Vrij verkeer laat strijd tegen sociale dumping toe

De Advocaat-Generaal van het Europees Hof van Justitie besliste in de zogenaamde zaak-Laval dat Europese vakbonden het recht hebben om collectieve acties te voeren om bedrijven ertoe aan te zetten werknemers uit andere lidstaten evenveel loon uit te betalen als wat overeengekomen in met lokale werknemers in hun cao’s (collectieve arbeidsovereenkomsten).


De Europese vakbeweging en de linkse partijen keken al maanden met veel belangstelling en enige ongerustheid uit naar de afloop van de zaak-Laval bij het Europese Hof van Justitie. Laval is een Letse bouwonderneming die in Vaxholm, Zweden, een overheidsopdracht voor de renovatie en uitbreiding van een school in de wacht had gesleept. Het werk werd verricht met Letse bouwvakkers, aan de arbeidsvoorwaarden van Letland. 
De Zweedse vakbonden hebben echter getracht Laval via een blokkade en solidariteitsactie te dwingen een loon te betalen conform de nationale cao voor de bouwsector. Daarop stapte Laval naar de rechter om de acties te doen beëindigen en de vakbonden te verplichten de schade te vergoeden.Dit op basis van het vrij verkeer van diensten binnen Europa.  
De Zweedse rechter legde aan het Europees Hof Justitie de prejudiciële vraag voor of een vakbond actie mag voeren tegen een onderneming die vanuit het buitenland diensten komt verlenen met buitenlandse arbeidskrachten, om die onderneming te dwingen een cao te sluiten die conform is met de binnenlandse arbeidsvoorwaarden. En dit ook als als die onderneming al gedekt is door een (zwakkere) cao, afgesloten met de vakbonden van het land van herkomst.
De advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie stelt dat bij afwezigheid van algemeen verbindend verklaring van de centrale cao’s, het vrij verkeer van diensten in Europa er zich niet tegen verzet “dat vakorganisaties via collectieve acties in de vorm van een blokkade en een solidariteitsactie, een dienstverrichter van een andere lidstaat proberen te dwingen het loonniveau te aanvaarden dat is vastgesteld overeenkomstig een cao die feitelijk van toepassing is op de nationale ondernemingen”. 
Welteverstaan moet die actie worden gevoerd op een wijze die niet onevenredig is met bepaalde doelstellingen van algemeen belang. Maar de bescherming van de werknemers en de bestrijding van sociale dumping worden uitdrukkelijk erkend als doelstellingen van algemeen belang.
‘De zaak-Laval wordt algemeen gezien als een cruciale test voor de verhouding tussen fundamentele arbeidsrechten enerzijds en vrije markt regels in Europa anderzijds,’ reageert Europees parlementslid Anne Van Lancker (sp-a). ‘De uitspraak moet hoop geven aan iedereen die een sociaal Europa voor ogen heeft. Een Europa waar niet de vrije markt, maar wel gelijkwaardige kansen en loons- en arbeidsvoorwaarden voor iedereen centraal staan.’

België?


De relevantie voor de Belgische werknemers is op het eerste zicht eerder beperkt. Anders dan in België kent Zweden immers geen stelsel van algemeen verbindend verklaring van cao’s, dat maakt dat centrale cao’s telkens ook gelden voor ondernemingen die vanuit het buitenland opereren, al dan niet met buitenlandse arbeidskrachten. Toch betreft het een principieel uitermate belangrijke zaak omdat het ten gronde gaat over de wijze waarop het recht op collectieve actie zich verhoudt tot het vrij verkeer van diensten in Europa.
In België zit het probleem niet zozeer  in de wettelijke lacunes: hier is het gewoon wettelijk zo dat iedereen die hier werkt de Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden moet naleven. Maar dat is de theorie. Door het vrije verkeer van werknemers in de Unie te stimuleren zonder tegelijk de controle op de naleving van sociale regels te organiseren, schept de Europese Unie twee categorieën bedrijven.
Enerzijds zijn er de ondernemingen met een vestiging in België die de Belgische loon-en arbeidsvoorwaarden moeten volgen en bij wie dat relatief makkelijk controleerbaar is. Anderzijds zijn er de ondernemingen met enkel vestigingen in het buitenland die hier mensen tijdelijk tewerkstellen en dus hun administratie in het buitenland hebben. Ook die bedrijven horen onze
minimumlonen en arbeidstijden te respecteren, maar bij gebrek aan samenwerking tussen fiscale en sociale inspecties van de lidstaten is het quasi onmogelijk dat te verifiëren. Wie het toch probeert komt, vaak letterlijk, in een doolhof terecht.
De Europese regelgeving zorgt voor oneerlijke concurrentie en ondergraaft het Belgische sociale model. Doordat de vakbonden in de vele buitenlandse bedrijven geen poot aan de grond hebben, is er bij de buitenlandse onderaannemers eigenlijk niemand die maalt om die Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden: de buitenlandse werkers zijn al lang blij dat ze een pak meer verdienen dan in hun vaderland. De uitbouw van een Europese sociale inspectie is eigenlijk het enige echte antwoord. België is vragende partij.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.