Lokale bevolking protesteert tegen grootschalige mijnbouw in Ecuador

De demonstratie wordt georganiseerd door de Conferentie van Inheemse Nationaliteiten van Ecuador (Confederación de Nacionalidades Indígenas de Ecuador, CONAIE) en gaat van start in El Panguí, in de Amazoneprovincie Zamora Chinchipe. Aanleiding van de protesten is de kopermijn van Mirador in Zamora Chinchipe, die in concessie is gegeven aan Ecuacorriente, een filiaal van het Canadese Corriente Resources. De beweging bestond aanvankelijk uit achthonderd mensen, en onderweg sloten nog vierhonderd mensen zich aan bij de protestmars.

Impact op bevolking en milieu

De Mirador mijn zou het eerste grootschalige mijnbouwproject in Ecuador zijn. President Rafael Correa tekende aan het begin van vorige week een contract met Ecuacorriente. “Er is hier altijd kleinschalige mijnbouw geweest, maar tot nu toe was er nergens in Ecuador grootschalige  mijnbouw”, zegt Paúl Palacios, hoofd van het provinciaal kantoor voor milieubeleid. “Met het contract wil de regering van President Rafael Correa grootschalige mijnbouw uitbouwen, zonder een plan voor het management van grondstoffen. Wij zijn een land van grondstoffen. Dat zorgt ervoor dat we onze onderontwikkeling niet kunnen overwinnen.” In de loop van de komende jaren zijn nog vier andere mijnprojecten gepland.

De demonstranten en lokale overheidsvertegenwoordigers in Zamora vrezen voor de sociale, culturele en milieu impact van de mijn. De mijn is gelegen in een bergachtig gebied aan de grens met Peru, bekend als Cordillera del Cóndor. Ook aan de andere kant van de grens, in Peru, werd al door de bevolking geprotesteerd tegen de uitbouw van de mijnindustrie.

Eén gemeenschap moest al wijken voor het Mirador mijnproject van Ecuacorriente. De lokale overheidsvertegenwoordigers vrezen ook dat stijging in bevolkingsaantallen in de regio naar aanleiding van de mijn, ook een sterke stijging in misdaadcijfers, druggebruik en prostitutie met zich mee zal brengen.

Groeiend protest

Mijnbouw en watervraagstukken zijn het middelpunt van het groeiende protest in Latijns-Amerika de voorbije jaren. Vorige maand stapten kleine boeren en lokale overheidsvertegenwoordigers van gemeenschappen in Cajamarca, in het noorden van Peru, naar de hoofdstad Lima om de constructie van een grootschalige goudmijn in een bergachtig gebied tegen te houden.

De inheemse beweging in Ecuador was een sterke politieke kracht in de jaren 1990. Landelijke protesten van inheemse organisaties leidden toen tot de val van de regeringen van presidenten Abdala Bucarám in 1997 en Jamil Mahuad in 2000. De beweging verzwakte door de instorting van een alliantie met voormalig president Lucio Gutiérrez, die betrokken was bij de verdrijving van Mahuad en in 2002 tot president werd verkozen.

Eerder in MO* Magazine verscheen een artikel over de plannen van Ecuador om grootschalige mijnbouw te promoten.