Engeland onderzoekt medeplichtigheid CIA-martelingen

Het onderzoek, dat waarschijnlijk achter gesloten deuren wordt gehouden, zal zich buigen over de noodzakelijke compensatie voor slachtoffers. Omdat het wordt geleid door een rechter, kan het de dertien aparte rechtszaken vervangen, die gestart zijn door slachtoffers maar op dit moment stuklopen op de vertrouwelijkheid van bewijsmateriaal.

Strafproces

Het Britse onderzoek staat los van een mogelijk strafproces, dat pas zal aanvangen wanneer het lopende justitiële onderzoek is afgerond en de openbaar aanklager specifieke aanklachten kan indienen tegen agenten van de geheime dienst. Dat het onderzoek nu doorgang kan vinden, tegelijk met een eventueel proces, is een doorbraak op juridisch gebied.
Complexe zaken als meineed, de publicatie van bewijsmateriaal en of gedupeerden die compensatie krijgen hun andere eisen moeten laten vallen, moeten nog worden ingevuld.

Onafhankelijk

Mensenrechtenorganisaties en parlementariërs zijn blij met de aanstaande beslissing. Ze hopen vooral dat de commissie echt onafhankelijk moet zijn en een ruime bevoegdheid moet krijgen.
Volgens Andrew Tyrie, parlementslid namens de Tories, is het “in het nationaal belang dat we de waarheid tot op de bodem uitzoeken en kunnen doorgaan.” Volgens Tyrie moet de commissie niet alleen medeplichtigheid aan marteling onderzoeken, maar medeplichtigheid aan het hele uitleveringsprogramma van de VS.
De zaak brengt spanning in de hechte relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De Amerikaanse regering wilde geheim bewijsmateriaal eerder dit jaar niet vrijgeven, tot het Hooggerechtshof daartoe het bevel gaf. President Obama houdt vanaf het begin van zijn regeerperiode een diepgaand onderzoek naar de behandeling van CIA-gevangenen af, terwijl uit uitgelekte memo’s van de CIA duidelijk blijkt dat ze mochten worden gemarteld.