"Terreinen voor windenergie zijn te goedkoop"

Vorig jaar kwam 16,4 procent van de Spaanse elektriciteit van windmolens. In absolute cijfers ging het om 42.976 gigawattuur. Dat is de hoogste score in Europa. Duitsland volgt met 36.500 gigawattuur, goed voor 6,2 procent.

Duitsland blijft de rangschikking aanvoeren op het vlak van geïnstalleerd vermogen, met 27.215 megawatt. Spanje heeft 20.676 megawatt geïnstalleerd.

De grondeigenaars blijven wat in de kou bij die ontwikkeling, zegt Rosa María Regueiro Ferreira, hoogleraar economie aan de Universiteit van La Coruña. Er is een erkenning nodig van de waarde van terreinen met windenergiepotentieel, schrijft ze in een zopas gepubliceerd boek over windenergie, El negocio eólico (De handel in windenergie).

Wie nu terreinen koopt of huurt voor de plaatsing van windmolens, betaalt veel minder dan de werkelijke waarde, zegt Regueiro Ferreira. “Bij de verwerving of concessie, die meestal twintig jaar duurt, moet de energiewaarde van deze alternatieve bron in de prijs verwerkt zijn. Die waarde bepaalt men via metingen en inspecties die de autonome regio’s doen.”

Ze pleit voor een wetgeving die de grote bedrijven, vaak multinationals, verplicht de potentiële waarde van de windenergie te betalen. In die wetgeving moeten ook duidelijke regels komen voor de plaatsing van windmolens, vindt ze. Zo moeten bedrijven rekening houden met de routes van trekvogels en minstens op 1 kilometer afstand van de woonkernen blijven.