VN doen een beroep op hart olieproducerende landen

Tien dollarcent per vat. Dat is wat de Verenigde Naties vragen van de olie-exporterende landen om de Minst Ontwikkelde Landen te steunen. Met de stijgende olieprijzen als gevolg van de onrust in het Midden-Oosten kan dat geen probleem zijn, zeggen de experts.
“Tien cent per vat kan al een heel verschil maken voor arme ontwikkelingslanden”, zegt Anwarul Karim Chowdhury, Ondersecretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor de Minst Ontwikkelde Landen. Hij lanceerde het voorstel tijdens een recente vergadering van de Economische en Sociale Raad (Ecosoc) van de VN in Genève. “Tien dollarcent per vat gedurende tien jaar kunnen de Minst Ontwikkelde Landen terug op de wereldkaart zetten.”

“Als grote organisaties als de stichtingen van Bill Gates, Turner en Soros de noden van de armen in de wereld verlichten, waarom zouden de olieproducerende landen die hun winsten de laatste maanden spectaculair zagen stijgen, niet hetzelfde kunnen?”, vraagt Chowdhury.

Bij de vijftig Minst Ontwikkelde Landen, die vaak omschreven worden als de armste onder de armen, zitten maar liefst 34 Afrikaanse landen. Als de grootste zeventien olieproducerende landen tien dollarcent per vat afstaan, zouden de Minst Ontwikkelde Landen maandelijks 13 miljard euro extra kunnen investeren in hun ontwikkeling.

De VN schatten dat de inkomsten uit de export van olie van onder meer Saudi-Arabië, Koeweit, Qatar en Iran dit jaar zullen oplopen tot 314 miljard euro. Een stijging van maar liefst zeventig miljard euro in vergelijking met 2005. Deze cijfers zijn gebaseerd op een studie die werd uitgevoerd in april. Toen bedroeg de prijs van een vat ruwe olie nog 44 euro. Ondertussen is die prijs opgelopen tot 55 euro per vat. In vergelijking met 2001 is er zelfs sprake van een verdrievoudiging.

“De oliecrisis in de jaren zeventig was nefast voor veel niet-olieproducerende landen in het Zuiden. Daar ging de levensstandaard aanzienlijk achteruit. Het lijkt me daarom volstrekt normaal dat de olieproducerende landen nu iets terug doen om de ontwikkeling van het Zuiden aan te wakkeren”, zegt Bill Fletcher, professor aan de Brooklyn Universiteit in New York.

Maar Fletcher is sceptisch. “De meeste politieke partijen en instellingen zullen wel beamen dat olieproducerende landen meer verantwoordelijkheid moeten opnemen, maar in de praktijk zullen ze nooit echt druk willen uitoefenen op die landen.”

Sedert de jaren zeventig dringen de VN erop aan dat de 22 rijkste landen ter wereld minimum 0,7 procent van hun Bruto Binnenlands Product aan ontwikkelingssamenwerking zouden afstaan. Nog maar vijf landen doen dat ook daadwerkelijk: Noorwegen, Denemarken, Zweden, Nederland en Luxemburg.

“Ondanks de economische vooruitgang in de wereld moeten we vaststellen dat extreme armoede maar in een zeer klein deel van de Minst Ontwikkelde Landen is afgenomen”, zei secretaris-generaal Kofi Annan op de Algemene Vergadering van de VN in september. “De levensverwachting neemt in verschillende landen zelfs af.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.