Geweld in Mogadishu houdt aan

Meer dan 2000 gezinnen, goed voor zo’n 12.000 inwoners, zijn op de vlucht geslagen voor het geweld. Het gaat vooral om vrouwen en kinderen die zich langs invalswegen geïnstalleerd hebben.
Het Internationale Rode Kruis, dat in februari alleen al 200 gewonden verzorgde, wil dat de strijdende partijen rekening houden met de burgers. De organisatie toont zich ook bezorgd over het lot van verschillende inwoners van de stad die gearresteerd werden, zonder dat hun familie of kennissen daarvan op de hoogte gebracht worden.
Ethiopische troepen verdreven in december verbazend snel de islamitische milities uit een groot deel van het land. De Unie van Islamitische Rechtbanken verliet Mogadishu op 27 december. In de Somalische hoofdstad komt het echter nog steeds tot zware vuurgevechten tussen Ethiopische troepen en sluipschutters.
“De bevolking is de laatste weken ‘s nachts opgeschrikt door mortiergranaten, artillerievuur en raketaanvallen”, zegt Muhammad Nur Ga’al, hoofd van de Civil Society in Action, aan het VN-nieuwsagentschap IRIN. Zijn organisatie roept de overheid op om de bombardementen op woonwijken stop te zetten. “De beschietingen hebben al verschillende burgers het leven gekost, ook vrouwen en kinderen zijn het slachtoffer”, voegt Philippe Lazzarini, hoofd van het VN-agentschap voor de coördinatie van Humanitaire Zaken, eraan toe.
Informatieminister Madobe Nuunow Muhammad van de overgangsregering in Somalië deelt de bezorgdheid over de burgerslachtoffers, maar wijst elke verantwoordelijkheid af: “We zijn uiteraard bezorgd, maar de verantwoordelijkheid ligt bij de aanvallers die zich in burgerwijken verstoppen.” Muhammad roept de inwoners van de stad op geen hulp te bieden aan verzetsstrijders.
De Afrikaanse Unie werkt aan een plan om een Afrikaanse vredesmissie in Somalië te installeren. Die vredesmissie moet de Ethiopische troepen vervangen, die in december 2006 het land binnenvielen om de islamitische milities te verdrijven.