Kritiek op het snelle ontslag van CNN-medewerkster

Zondag schreef Nasr op haar Twitterpagina dat ze “bedroefd was te horen over de dood van Sayyed Mohammed Hussein Fadlallah… Eén van Hezbollah’s groten, waarvoor ik veel respect heb.” Fadlallah steunde aanvankelijk zelfmoordaanslagen als een manier van verzet tegen de bezetting van Libanon, maar had later kritiek op Hezbollah voor de te nauwe banden met Iran.
Nasr probeerde in een latere post haar woorden te verduidelijken en bandrukte dat ze respect had over Fadlallah’s inzet voor de vrouwenrechten. Maar die uitleg kwam te laat en Nasr werd na vijftien jaar trouwe dienst ontslagen.
Joodse lobbygroepen en rechtse media en blogs zijn blij met haar ontslag. “Fadlallah was door de Amerikaanse overheid bestempeld als terrorist , hij steunde verschillende terroristische operaties”, stelt de joodse Anti-Defemation League in een verklaring. “Het is duidelijk ongepast voor een CNN-journalist om zo’n partijdig standpunt in te nemen”. Daniel Halper van het neoconservatieve tijdschrift Weekley Standard doet er een schepje bovenop: “Hoe vierde Nasr de Amerikaanse feestdag op 4 juli? Door te rouwen over het overlijden van Hezbollah’s Fadlallah.”

Kritiek

Maar andere journalisten en organisaties drukken hun bezorgdheid uit over de snelheid waarmee CNN Nasr ontslagen heeft. Ze spreken over twee maten en twee gewichten. “De zender, die met Wolf Blitzer al vijftien jaar een voormalig medewerker van de joodse lobbygroep Aipac tewerk stelt als belangrijkste nieuwsanker, wil ons nu doen geloven dat Nasrs geloofwaardigheid aangetast is”, schrijft Glenn Greenwald van tijdschrift Salon in een artikel. Greenwald denkt dat Nasr ontslagen is omdat ze het “neoconservatieve rechtse kamp” op de tenen getrapt heeft door haar spijt uit te drukken over de dood van een “diep complex figuur”.
Veel waarnemers en journalisten zijn het met zijn mening eens. Peter Hart van Fairness & Accuracy in Reporting (FAIR), een mediawaakhond, merkt op dat er voorheen nooit kritiek geweest is op de objectiviteit van Nasr, dus dat de oorzaak daar niet moet gezocht worden. “Het echte probleem is dat ze iets gezegd heeft dat enkele erg machtige mensen niet zint, en dat was haar fout.”
“Talrijke Amerikaanse journalisten hebben ‘respect’, en soms gewoon bewondering, getoond voor internationale figuren die veel meer bloed aan de handen hadden dan Ayatollah Fadlallah, waaronder Mao Zedong, Ariel Sharon, de sjah van Iran en zelfs Kim il Sung, maar dat kostte ze hun baan niet”, schrijft ook Stephen Walt, hoogleraar Internationale Relaties aan de Harvard University.
Volgens sommige waarnemers is de oorzaak te zoeken in het feit dat Nasr zich niet wilde conformeren aan het beeld van terrorist dat rechtse media in de VS van Fadlallah ophingen.