‘Vrijhandel kan plattelandsarmoede in Azië terugdringen’

Wanneer Aziatische landen samenwerken, moeten ze vooral aandacht hebben voor het enorme groeipotentieel van de akkoorden van de Uruguayronde en de Wereldhandelsorganisatie, zei Jacques Diouf, het hoofd van de VN-voedsel- en landbouworganisatie FAO, op de vergadering in Bangkok. Ook de vice-voorzitter van de Aziatische Ontwikkelingsbank, G.H.P.B. van der Linden, beloofde massieve voordelen en een versnelde reductie van de armoede door vrijhandel.

Om de Millenniumdoelstellingen te halen en tegen 2015 het aantal armen en mensen met honger te halveren, zijn investeringen in de landbouw onontbeerlijk, stelde Diouf. Van der Linden haalde voorbeelden aan uit Thailand, China, India en Vietnam om te bewijzen dat een duurzaam armoedebeleid vruchten afwerpt. Vooral investeringen in infrastructuur maken groei mogelijk. Na de crisis in Azië (1997) zijn die echter teruggevallen van vier procent van het bruto binnenlands product tot nog minder. Idealiter bedragen investeringen in infrastructuur zes tot zeven procent.

De armoedecijfers in Azië tonen een gemengd resultaat. Tussen 1990 en 2002 daalde het aandeel armen in de bevolking van 34 tot 24 procent. Die daling komt vooral op rekening van China en enkele Zuidoost-Aziatische landen als Indonesië en Vietnam. Toch leven nog altijd 768 miljoen van ‘s wereld 1,2 miljard armen in Azië en de regio van de Stille Oceaan en lijdt een op zes mensen er honger.

De armen vind je vooral op het platteland van Bangladesh, Cambodja, India, Indonesië, Pakistan en de Filipijnen. In dat laatste land leeft 48 procent van de rurale bevolking in armoede, tegenover 18 procent in de steden. In Cambodja is dat 40 procent tegenover 21 procent en in Bangladesh 37 tegenover 19 procent.

Ontwikkelingsspecialisten zeiden op de vergadering dat de lofzangen op de vrijhandel enkel steek houden wanneer er binnen de Wereldhandelsorganisatie iets beweegt. Momenteel geven de industrielanden ongeveer een miljard dollar per dag aan landbouwsubsidies uit en zetten ze zo de prijzen op de wereldmarkt onder druk. Zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie maken niet veel aanstalten om de subsidiestroom drastisch te verminderen.

Wanneer iedereen volgens dezelfde regels speelt, worden de landbouwproducten uit het zuiden competitiever en zullen de armen erbij winnen, zegt Saifullah Seyed van de Aziatische afdeling van het FAO. Dat is de manier om de plattelandsarmoede te bestrijden.