Noodtoestand in bauxietland

Hoewel Guinee ‘s werelds grootste bauxietproducent is, behoort het door wanbestuur en dictatuur tot de armste landen van de wereld. Het West-Afrikaanse land haalt zelden de voorpagina’s van de internationale media. Een gebeurtenis die wel wat aandacht kreeg, was demoord op 150 mensen en de verkrachting van 150 vrouwen door soldaten van het militaire bewind van Dadis Camara. Dat gebeurde tijdens een politieke bijeenkomst op 28 september 2009 in de hoofdstad Conakry. De moordpartij was voor de internationale gemeenschap de druppel die de emmer deed overlopen. Om internationale isolatie te voorkomen, zag Guinee zich verplicht democratische verkiezingen te organiseren.

De verkiezingen vonden plaats op 27 juni 2010. Omdat geen van de partijen de benodigde vijftig procent van de stemmen haalde, was een tweede ronde vereist. Die ging tussen voormalig premier Cellou Dalein Diallo en oppositieleider Alpha Condé. Acht dagen na de tweede ronde maakte de verkiezingscommissie onverwacht bekend dat Alpha Condé met 52 procent van de stemmen de verkiezingen had gewonnen. Nochants haalde hij in de eerste ronde maar 18 procent van de stemmen, in vergelijkingmet 44 procent voor Diallo.

De Peul, die het merendeel van de aanhangers van Diallo vormen, verdenken de junta onder leiding van generaal Sékouba Konaté ervan de uitslag te hebben beïnvloed in het voordeel van Condé. Zowel Konaté als Condé zijn immers Malinké. Inmiddels heeft het militaire bewind de noodtoestand afgekondigd. Volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International werden in de dagen na de bekendmaking van de verkiezingsuitslag meer dan tien jongeren door de overheid doodgeschoten.