Latijns-Amerikaanse landen willen unie zonder VS

De leiders van de meeste Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen zijn in Cancún samengekomen voor de jaarlijkse top van de Riogroep. Die werd tijdens de Koude Oorlog opgericht als tegengewicht voor de VS-gedomineerde Organisatie van Amerikaanse Staten (OEA). De Riogroep heeft echter geen vaste zetel of secretariaat, ze vergaderen elk jaar op een andere plaats in één van de lidstaten.
Het voornemen om een andere organisatie op te richten werd al gelanceerd tijdens de top in het Braziliaanse Bahía in 2008. In Cancún wordt het voorstel verder geconcretiseerd.
‘Het is een uitgelezen mogelijkheid om een ruimte te creëren die alle Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen groepeert’, vertelde de Mexicaanse president Felipe Calderón op de top. ‘Een ruimte die de eenheid en de identiteit van onze regio bevestigt en die nieuwe mogelijkheden opent voor onze ambities met betrekking tot ontwikkeling. Die onze democratische processen bevestigt en verdiept en die de vrijheden van iedereen versterkt.’

VS niet welkom

Calderón krijgt bijval van de andere leiders die op de top aanweizg zijn. Zijn Boliviaanse evenknie, Evo Morales, legde in een interview aan teleSUR uit waarom het noodzakelijk is dat de VS niet geïnviteerd worden. Hij verwees daarbij nadrukkelijk naar de situatie in Honduras.
‘Waar Amerikaanse basissen zijn, wordt de democratie niet gerespecteerd. Waar er imperium heerst, met zijn politieke afpersers en zijn voorwaarden, daar is geen ontwikkeling van het land en bovenalles is er geen sociale vrede. Een organisatie zonder de VS zorgt ervoor dat we op die manier onze Latijns-Amerikaanse en Caraïbische dorpen kunnen bevrijden.’
De nieuw op te richten organisatie zou de zoveelste zijn op het Amerikaanse continent. Met Unasur, Mercosur, ALBA, CAN en de oorspronkelijk OEA zijn al vijf grote organisaties actief. Toch is volgens Morales de nieuwe organisatie nodig.
‘Organisaties zoals de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (Unasur) of de Andesgemeenschap (CAN) vertegenwoordigen maar bepaalde (kleine) regio’s. We hebben een organisatie nodig die de Zuid- en Midden-Amerikaanse alsook de Caraïbische landen vertegenwoordigt.’