Hulporganisaties in Somalië staken werkzaamheden

Lokale ngo’s in Mogadishu hebben een Task Force opgestart, in een poging om dringende hulpmaatregelen te kunnen nemen voor de duizenden ontheemde inwoners. ‘De situatie is zo erbarmelijk, dat als er niets gebeurt, velen zullen sterven’, zegt Asha Sha’ur, een burgeractivist uit Somalië. ‘Wij doen een beroep op de internationale hulporganisaties om deze wanhopige mensen te helpen voor het te laat is.’

Doden tellen
Volgens Ali Sheik Yassin, vicevoorzitter van de Ehro (Elman Human Rights Organisation), zijn er sinds 8 mei 207 mensen omgekomen in de woelige hoofdstad. Op 22 mei alleen al zijn er minstens 59 mensen gedood, en dat zijn enkel diegenen die Ehro kon verifiëren. ‘Verschillende mensen zijn begraven op de plek waar ze zijn omgekomen’. Op 24 mei kwamen tijdens een zelfmoordaanslag zeven politiemensen om het leven.
Het geweld heeft tot gevolg dat Artsen Zonder Grenzen verplicht werd zijn poliklinisch ziekenhuis in het Yaaqshid district te sluiten. De organisatie belooft de instelling opnieuw te openen als er een minimale veiligheid bestaat. ‘Zelfs lokale ngo’s hebben schrik om iets te ondernemen door de onzekere veiligheidssituatie in de regio’, zegt een lokale humanitaire medewerker.

Plunderingen
Vorige week meldde Unicef, de VN-organisatie die instaat voor het welzijn van kinderen, dat haar gebouwen in Jowhar werden geplunderd door Al-Shababmilities.  Meer dan 50 000 zwaar ondervoedde kinderen en minstens   85 000 matig ondervoedde kinderen in zuid-centraal Somalië zijn het slachtoffer van de hindernissen in de aanvoer van voedingsmiddelen en geneesmiddelen.
De plunderingen van 17 mei resulteerde in de vernietiging van allerlei humanitaire goederen en apparatuur. “ De opslagplaats voor vaccins werd vernield waardoor duizenden doses mazelen-, polio- en andere vaccins vernietigd werden, die bestemd waren voor de Somalische kinderen’, zegt Unicef.
De nieuwe ontheemden leven in miserabele omstandigheden. ‘Velen onder hen hebben geen onderdak en delen kleine ruimtes met anderen, voedsel is amper voorradig’, aldus Sh’ur. Er moet dringend hulp komen in alle Somalische gebieden, maar de hulp voor deze groep mensen is het dringendst. Naast deze 60 000 nieuwe vluchtelingen zijn er ook nog een miljoen ontheemden door vorige gevechten.
Nasteho Osman, een 29-jarige alleenstaande moeder van vier kinderen, keerde op 18 mei terug naar de vluchtelingenkampen nadat ze er slechts een maand eerder was vertrokken. ‘Ik bevond me op de Bakara Markt toen de gevechten begonnen op 8 mei. Ik haastte me terug naar huis om te kijken of mijn kinderen ongedeerd waren’, aldus Osman. ‘Ik ben vertrokken met enkel datgene wat ik kon dragen, de rest heb ik achtergelaten. De situatie in de kampen verslechtert steeds bij slecht weer. We hebben slechts een kleine hut, die we enkel kunnen gebruiken om te schuilen. Als het regent kan niemand slapen.’