Jonge kinderen in Azië profiteren niet van hogere welvaart

De economische groei in de regio, aangevoerd door China, moet het mogelijk maken het eerste van de acht Millenniumdoelen van de Verenigde Naties te halen: het halveren van de armoede voor 2015. Dat stelt het rapport van de Ontwikkelingsbank, het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) en de Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Pacific (Escap)
“De meeste vooruitgang is geboekt op het gebied van armoede. De regio als geheel ligt ‘op schema’ als het gaat om de doelstelling de armoede te halveren voor 2015”, staat in het deze week gepubliceerde onderzoek ‘A Future Within Reach 2008’. De publicatie komt vlak voor een top die later deze maand bij de Verenigde Naties in New York wordt gehouden.
Het aantal mensen dat leefde van minder dan een dollar per dag, bedroeg 641 miljoen in 2004. In 1990 leefden nog 1,6 miljard mensen in absolute armoede. Vooral in Zuidoost-Azië en China verbeterde de situatie, blijkt uit het rapport.
Ondervoeding
De vooruitgang in Azië is echter niet gelijkmatig verdeeld over verschillende terreinen. In Zuidoost-Azië is een op de vier kinderen jonger dan vijf jaar oud, ondervoed. “Het gaat hier om een middeninkomenregio, terwijl het aantal kinderen met ondergewicht overeenkomt met het percentage in Afrika bezuiden de Sahara”, zegt Noeleen Heyzer, secretaris van Escap in Bangkok. “Dat is eenvoudigweg onacceptabel.”
Het aantal ondervoede kinderen in Zuid-Azië ligt hoger. Bijna 50 procent van de kinderen in Zuid-Azië heeft ondergewicht. Deze regio alleen telt meer dan de helft van alle ondervoede kinderen in de wereld. Wereldwijd hebben 140 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar oud gebrek aan goede voeding.
De ondervoeding wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door gebrek aan ‘exclusieve’ borstvoeding. Volgens het VN-Kinderfonds Unicef krijgt de helft van de kinderen in Azië en de regio van de Grote Oceaan niet voldoende borstvoeding gedurende de eerste zes maanden van hun leven. “Moeders zijn zich niet bewust van het belang van borstvoeding”, zegt Shantha Bloemen, woordvoerder van Unicef in Oost-Azië en de Pacific. “Ze mengen suiker met water en gebruiken dat om de kinderen te voeden. Als daarbij vervuild water wordt gebruikt, kan dat diarree tot gevolg hebben.”
De vrouwen zouden zich ook laten beïnvloeden door reclame van bedrijven die vervangers voor borstvoeding op de markt brengen, zoals poedermelk, zegt Bloemen. Azië zou in trek zijn bij die bedrijven, omdat het om een groeimarkt gaat.
De economische aantrekkingskracht van de steden leidt er daarnaast toe dat vrouwen van het platteland naar de stad trekken om werk te vinden. Daardoor zijn ze niet altijd in staat om borstvoeding te geven. Die situatie doet zich vooral voor in landen als Thailand, Indonesië en de Filipijnen.
In 2000 spraken de wereldleiders af voor 2015 een aantal ontwikkelingsdoelen te halen. Behalve het halveren van de armoede, wordt onder meer gestreefd naar basisonderwijs voor iedereen, gendergelijkheid om de positie van vrouwen te verbeteren en het verminderen van de kinder- en moedersterfte.