Westen reageert voorzichtig op toegeving Iran

Deze week liet Ahmadinejad op de staatstelevisie weten dat hij nu toch uranium naar Frankrijk en Rusland wil sturen in ruil voor nucleaire brandstof voor Iraanse kernreactoren.
Westerse machten hadden Iran het voorstel gedaan in de herfst van vorig jaar. Onder het akkoord zou Iran drie vierde van zijn uranium dat tot 3,5 procent verrijkt was exporteren, en in ruil uranium krijgen dat tot 20 procent verrijkt was. Iran sloeg toen het aanbod af, maar Ahmadinejad lijkt nu op die beslissing terug te komen.

Scepsis

Het is nog onduidelijk of het gaat om een officieel aanbod van Iran, dat ingediend zal worden bij het Internationale Atoomagentschap (IAEA). In het Westen wordt dan ook erg voorzichtig gereageerd op de Iraanse opening. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken vroeg om concrete actie na de woorden van de Iraanse president. “Het is onduidelijk waar de president het gisteren over had”, zei Philip Crowley, een woordvoerder. “Vanuit ons standpunt zullen we uitkijken naar acties in plaats van enkel woorden. We kijken uit naar nieuws over de Iraanse houding via het IAEA.”
“Niemand weet of het gemeend is”, zegt ook Irandeskundige Barbara Slavin. “Ik denk dat Ahmadinejad vooral een nieuwe golf unilaterale sancties wil afwenden die door de VS en Europese landen worden voorbereid.”
Ook in Europa wordt sceptisch gereageerd. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner, suggereerde dat Iran “tijd wil rekken”, terwijl ook zijn Duitse collega Guido Westerwelle het had over de nood aan daden. “Als die er niet komen en het blijkt enkel om een tactiek te gaan, dat zal de internationale gemeenschap het eens worden over nieuwe maatregelen. In dat geval kunnen sancties niet uitgesloten worden”, zei hij.
Irans nucleaire programma is al jaren een bron van controverse in Westerse landen en het Midden-Oosten, met name in Israël. Velen betwijfelen of Iran de technologie alleen voor vreedzame doeleinden zal inzetten, en vrezen dat het land werkt aan een kernwapen. Iran heeft die geruchten altijd met klem ontkend.