Postbode of commerçant?

Er is veel meer buitenland dan binnenland, zeker voor een klein land als het onze. Maar als je afgaat op het nieuws, zou je dat beslist niet zeggen, niet in de beeldpers maar ook niet in de geschreven pers. In een steeds meer globaliserende samenleving is dat een vreemde vaststelling. Voor De Wereld Morgen is het een reden om – in het kader van deze extra editie over beeldvorming – enkele specialisten in buitenlandse verslaggeving rond de tafel te brengen.
Alleen bij grote rampen in het buitenland – en zeker wanneer daar westerse slachtoffers bij zijn – durft de balans in journaals en kranten wel eens over te hellen naar buitenlands nieuws. Nogal wat mensen wijten dat aan de commerciële belangen die het – voornamelijk westers nieuws – bepalen.
Peter Dhondt (IPS) relativeert: “De Morgen brengt wekelijks een extra katern met buitenlands nieuws dat normaal niet aan bod komt. Ook Metro besteedt – tegen alle verwachtingen in – veel aandacht aan buitenlands nieuws. En juist door de globalisering nemen kranten op hun economiepagina’s en zelfs hun binnenlandpagina’s meer buitenlandse items op. De wereld bepaalt immers wat hier gebeurt. Ik vind wel dat de VRT bijvoorbeeld steeds minder aandacht besteedt aan buitenlands nieuws.”

Flutjes-buitenlandniews
Daar is Peter Verlinden (hoofd buitenlandredactie VRT-nieuwsdienst) het niet mee eens. Uit onderzoek blijkt immers dat het buitenlands nieuws de voorbije vijf jaar constant 20% van het VRT-journaal inneemt, sport en faits divers niet inbegrepen. “Wat wel verandert is de plaats van dat nieuws. De plaats van nieuwsitems in het journaal hangt natuurlijk af van de actualiteit en andere gebeurtenissen, maar toch heb ik heb het gevoel dat het de laatste tijd moeilijker is om wat wij catalogeren als ‘het halve nieuws’ te plaatsen binnen het journaal. Een verklaring van Bush over Irak is bijvoorbeeld net niet belangrijk genoeg om vooraan te zetten maar te belangrijk om naar achter te schuiven.”
Axel Buysse (ex-hoofd buitenland-redactie De Sandaard) ziet precies daardoor ‘gaten’ in de berichtgeving ontstaan. Nieuwsflashes die een evolutie in een bepaald dossier aantonen, blijven vaker achterwege. Gebrek aan vorming voor journalisten is een reden. Buysse: “Toen ik in 1983 bij de krant begon, kreeg ik bijna carte blanche om de gebieden die mij waren toegewezen, grondig te verkennen. Ik mocht jaarlijks twee, drie keer naar ex-Joegoslavië, en drie keer naar centraal en zuidelijk Afrika. Die ruimte bestaat niet meer, waardoor journalisten geen grondige achtergrondkennis meer kunnen opbouwen. Door gebrek aan mankracht moeten zij van het ene op het andere item springen. Anderzijds zijn de verwachtingen gegroeid en de financiën relatief gedaald. Het eindresultaat zou wel eens kunnen zijn dat de buitenlandredacties noodgedwongen flutjesbuitenlandnieuws brengen. En dat is uiteraard nefast voor beeldvorming.”

Broodnodig venster
Bovendien, aldus Peter Verlinden, komen steeds meer media-managers niet meer uit de ‘journalistenmarkt’ maar uit economische kringen. Snel-heid en opbrengst worden daardoor steeds belangrijker.
Volgens Koen Vidal (buitenlandredac-teur De Morgen) bemoeilijkt dat de continuïteit in het nieuws: “Ons buitenlands nieuws bestaat meestal uit flashpoints, waarbij je zowel een nieuwsfeit moet brengen als het kader errond. Neem het Internationaal Strafhof. Telkens opnieuw moet je uitleggen wat dat juist betekent.” Hij is het ermee eens dat bepaalde items veel te weinig in de kijker komen, maar men mag de macht van de markt niet teveel als een dooddoener gebruiken. “Journalisten hebben een individuele verantwoordelijkheid. Zij zijn het die bepaalde reportages wél in de running moeten krijgen. Dat buitenlands nieuws niet ‘verkoopt’ geloof ik niet. Er is wel degelijk een publiek dat interesse heeft in grondige buitenlandse berichtgeving.”
Als culturele buitenstaander merkt freelance journalist George Kamanayo daar niet veel van, hij ziet veeleer een soort zelfgenoegzaamheid bij de Vlaming: pers en publiek zijn niet meer gericht op de buitenwereld. “Wat hier gebeurt is belangrijk,” zegt Kamanayo, “wat zich verder weg afspeelt, is de bekende ver-van-mijn-bed-show. En wat aan buitenlands nieuws doorsijpelt, wordt aan de Vlaming gekoppeld om alles ‘begrijpelijker’ te maken. Maar daardoor wordt de Vlaming juist dommer gemaakt en gaat dat broodnodige venster op de wereld dicht.”

Bruggen bouwen
Peter Verlinden nuanceert dat. Als er trucs zijn om de Vlaming voor internationaal nieuws te interesseren, moet je die volgens hem ook gebruiken – zonder die Vlaming uiteraard in het centrum van het dossier te plaatsen. “In Bukavu interviewde ik een vrouw, die een verschrikkelijk verhaal te vertellen had. Op een bepaald moment echter wees ze naar mijn huid en zei: “Jij bent wit, ik zwart, maar het bloed dat in onze lichamen vloeit heeft dezelfde rode kleur.” Daarmee legde zij een duidelijke link naar de mensen hier. Had die vrouw gewoon haar verhaal verteld, dan was de afstand veel groter gebleven.”
De Standaard kreeg van een mediaconsultant het verwijt dat zijn buitenlandse berichtgeving ‘niet exotisch genoeg’ was. Axel Buysse gruwt van die trend om alles in gemakkelijk verteerbare verhalen te steken: “Je mag niet verglijden in al te gemakkelijke procédés. Bruggen bouwen is belangrijk maar je mag dat niet tot in het oneindige doen. Het publiek moet zelf ook moeite doen om iets te kunnen begrijpen.”
De allochtonen. Wat hen betreft lijkt de vraag niet zozeer hoeveel nieuws we brengen, maar wel welk nieuws.

George Kamanayo: De allochtonen vormen een groep van pakweg 20% van de totale Belgische bevolking waarover België doet alsof die niet bestaat. Als allochtonen in de picture komen, is dat binnen een conflictsfeer of in de vorm van een type ‘Abou Jahjah’. Maar over het overgrote deel allochtonen dat probeert te integreren en gewoon belastingen betaalt, hoor je niets. Ik begrijp dat het voor journalisten moeilijk is om zo’n heterogene groep te duiden. Een goede journalist moet echter als een chirurg te werk gaan en goede verhalen brengen die een correcte weergave zijn van de Belgische samenleving.
Peter Verlinden: Je moet de dingen realistisch bekijken: de opdracht van het VRT-journaal is niet om een evenwichtige weergave te brengen van wat er zich die dag in de samenleving heeft afgespeeld. Wat wij brengen in het journaal – tenslotte niet meer dan een voorpagina van een krant – is alles wat juist afwijkt van het normale. Het feit dat er inderdaad heel veel mensen van allochtone afkomst zijn die een perfect normaal, goed georganiseerd leven leiden, is geen nieuwsitem voor het tv-journaal.

Qua beeldvorming blijft echter het probleem: je focust op de criminaliteit. De link met armoede breng je echter nooit.

PV: Dat is inderdaad zo, maar het is niet de opdracht van het journaal om dat verhaal te brengen. Die opdracht ligt veeleer bij programma’s als Terzake. Helaas worden die niet zo massaal bekeken als het journaal.
Koen Vidal: Soms vragen mensen mij ook eens een positief verhaal over Afrika te brengen. Maar dat is een fout vertrekpunt, menselijke verhalen hebben dikwijls zowel een negatieve als een positieve zijde. Het is gewoon kwestie van goed luisteren en proberen die gêne tegenover menselijke miserie of taboes over migranten overboord te gooien.
GK: Op politiek niveau is er veel terughoudendheid ten opzichte van allochtonenthema’s, wellicht uit angst voor electorale gevolgen. En soms lijken de media daarin mee te gaan. Zo vind ik het vreemd dat de integratiedebatten, de migrantenthema’s nu weer volop woeden, terwijl er vier jaar geen woord aan werd verspild. Zouden de naderende federale verkiezingen daarmee te maken hebben?
PV: De wetten van de media bepalen wat in de actualiteit komt, hoe zwak of fout ze ook zijn. Abou Jahjah bijvoorbeeld praat goed, heeft schitterende oneliners, oogt expressief. En dat is zuiver journalistiek niet te onderschatten. Jahjah is een nieuw, interessant fenomeen. We weten wel dat hij niet de stem is van de allochtone gemeenschap, dat we daarmee moeten opletten – maar hij is boeiend.”
GK: Het zwakke daaraan is dat men zo iemand op het scherm brengt om beter te kunnen scoren in kijkcijfers…
PV: Akkoord, maar zelfs zonder de normen van de kijkcijfers die de openbare omroep opgelegd krijgt, zou ik nog de plicht voelen om een groot publiek te bereiken. Anders word je een DWM of een Wereldwijd, waar ik het grootste respect voor heb, maar die bladen preken voor de eigen kerk en bereiken niet het grote publiek. Wij moeten voor de massa werken.

Maar die massa bestaat voor 10 à 20 % uit mensen van allochtone oorsprong!

GK: Precies. De VRT zou zich moeten vergelijken met een postbode. Mijn brievenbus is vijf meter verder verwijderd van de straat dan die van mijn buurman. Maar elke inwoner van België heeft evenveel recht op postbedeling en dus zal de postbode meer moeite moeten doen om mijn krant te bezorgen.
PV: Er zijn inspanningen geweest om de allochtonen te bereiken, met aparte programma’s waarvan de kijkcijfers teleurstellend waren. Maar het is niet gemakkelijk om de allochtone kijker te bereiken, omdat die vaak op zijn eigen culturele achtergrond is gericht.

Bestaan er binnen redacties codes voor taalgebruik? Over wie heeft een krant het als ze ‘vijf illegalen’ schrijft? De letterlijke betekenis van ‘illegaal’ is niet zo fraai.

PV: De VRT hanteert inderdaad richtlijnen voor de nuances in taalgebruik: wat is het correcte gebruik van benamingen als illegaal, vluchteling, erkende vluchteling, niet-erkende…? Maar ook hier spelen de wetten van de media, en die wetten draaien om snelheid, eenvoud, duidelijkheid. Spreken over vijf illegalen is eenvoudiger dan over een groep waarvan de ene een niet erkende vluchteling is, de andere een erkende asielzoeker… Daardoor creëer je een verwrongen taalgebruik, en er hangt zo snel een taboesfeertje aan.
KV: Je kunt ‘migranten’ toch moeilijk ‘mensen op verplaatsing’ gaan noemen! Waar ben je dan mee bezig, daar draait het debat toch niet rond?

Dragen media een maatschappelijke verantwoordelijkheid? En is dat dan niet moeilijk in een mediawereld die enorm westers en commercieel georiënteerd is?

KV: Ik voel als journalist van De Morgen niet de minste druk van commerciële belangen of dergelijke.
Peter Dhondt: Nochtans besteedde De Morgen enorm veel aandacht aan één jaar 11 september, toch een gevolg van de enorme media-aandacht van de grote persagentschappen. De reportages en stukken over New York, in pure emostijl, duwden de top van Johannesburg en de daaraan gelinkte reeks over duurzame ontwikkeling volledig naar de achtergrond. En die top draait om veel meer mensen dan.
KV: 11 september hebben we niet gebracht omwille van die drieduizend Amerikaanse doden, wel omdat het een mijlpaal is met een enorme impact op onze samenleving en op de wereldorde. Daarbij verzinken de wollige discussies op de top van Johannesburg helaas in het niets. Ik weiger bovendien doden te vergelijken. Het is inderdaad zo dat in Rwanda veel meer doden zijn gevallen, maar je kunt die doden niet in de weegschaal leggen en zo het menselijk leed wegen. Dat is gruwelijk.

Maar wat in Afrika gebeurt heeft toch ook een grote impact op wat hier gebeurt. En dat verhaal komt weinig aan bod.
KV: Corresponderen vanuit Kinshasa is niet evident. Het is technisch moeilijk (de afstanden, de infrastructuur) maar ook gewoon gevaarlijk.
PV: Je moet ook niet wanhopen. Een tijd terug sprak ik met iemand van de Canadese omroep, die verwonderd reageerde toen ik zei dat ik gespecialiseerd was in de Regio van de Grote Meren. Ze vond het heel merkwaardig dat wij alleen voor die regio een specialist hebben. Zij werken met een specialist die heel Afrika moet coveren.
AB: Dat heeft natuurlijk te maken met ons verleden als kolonisator. Bij ons bestond er een soort van concentrisch model om prioriteiten te geven aan bepaalde regio’s. Centraal-Afrika werd daarbij doelbewust buiten dat model gehouden, om een doorgang naar ons verleden te maken. Opvallend was dat de VS in de tweede kring zaten, en de rest van Afrika verder weg was geplaatst. Of je nu wil of niet, Afrika heeft niet dezelfde impact als de VS.
KV: Je moet daar ook realistisch in zijn. Bush doet in Afrika op drie minuten, waar België bijvoorbeeld al jaren mee bezig is. Los daarvan is het belangrijk om in de berichtgeving ook bepaalde evoluties in het oog te houden. Zo woedt binnen traditionele Afrikaanse kringen momenteel volop de discussie over vrouwenbesnijdenis. Voor het eerst verzetten meisjes zich daar tegen, zonder daarbij de traditie totaal overboord te gooien. Met een aantal commerciële ingrepen krijg je dat verhaal tot in de huiskamer. Dat kost geld, maar we wonen wel in een van de rijkste regio’s ter wereld.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.