Wereldbank pompt meer geld in sociale vangnetten

Het initiatief komt er door de vrees dat de huidige crisis miljoenen mensen in de ontwikkelingslanden in de armoede zal drukken en alle vorderingen teniet zal doen die tot nog toe gedaan zijn. “Een wereld die niet uit de geschiedenis leert, is veroordeeld tot het herhalen van die geschiedenis”, zei de voorzitter van de Wereldbank Robert B. Zoellick. “We weten uit de geschiedenis dat als overheden snijden in sociale programma’s om geld te besparen, dat meestal verschrikkelijke gevolgen heeft voor de armen.”
Volgens Zoellick ging de meeste aandacht tot nog toe uit naar de gevolgen voor de ontwikkelde landen, waar mensen hun huis of job verliezen. “Dat zijn ernstige tegenslagen”, zegt hij. “Maar de mensen in ontwikkelingslanden hebben veel minder om dergelijke klappen op te vangen: geen spaargeld, geen verzekering, geen werkloosheidsvergoeding en vaak geen eten.”
Eén van de ingrepen die de bank heeft goedgekeurd, is een onmiddellijke verhoging van het financieringsmechanisme voor voedsel van 1,2 miljard dollar naar 2 miljard.
Verwacht wordt dat de investeringen van de Wereldbank in sociale vangnetten drastisch zullen groeien in 2009 en 2010, van 4 miljard dollar in de jaren voor de crisis tot zo’n 12 miljard. Er wordt daarbij vooral gedacht aan snelle noodmaatregelen om de gevolgen van de crisis te verzachten en “conditionele leningen”, waarbij gezinnen geld krijgen als ze bijvoorbeeld hun kinderen naar school sturen of regelmatig op medische controle gaan.

Goedkoop

Volgens Zoellick is gebleken dat investeringen in een sociaal vangnet effectief zijn om de armsten relatief goedkoop te beschermen en tegelijk de consumptie aan te zwengelen. De beslissing van de Wereldbank krijgt de steun van de ontwikkelingsorganisatie Oxfam International. De organisatie is echter ook bezorgd dat het geld weggetrokken zal worden van andere belangrijke programma’s, en dat de bank voorwaarden zal opleggen voor de leningen.
“We zijn blij met de aankondiging”, zegt Marita Hutjes van Oxfam. “Maar we willen zeker zijn dat het om nieuw, bijkomend geld gaat, en geen geld dat voor andere, bestaande engagementen gebruikt zou worden. We willen ook dat de bijkomende steun gegeven wordt zonder schadelijke economische voorwaarden.”