Het dilemma van de spaarlamp

Toch zijn er geen gezondheidsrisico’s, concludeerde de Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek (VITO) in een technische studie, al wordt aangeraden tenminste tien centimeter afstand tot de lampen te bewaren. Het kwikgehalte in spaarlampen is wel een reëler probleem. ‘Maar het is beheersbaar’, zegt de Bond Beter Leefmilieu.
Ten eerste moet het kwikgehalte in de lampen naar omlaag: Europa moet het maximum kwikgehalte verlagen naar twee milligram. Ten tweede kan kwik enkel vrijkomen bij een breuk. Toch blijven sommige milieuorganisaties –waaronder de Zero Mercury Working Group, een actiegroep tegen kwikgebruik in producten– bij hun standpunt over spaarlampen: de voordelen qua energiebesparing wegen niet op tegen de nadelen.
De critici stellen zich de vraag wat er zal gebeuren met de gebroken spaarlampen. De stipte burger zal gebroken lampen –volgens de terugnameplicht– wel netjes inleveren op het containerpark of bij lampenverkopers. Maar de burger die het minder nauw neemt, zal straks zijn lampen probleemloos tussen het huishoudelijk afval gooien, waardoor kwikdeeltjes kunnen vrijkomen. Vast staat dat de spaarlamp nu al een stevige groene concurrent heeft: de LED-lamp, die groener scoort dan de spaarlamp.