Milieuschade drijft dodental Stan op

Stan was wat betreft omvang niet te vergelijken met de orkaan Katrina, maar richtte toch veel schade aan. Dat komt omdat de tropische storm zo lang over Midden-Amerika bleef hangen. De regen kwam ook na de doortocht van de orkaan afgelopen weekend deze week nog bij bakken uit de hemel. Het water vormde moordende modderstromen, vooral op plaatsen waar er weinig planten, bossen, struiken of andere bodemvegetatie aanwezig was.

Zelfs zonder een grondige evaluatie kunnen we met zekerheid zeggen dat de zwaarst getroffen zones het ergst te lijden hadden onder ontbossing en erosie, zegt Julio Calderón van het Mexicaanse bureau van de VN-milieuorganisatie UNEP. De meeste doden vielen in huizen die bedolven werden onder de modderstromen die ontstonden door het zware weer.

De autoriteiten in Guatemala legden het dodentol vast op 79, die in El Salvador meldden 62 doden, Nicaragua 11 en Mexico negen. Stan heeft zo’n 80.000 mensen dakloos gemaakt. In de getroffen gebieden is de noodtoestand afgekondigd.

De helft van de daklozen bevinden zich in de zuidelijke deelstaat Chiapas, aan de grens met Guatemala. Volgens Greenpeace is de schade daar zo groot omdat grote stukken bos en mangroves er verdwenen zijn. De milieugroep stelt dat 76 procent van het originele woud in Chiapas is verdwenen of uitgedund.

Mexico, Belize, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama hebben sinds juni al honderden burgers verloren als gevolg van orkanen. Het orkaanseizoen houdt nog twee maanden aan. Daarna koelt het water in de oceanen weer voldoende af en blijven de tropische stormen uit.

Volgens UNEP doen de Midden-Amerikaanse landen hun best om de slachtoffers tot een minimum te beperken: elk land heeft nu een preventie- en alarmsysteem. Maar de bevolking blijft erg kwetsbaar voor natuurrampen omdat ze zo arm is. (MM)