Recordoogst wijst op verkeerd landbouwbeleid

De Pakistaanse regering heeft beloofd dat kunstmest goedkoper zal worden, dat de prijs van stroom voor het aandrijven van irrigatiepompen met een derde wordt verminderd en dat er nieuwe kredieten voor boeren komen. Boeren die eerdere leningen niet kunnen terugbetalen, krijgen uitstel.

De landbouw vormt nog altijd de ruggengraat van de Pakistaanse economie: de sector is goed voor meer dan 65 procent van de werkgelegenheid, zorgt voor bijna een kwart van het bruto binnenlands product en levert per jaar meer dan 5 miljard euro aan exportinkomsten op.

Maar tegenstanders van het landbouwbeleid stellen dat de regering te veel aandacht besteedt aan het opvijzelen van de productie van opbrengstgewassen op grote boerderijen en niet genoeg oog heeft voor duurzame landbouw, diversiteit in de landbouw en de noden van kleine boeren. Kleine boeren kunnen zich bijvoorbeeld geen irrigatiepompen veroorloven en profiteren dus niet van de daling van de elektriciteitstarieven. De grote boeren, die een deel van het water dat ze oppompen doorverkopen aan arme boeren, doen dat wel. 81 procent van de Pakistaanse boeren bewerkt minder dan vijf hectaren.

Ook het merendeel van de leningen gaat naar de industriële landbouwers; minder dan de helft van de 140 miljoen euro die de Landbouwontwikkelingsbank van Pakistan elk jaar ter beschikking stelt, gaat naar kleine boeren.

Ook de voorbije jaren werden arme boeren niet verwend in Pakistan. Investeringen in grootschalige landbouw werden aangemoedigd, terwijl voor de meeste landbouwproducten de prijscontroles wegvielen die minder efficiënte boeren toelieten toch het hoofd boven water te houden. Alleen de prijzen van tarwe, katoen, rijst en suikerriet worden nog niet helemaal door de markt bepaald.

De Pakistaanse regering zegt dat de akkoorden die Pakistan is aangegaan binnen de Wereldhandelsorganisatie het onmogelijk maken nog aan prijsondersteuning te doen.