Waarover praten Afghanistan, Pakistan en de VS in Tervuren?

In de residentie van de VS-ambassadeur bij de Navo organiseert de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry vandaag (woensdag 24 april) een hoog overleg waarop ook de Afghaanse president Hamid Karzai en zijn minister van Defensie Mohammadi, de Pakistaanse hoogste legerleider Ashfaq Kayani en het hoofd van de Pakistaanse administratie Buitenlandse Zaken Jalil Abbas Jilani aanwezig zijn. Waarover gaar dit overleg?

De transitie van een land dat militair bezet of gecontroleerd wordt door een Navo-geleide internationale troepenmacht naar een echt soeverein Afghanistan zou tegen eind 2014 rond moeten zijn. Dat betekent niet dat alle westerse troepen dan vertrokken zullen zijn, wel dat de oorlog tegen de opstandelingen, waaronder de taliban, tegen dan helemaal in handen komt van Afghaanse veiligheidstroepen. In totaal zouden er dan zeker 350.000 Afghanen onder de wapens zijn. Maar uiteindelijk is het streefdoel een onderhandelde oplossing voor het conflict tussen regering en opstandelingen, zodat een echte vredeseconomie opgestart kan worden.
Eén van de struikelblokken voor die onderhandelde oplossing is de blijvende en zelfs oplopende spanning tussen Afghanistan en Pakistan. De VS positioneren zich nu als bemiddelaar tussen de ruziënde buurlanden, al zijn ze, door de interventie in 2001 en de oorlog sindsdien,  in grote mate mee verantwoordelijk voor de huidige situatie.

Het is een grens, het is een lijn

De belangrijkste bron van spanning op dit moment is het oudste probleem: de 2400 km lange grens tussen beide landen. De Afghanen weigeren overigens over “grens” te spreken en refereren altijd naar de ‘Durand Line”, genoemd naar de Britse officier die in 1893 een grens tekende tussen toenmalig Brits-Indië en Afghanistan. Daardoor ontstond een bufferstaat tussen de imperialistische mogendheden Groot-Brittannië en Rusland, maar werden tegelijk twee belangrijke volkeren verdeeld over gescheiden naties: de Pasjtoenen en de Baloetsjen. Op dit moment zouden er zo’n 15 miljoen Pasjtoenen in Afghanistan wonen en zo’n 30 miljoen in Pakistan.

Toen Pakistan in 1947 een van de onafhankelijke erfgenaamstaten werd van het Brits-Indische rijk, weigerde Afghanistan meteen de Durand Line als een internationale grens te erkennen. Zelfs de taliban die aan de macht kwamen in 1996 met Pakistaanse steun en de huidige regering Karzai die door het Westen aan de macht geholpen werd, weigerden die grens te erkennen. Dat zorgt voor blijvende nervositeit in Pakistan, omdat daardoor ook de kans op een opleving van het Pasjtoens-Afghaans nationalisme dat een deel van het huidig Pakistaanse grondgebied opeist, blijft bestaan.

Vorige week nog waren er in de Afghaanse grensstad Jalalabad betogingen tegen een grenspost die de Pakistanen openden. De passies waren zo sterk, omdat een formeel gebouw ook een formele erkenning inhoudt. Ook het Afghaanse ministerie van Defensie mengde zich in het debat. ‘Wij zullen als wat ongepast is verwijderen van ons grondgebied’, liet generaal Zahir Azimi weten.

Schuiloorden

Tweede belangrijke bron van ergernis zijn de militante groepen (taliban, Haqqani-netwerk, al-Qaeda groepen, en andere) die zonder veel problemen een thuisbasis in de Pakistaanse tribale gebieden konden opzetten. Voor de Afghaanse regering is dat een onmiskenbaar bewijs dat de Pakistaanse overheid verantwoordelijk is voor het blijvende geweld en de opstand in Afghanistan. Ook de VS delen dat standpunt, ook al hebben ze de voorbije elf jaar zwaar op diezelfde Pakistaanse overheid gesteund in hun War on Terror.

De FATA (Federally Administered Tribal Areas) zijn ook een restant van de Britse koloniale administratie en zijn in de loop der jaren uitgegroeid tot (Pasjtoense) regio’s waar de overheid weinig te zeggen heeft en nog minder aan ontwikkeling doet, waardoor het voor de extremistische organisaties haalbaar  was om de stammen aan hun kant te krijgen. Dat resulteert niet alleen in een succesvolle opstand in Afghanistan, maar ook in sterk toegenomen politiek geweld in Pakistan. Voor de Pakistaanse veiligheidsdiensten zijn de Afghaanse opstandelingen vaak ‘de goede militanten’, terwijl ze de Pakistaanse extremisten zien als “slechte militanten”. Beide groepen hebben dan weer banden met de gewapende groepen die in Indiaas Kasjmir tegen het Indiase leger vechten -met de steun van Pakistaanse inlichtingendiensten.

Onderhandelingen

Sinds de aankondiging in 2009 van de terugtrekking van Amerikaanse troepen in 2014 is er door alle betrokken groepen en landen gezocht naar een manier om tot een onderhandelde oplossing van het Afghaanse conflict te komen. Die onderhandelingen zijn tegelijk een derde bron van spanningen geworden, omdat de twee buurlanden elkaar ervan verdenken onderhandelingen te voeren die tegen hun eigen belang in zouden gaan. Afghanistan wil niet dat Pakistan en de VS samen of apart onderhandelen met de taliban zonder aanwezigheid van Afghaanse vertegenwoordigers. Pakistan wil dan weer dat de onderhandelingen een regering in Kaboel opleveren die veel meer ruimte maakt voor de bewegingen waarmee het zich de voorbije decennia verbonden heeft, met name islamistische, Pasjtoense groepen, zoals de taliban.

Op die manier zou Pakistan de greep van de Noordelijke Alliantie, die gedomineerd wordt door Tadzjieken, Hazara’s en Oezbeken willen neutraliseren. Dat is belangrijk voor Pakistan, omdat die Noordelijke Alliantie gedurende de jaren negentig sterk gesteund werd door onder andere aartsvijand India en door Iran. Die goede relaties werden na 2001 vertaald in een opvallend sterke aanwezigheid van India in Afghanistan, waar het intussen al meer dan 2 miljard dollar aan hulp investeerde.

India — Pakistan

Uiteindelijk draait het in de regio toch altijd om de eeuwige rivaliteit tussen India en Pakistan, die het meest gesymboliseerd wordt in de strijd om het noordelijke gebied Jammu and Kashmir.  Dat grondgebied is, na drie oorlogen en 65 jaar vijandschap, de facto verdeeld tussen Pakistan en India, en China.

Pakistan bekijkt de regio altijd door het prisma van zijn vijandige verhouding met de grote buur in het oosten, wat mee verklaart waarom het mordicus invloed wil op de regering van zijn westelijke buurland.
Vlak voor zijn eerste verkiezing tot president stelde Barack Obama nog dat het probleem Kasjmir mee op de internationale agenda moest om het geweld in de regio te kunnen aanpakken. Na zijn verkiezing heeft hij het daarover nooit meer gehad, ongetwijfeld omdat India onder geen beding de inmenging van een derde partij in zijn conflict met Pakistan over Kasjmir aanvaardt.

Toch zijn steeds meer internationale experts en diplomaten het erover eens dat alleen een omvattende regionale aanpak een uitweg uit de crisis kan creëren. Lees daarover ook het dossier dat eerder in MO* verscheen: De eerste wereldoorlog van de 21ste eeuw.


(Voor een uitgebreid gesprek met Jalil Abbas Jilani, voormalig ambassadeur van Pakistan in Brussel, lees hier)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.