Peru raadpleegt inheemse bevolking bij olieontginning

Inheemse leiders vertrouwen de aankondiging niet. De schadelijke gevolgen van veertig jaar oliewinning in Loreto zijn daarvoor nog te zichtbaar. “De staat heeft ons genegeerd en heeft van de bedrijven niet geëist dat ze zich aan de regels hielden”, zegt  David Chino, ondervoorzitter van de Inheemse Quechua-federatie van Pastaza.

Chino was eind vorige maand in Lima, samen met drie andere inheemse leiders uit de regio, om er te praten met vertegenwoordigers van parlement en regering. Daarbij werd overeengekomen dat er een raadpleging komt voordat het contract wordt ondertekend. Hoe dat georganiseerd zal worden, is nog niet bekend.

Conventie 169

Het zou de eerste keer zijn dat Peru conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) toepast. De conventie verplicht landen om inheemse volken te beschermen en te raadplegen over projecten die hun ontwikkeling en habitat aanbelangen. Peru ratificeerde de conventie al in 1994, maar het parlement zette dat pas in augustus vorig jaar in een wet om.

Deze week gaan technici van de overheid de regio bezoeken om te schade te evalueren. Een rapport dat een parlementaire werkgroep in juli opstelde, zegt dat sommige zones zo zwaar vervuild zijn door de olie dat herstelmaatregelen geen zin hebben.

“De kieuwen van de vissen zijn zwart, ze zitten vol met olie. We eten op zijn minst een kilo vis per dag. Als het regent, treden de vervuilde rivieren buiten hun oevers, alles loopt onder, de bodem, de bossen”, zegt Alfonso Lopez, voorzitter van de Cocama-vereniging voor de Ontwikkeling en het Behoud van San Pablo de Tipishca.

“Het lijkt ons goed dat er een raadpleging wordt gehouden. Maar hoe gaan ze op korte termijn herstellen wat ze in veertig jaar hebben nagelaten?” vraagt Achuar-leider Andrés Santi zich af.