Jordanië sluit grenzen voor Iraakse vluchtelingen
Irakezen zijn niet meer welkom in Jordanië. Samen met Syrië was Jordanië het laatste land dat nog grote aantallen Irakese vluchtelingen opnam. Maar nu moeten veel nieuwkomers rechtsomkeer maken aan de Jordaanse grens.
Dahr Jamail and Ali al-Fadhily . 30 januari 2007
“Ik werd vorig jaar in Jordanië geopereerd aan mijn oog”, vertelt Ahmad Khalaf, een 62-jarige man uit Saqlawiya, 62 kilometer ten westen van Bagdad. “Mijn oogarts zag dat de ingreep mislukt was en stuurde me terug. Maar ik mocht de grens niet meer over. Mijn medisch dossier en de brief van het ziekenhuis in Amman maakten geen indruk op de ambtenaren aan de grens. Uitleg gaven ze niet.”
De voorbije weken kregen tienduizenden Irakezen op dezelfde manier het deksel op de neus. Veel Irakezen geloven dat Jordanië de grens heeft gesloten na de terechtstelling van Saddam Hoessein op 30 december. De Iraakse regering zou daarom gevraagd hebben.
Het werd al maanden steeds moeilijker om vanuit Irak Jordanië binnen te raken. “Het begon met het bezoek van premier Nouri al-Maliki aan Jordanië vorig jaar”, zegt een groentehandelaar die zijn waren meestal uit Jordanië importeert. “Daarna werd de helft van de mensen die de grens probeerden over te steken, teruggestuurd. Na het bezoek van de (Iraakse binnenlandminister) Jawad Bolani eind vorig jaar mocht bijna 95 procent het land niet meer in.”
In de loop van vorig jaar sloot Jordanië zijn grens al voor Iraakse mannen tussen 17 en 35 en ook voor de groeiende stroom van Palestijnse vluchtelingen. Die stonden in Irak onder bescherming van Saddam Hoessein, maar worden nu op de korrel genomen door sjiitische doodseskaders.
De VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR schat dat er elke maand 100.000 Irakezen wegtrekken uit hun land. In Jordanië leven volgens de organisatie 700.000 Irakezen, in Syrië 600.000. Veel experts geloven dat de werkelijke aantallen nog veel hoger liggen. De UNHCR denkt dat er in Irak zelf ook nog eens 1,5 miljoen mensen ontheemd zijn.
Het arme Jordanië, dat maar zes miljoen inwoners telt, kreunt onder de massale aanwezigheid van Irakese vluchtelingen. Vooral scholen en ziekenhuizen kunnen de toestroom van nieuwe leerlingen en patiënten niet aan.
“Ons kleine land kan niet nog meer Irakezen binnenlaten”, zegt Ahmad Trawne, een 30-jarige Jordaniër uit Amman. “We voelen mee met onze Iraakse broeders, maar nu zijn ze een last voor ons arme land.”
De Jordaniërs klagen dat rijke vluchtelingen de prijzen de hoogte in jagen. Voor veel Jordaniërs zijn huizen onbetaalbaar geworden in het centrum van Amman. In sommige wijken kosten huizen nu drie keer meer dan in het begin van 2006. De prijzen van levensmiddelen en veel diensten zijn ook fors gestegen.
Veel Irakezen vinden dat Jordanië de morele plicht heeft om vluchtelingzen binnen te laten. “Dit land is gebouwd met ons geld”, zegt een 60-jarige leraar uit Irak. “Saddam gaf de Jordaniërs gratis olie en opende de grenzen voor hen. En nu mogen wij hier niet meer binnen. We vragen geen financiële steun - alle Irakezen brengen zelf geld mee. Velen hebben hun bezittingen in Irak verkocht zodat ze hier waardig zouden kunnen leven.”
Irakezen die worden tegengehouden aan de grens met Jordanië, moeten meteen de lange terugweg aanvatten. Er zijn geen hotels bij de grens. Onderweg moeten ze overnachten op de parkings van snelwegrestaurants - ‘s nachts rijden is dom omdat argwanende Amerikaanse patrouilles het vuur kunnen openen op alles wat beweegt.
In Irak zelf wordt de situatie van de 1,5 miljoen ontheemden steeds nijpender. Het UNHCR zegt dat de hulporganisaties in het land zoveel mensen niet kunnen bijstaan. Zelf zijn veel interne vluchtelingen en de gemeenschappen waar ze opgevangen worden stilaan door hun geld en voorraden heen. Volgens de VN-organisatie dreigt er een humanitaire crisis die erger is dan de hulporganisaties bij het begin van de invasie van 2003 voorspelden.
De voorbije weken kregen tienduizenden Irakezen op dezelfde manier het deksel op de neus. Veel Irakezen geloven dat Jordanië de grens heeft gesloten na de terechtstelling van Saddam Hoessein op 30 december. De Iraakse regering zou daarom gevraagd hebben.
Het werd al maanden steeds moeilijker om vanuit Irak Jordanië binnen te raken. “Het begon met het bezoek van premier Nouri al-Maliki aan Jordanië vorig jaar”, zegt een groentehandelaar die zijn waren meestal uit Jordanië importeert. “Daarna werd de helft van de mensen die de grens probeerden over te steken, teruggestuurd. Na het bezoek van de (Iraakse binnenlandminister) Jawad Bolani eind vorig jaar mocht bijna 95 procent het land niet meer in.”
In de loop van vorig jaar sloot Jordanië zijn grens al voor Iraakse mannen tussen 17 en 35 en ook voor de groeiende stroom van Palestijnse vluchtelingen. Die stonden in Irak onder bescherming van Saddam Hoessein, maar worden nu op de korrel genomen door sjiitische doodseskaders.
100.000 vluchtelingen per maand
De VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR schat dat er elke maand 100.000 Irakezen wegtrekken uit hun land. In Jordanië leven volgens de organisatie 700.000 Irakezen, in Syrië 600.000. Veel experts geloven dat de werkelijke aantallen nog veel hoger liggen. De UNHCR denkt dat er in Irak zelf ook nog eens 1,5 miljoen mensen ontheemd zijn.
Het arme Jordanië, dat maar zes miljoen inwoners telt, kreunt onder de massale aanwezigheid van Irakese vluchtelingen. Vooral scholen en ziekenhuizen kunnen de toestroom van nieuwe leerlingen en patiënten niet aan.
“Ons kleine land kan niet nog meer Irakezen binnenlaten”, zegt Ahmad Trawne, een 30-jarige Jordaniër uit Amman. “We voelen mee met onze Iraakse broeders, maar nu zijn ze een last voor ons arme land.”
Huizen onbetaalbaar
De Jordaniërs klagen dat rijke vluchtelingen de prijzen de hoogte in jagen. Voor veel Jordaniërs zijn huizen onbetaalbaar geworden in het centrum van Amman. In sommige wijken kosten huizen nu drie keer meer dan in het begin van 2006. De prijzen van levensmiddelen en veel diensten zijn ook fors gestegen.
Veel Irakezen vinden dat Jordanië de morele plicht heeft om vluchtelingzen binnen te laten. “Dit land is gebouwd met ons geld”, zegt een 60-jarige leraar uit Irak. “Saddam gaf de Jordaniërs gratis olie en opende de grenzen voor hen. En nu mogen wij hier niet meer binnen. We vragen geen financiële steun - alle Irakezen brengen zelf geld mee. Velen hebben hun bezittingen in Irak verkocht zodat ze hier waardig zouden kunnen leven.”
Geen hotels
Irakezen die worden tegengehouden aan de grens met Jordanië, moeten meteen de lange terugweg aanvatten. Er zijn geen hotels bij de grens. Onderweg moeten ze overnachten op de parkings van snelwegrestaurants - ‘s nachts rijden is dom omdat argwanende Amerikaanse patrouilles het vuur kunnen openen op alles wat beweegt.
In Irak zelf wordt de situatie van de 1,5 miljoen ontheemden steeds nijpender. Het UNHCR zegt dat de hulporganisaties in het land zoveel mensen niet kunnen bijstaan. Zelf zijn veel interne vluchtelingen en de gemeenschappen waar ze opgevangen worden stilaan door hun geld en voorraden heen. Volgens de VN-organisatie dreigt er een humanitaire crisis die erger is dan de hulporganisaties bij het begin van de invasie van 2003 voorspelden.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Analyse
-
Column
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws