"Migranten belangrijker dan ooit voor toekomstige groei rijke landen" (Oeso)

Migranten en vooral jonge buitenlanders werden extra hard getroffen door de achteruitgang van de werkgelegenheid in de rijke landen. Veel mannelijke migranten werken in sectoren die zware klappen kregen, zoals de bouwnijverheid en de horeca. Opmerkelijk is dat er in sommige landen nu een groter aandeel van de migrantenvrouwen aan het werk is – een reactie op het banenverlies bij mannelijke kostwinners. Alleen in België en Hongarije is de werkloosheid onder vrouwelijke immigranten sterker gestegen dan onder de mannelijke immigranten.

Verscherping

Van de Europese landen waren Spanje, Duitsland en het Verenigd
Koninkrijk in 2008 belangrijke bestemmingslanden. In Spanje en het Verenigd Koninkrijk kregen migranten voor het begin van de crisis volop kansen om aan de slag te gaan. In andere landen vertegenwoordigde gezinsmigratie het grootste deel van de instroom – vooral omdat er sterkere beperkingen gelden op arbeidsmigratie. De crisis heeft veel landen hun toelatingsbeleid doen verscherpen. In Spanje en Ierland kunnen werkloze migranten hun tijdelijke vergunningen niet meer vernieuwen. Spanje, Japan en Tsjechische Republiek begeleiden migranten bij hun terugkeer. Italië, Zuid-Korea, Spanje en Australië verlaagden bepaalde migratiequota.
De Oeso roept haar lidstaten op migranten die hun baan verliezen dezelfde rechten en begeleiding te geven als hun eigen burgers. Dat is niet meer dan rechtvaardig, want in goede tijden dragen migranten bij tot economische groei.  Maar het is ook verstandig met het oog op de vergrijzing. Als de migratie de komende jaren niet sneller gaat, zal de beroepsbevolking in de Oeso-landen de komende tien jaar maar met 1,9 procent groeien. Tussen 2000 en 2010 name de beroepsbevolking in de rijke landen nog met 8,6 procent toe.
Veel rijke landen redden het gewoon niet zonder migranten. Enkel in Frankrijk, de Verenigde Staten en Nieuw Zeeland was tussen 2003 en 2007 natuurlijke groei nog de voornaamste oorzaak van de bevolkingstoename. In Zuid-Europa, Oostenrijk en de Tsjechische Republiek zorgde migratie voor ongeveer 90% van de bevolkingstoename.
De rijke landen hebben zelfs migranten nodig om de vraag naar hoopopgeleide werknemers te blijven dekken. Landen met een aantrekkelijk hoger onderwijs hebben het daarmee het makkelijkst. De Oeso berekende dat 15 tot 35 procent van de buitenlandse studenten die in de rijke landen komt studeren, na afloop van die studies blijft werken in het gastland. De belangrijkste landen die buitenlandse studenten aantrekken zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Australië.