeelhouder – van de KBC. CERA legde KBC weinig in de weg toen die zich, net als alle andere grote banken, op zoek naar maximale winst waagde aan de ondertussen bekende risico’s. ‘We hadden ons meer moeten bemoeien maar we waren verblind door het geld’, bekent een insider. ‘We bemoeien ons intussen wel meer, bijvoorbeeld door de voorzitter van het auditcomité te leveren.’

Het gebrek aan beginselvastheid kan pijnlijke gevolgen hebben. Zo liet de coöperatie ARCO, de financiële arm van het ACW, zich meeslepen in de financiële gekte bij Dexia.
Hoewel zulke dingen negatief afkleuren op de coöperatie, is het natuurlijk wel zo dat de Belgische coöperatieve vennoten van Dexia en KBC pas in de problemen kwamen juist doordat ze hun coöperatieve banken ophieven. Echte coöperatieve banken – die welke niet opgingen in grote banken –, hebben immers de crisis goed doorstaan, blijkt uit een studie van Johnston Birchall, hoogleraar sociaal beleid aan de Britse universiteit van Stirling. Birchall: ‘De reden is dat ze geen grote risico’s nemen omdat ze niet die hoge winsten willen maken. Als banken eigendom zijn van hun klanten, willen ze vooral die klanten goed dienen: eventuele winsten worden vertaald in lage prijzen voor de klanten,’

Als de vennoten echt participeren in het beleid, moet het voor coöperatieve banken makkelijker zijn om het ingezamelde kapitaal maatschappelijk in te bedden, dat wil zeggen: het te investeren naar gelang van de behoeften van de vennoten en de gemeenschap waartoe ze behoren. Een grote bank heeft die inbedding veel minder. Toch is ook bij een coöperatie immer alertheid vereist. ‘Het blijft mensenwerk’, aldus Van Opstal. ‘Ook sommige coöperatieve banken kochten giftige producten.’

Nieuwe golf

Coöperaties gaan al lang mee. Peter Bosmans, gedelegeerd bestuurder van de Federatie van Belgische Coöperaties Febecoop, spreekt over drie golven. ‘De eerste golf ging uit van de arbeidersbeweging. De wevers en de ambachtslieden zochten een antwoord op het beenharde kapitalisme van de negentiende eeuw. De sociale beweging wilde het leven van haar leden verbeteren door samen voedsel of medicijnen aan te kopen of door het mogelijk te maken te sparen in eigen banken.’ De ziekenfondsen leunen daar dicht tegenaan, overigens.

De tweede golf was een late uitloper van de contestatiegolf van de jaren zestig. ‘Men was tegen bazen en autoriteit en voorts was het crisis, met groeiende werkloosheid. Die twee samen zorgden voor de tweede golf. Soms werden de principes nogal dogmatisch toegepast. Men streefde volkomen gelijkheid na, maar het is niet altijd efficiënt om over alles te stemmen.’ Bosmans ziet nu een derde golf. ‘Het gaat om een mix van waarden: sociaal, en groen, en om de combinatie van participatie en efficiëntie. Ze spelen vaak in op nieuwe niches die de markt of de overheid niet invullen.’

Wim Van Opstal erkent dat er dezer dagen meer aandacht is voor de coöperatie, ook bij de overheid, maar ‘in België zie ik geen toename van het aantal coöperaties’.

Toch beweegt er iets in de sector van de hernieuwbare energie. Dirk Vansintjan van Ecopower (coöperatie voor hernieuwbare energie met 43.000 vennoten en 50 miljoen euro kapitaal): ‘In Duitsland is er echt sprake van een golf. In vijf jaar tijd zijn er 500 energiecoöperaties opgericht, meestal binnen een gemeente. In Denemarken is dat zo gewoon dat men ze niet meer telt.’ Vansintjan is voorzitter van REScoop, een federatie van Europese coöperaties voor hernieuwbare energie. ‘We willen alle initiatieven inventariseren en de verschillende modellen in kaart brengen, zodat we van elkaar kunnen leren. We willen ook lobbyen om de obstakels weg te nemen.’

Overigens zijn energiecoöperaties niets nieuws. In de VS wordt niet minder dan 70 procent van het grondgebied sinds vele decennia van stroom voorzien door coöperaties. Vansintjan: ‘Onlangs kreeg ik hier een Japanse consumentencoöperatie van liefst 25 miljoen gezinnen op bezoek die na de kernramp in Fukushima energiecoöperaties wil opzetten. Ook Turkije en Latijns-Amerika beginnen aan die weg te timmeren. Naar aanleiding van 11.11.11 kwamen Indonesiërs hier onlangs spreken over hun kleine waterkrachtcentrales. We staan voor een energietransitie: of je vat als burger zelf de koe bij de horens, of je ondergaat alles. Dan zal iemand anders de prijs bepalen en het rendement binnenhalen.’

Zorg

Ook in de zorg wordt de jongste tijd de coöperatie gepromoot. Toch waarschuwt Lieve Jacobs van Coopburo dat de coöperatie geen wondermiddel is. ‘Een coöperatie kan interessant zijn om een verzorgingstehuis voor bejaarden of mensen met een handicap te bouwen, maar de bedrijfsmiddelen kun je daar nooit mee betalen. Die blijven ten laste van de overheid.’

Inclusie Invest wil verblijven bouwen voor 1200 mensen met een beperking. De negen miljoen euro kapitaal komt van bestaande gehandicaptenvoorzieningen, ouders van gehandicapten, mensen met een handicap zelf, en sympathisanten. Jacobs: ‘Het zijn altijd mensen die geen hoog financieel rendement verwachten – anderhalf procent per jaar en niks de eerste vijf jaar – maar vooral maatschappelijk rendement nastreven.’

Jacobs wijst er voorts op dat de betrokkenheid van mensen met een handicap bij de coöperatie ook een emancipatorische stap vooruit is. ‘Dat is een andere dimensie dan in een gebruikersraad van een instelling zitten.’

Er wordt ook onderzocht of en hoe coöperaties wonen betaalbaarder kunnen maken. Zo kan een gemeenschappelijke woonbeheersmaatschappij (weleens met de Angelsaksische term “Community Land Trust” (CLT) aangeduid) de vorm van een coöperatie aannemen. Zo’n maatschappij koopt grond: particulieren kunnen op die grond woningen bouwen zonder de grond te hoeven kopen en mogen er, onder erfpacht, maximaal 99 jaar blijven wonen. Dat zou de kostprijs van een woning met een kwart moeten drukken. Het rendement voor de vennoten zou zitten in de stijgende grondprijs (die je evenwel niet voelt zolang je niet verkoopt), en de verkoop van de huizen, waarvan de beheersmaatschappij het grootste deel van de meerwaarde zou krijgen. Frank Vandepitte werkt mee aan een Gentse woonbeheersmaatschappij: ‘Als vennoten te veel rendement verwachten, gaat het doel van betaalbaar wonen weer verloren. Misschien werken we daarom beter met een stichting.’

Wordt de coöperatie de bedrijfsvorm van dit decennium? Nu het financiële flitskapitalisme zijn beperkingen heeft getoond, is het zeker makkelijker aandacht te krijgen voor de diversiteit aan organisaties. Zoals gezegd wil de ICA aantonen dat de coöperatie de participatiefste en duurzaamste bedrijfsvorm is. Dat potentieel is er, maar de vennoten zullen het moeten realiseren. ‘Nogal wat gevestigde en grote coöperatieven maken dat niet waar’, erkent Charles Gould. ‘Alleen echte participatie van mensen die denken om de toekomst van hun kinderen en gemeenschappen kan die kans benutten.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2795   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2795  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.