'Elite rooft Kameroense bossen leeg'

Dag en nacht voeren zware vrachtwagens de stammen van woudreuzen weg uit de bossen van Kameroen. Het oerwoud kan het Afrikaanse land in theorie voor eeuwig fraaie exportinkomsten opleveren. Maar machtige politici en ambtenaren negeren de beschermingsmaatregelen om zelf zo snel mogelijk rijk te worden.




Kameroen is nog voor ongeveer de helft met bos bedekt, al kent niemand de toestand van die wouden. Met hulp van de Wereldbank vaardigde Kameroen in 1994 een boswet uit die de groene schatkamer moet beschermen. In sommige bossen mag er helemaal niet worden gekapt. Andere delen van het woud zijn toegewezen aan plaatselijke gemeenschappen die in het woud leven. In de rest van de bossen hebben houtvesters een vergunning nodig voor ze aan de slag gaan met hun kettingzagen en bijlen. Op gerooide gebieden moeten ze nieuwe bomen aanplanten.

Maar dat is theorie. Volgens critici werkt de boswet niet, en dat is vooral te wijten aan hoge ambtenaren, politici, legerofficieren en zakenlui die dicht bij de regering staan. Die hebben de bossen ontdekt als een nieuwe inkomstenbron toen de prijzen voor cacao en koffie begonnen te dalen, vroeger de belangrijkste exportproducten van het land, zegt Roland Bengono, een bosbouwkundig econoom van het ministerie van Bossen en Fauna.

De ambtenaren die te maken hebben met het vergunningsproces, laten zich volgens Bengono vorstelijk steekpenningen betalen. Bedrijven die niet willen betalen, worden in de tang genomen. Andere ambtenaren helpen houtbedrijven boomstammen illegaal uit te voeren, waardoor er geen belastingen moeten worden betaald. Slechts af en toe lopen bedrijven of ambtenaren tegen de lamp. De foute ambtenaren worden ontslagen, de houtvesters komen er vanaf met relatief lichte straffen. De Franse groep Bolloré moest in 2001 bijvoorbeeld een boete van een kleine 10.000 euro betalen omdat hij was bezweken voor illegale praktijken.

Veel van de grote namen van het regime hebben ondernemingen opgericht die als dekmantel dienen voor technieken om nog meer geld binnen te rijven. Sinds 1994 heeft het ministerie 625 vergunningen uitgereikt aan grote houtvesters. Maar slechts een vijftigtal bedrijven zijn echt actief. Nogal wat andere bedrijven die een concessie in de wacht slepen, blijken die te verpatsen aan de grote spelers. Grootschalige bosbouw vraagt dure machines en zware investeringen. Voor ze een eerste boom kunnen vellen, moeten bedrijven bijvoorbeeld een waarborg van ruim 150.000 euro overmaken aan de staat. De grote Westerse en Aziatische bedrijven leggen dat geld met een glimlach op tafel, en zijn blij dat ze door de hand- en spandiensten van kleinere fictieve ondernemingen op almaar meer plaatsen kunnen rooien.

Alles is erop gericht om de bossen zo snel mogelijk leeg te halen, zegt Samuel Nguiffo, de coördinator van het Centrum voor Milieu en Ontwikkeling (CED), een milieuorganisatie uit de hoofdstad Yaoundé. De boswet blijkt lacunes te vertonen, en alle betrokkenen proberen daarvan maximaal te profiteren. Er staat geen grens op het aantal ondernemingen dat houtkapvergunningen kan krijgen, en ook niet op het aantal bomen dat in een bepaalde concessie kan worden gekapt. Niemand weet bovendien hoe groot de schade is die de houtkap tot hiertoe al heeft aangericht. De toekenning van nieuwe concessies gebeurt met de natte vinger.

De inkomsten die de Kameroense overheid uit de houtkap puurt, volgen ook duistere wegen. Volgens de overheid betaalden alle houtvesters die in Kameroen actief zijn in 2004 ongeveer 81 miljoen euro aan belastingen. Volgens de wet moet de helft daarvan terecht komen aan de bewoners van de streken waar hout gekapt wordt en van de aangrenzende gebieden. Maar de werkelijkheid ziet er anders uit. Hoogstens 20 procent van de inkomsten gaat naar lokale ontwikkeling, zegt Patrice Bigombé Logo, universiteitsprofessor en directeur van het niet-gouvernementele Onderzoeks- en Actiecentrum voor Duurzame Ontwikkeling in Centraal-Afrika. De rest smeert corrupte netwerken en verrijkt lokale politici.

Bigombé geeft het voorbeeld van Yokadouma, een dorp op 400 kilometer van Yaoundé. Vijftien jaar geleden had de bescheiden gemeente een begroting van 25.000 euro, vorig jaar was dat bedrag opgelopen tot 650.000 euro. Maar volgens Bigombé zijn er nauwelijks nieuwe wegen aangelegd of andere openbare werken uitgevoerd.

De wantoestanden bedreigen de Kameroense bossen en de banen van de 100.000 mensen in de houtsector, zeggen milieuorganisaties. Volgens de Britse ngo Global Witness wordt er in Kameroen elk jaar 700.000 kubieke meter hout illegaal gekapt. Volgens officiële cijfers voerde Kameroen in 2004 1,8 miljoen kubieke meter hout uit. (PD/MM)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.