Jong en autonoom … Tarijaanse jeugd staat voor gesloten deuren

‘Jullie houden niet van de Yankees, wij houden niet van die colla’s uit het noorden van Bolivia’, ‘Wij voelen ons veel meer Argentijn dan Boliviaan’, ‘Welkom in Tarija, het paradijs van Bolivia, het is hier helemaal anders dan in de rest van dit land’. Het zijn slechts enkele van de pijnlijk racistische uitspraken die dagelijks de in chaos verkerende Boliviaanse maatschappij verder polariseren.
Tarija, de nieuwe stek van JOPAC, ligt in het uiterste zuiden van dit ‘armste land van Latijns-Amerika’, op vier uur van de grens met Argentinië. Deze Provencaals aandoende wijnstad ligt in het departement Tarija, een gebied met een van de grootste gasvoorraden van Bolivia en daarmee een van de rijkste en meest gegeerde lappen grond. Samen met de departementen Santa Cruz, Benin en Pando, strijdt Tarija voor autonomie. De rechterbovenhoek  van de lokale krant ‘La Estrella’ telde mee de dagen af tot het veelbesproken – al dan niet legale - referendum van 4 mei in Santa Cruz. Op een tafeltje in de gemeentekantoren lagen ze mooi opeengestapeld: ‘faltan 7 días para la autonomía’, ‘faltan 6 días para la autonomía’, … .
Ondertussen zijn we tien dagen verder. De jongeren van het Comité Civico Juvenil zijn terug in Tarija en zijn momenteel druk bezig met de socialisering van de kersverse autonomie-statuten, ter voorbereiding van het Tarijaanse referendum op 22 juni. Dit Comité Civico Juvenil is een strategische creatie van de prefectuur en zou representatief zijn voor alle jeugd van Tarija. In  realiteit is het een groepje elitaire heethoofden wiens voornaamste bezigheid het is de politieke belangen van de hogere klassen te verdedigen. Ze vormen het jonge en niet altijd even geweldloze gezicht van de autonomie-ideologie, verdedigen de natuurlijke rijkdommen van Tarijaanse bodem en roepen maar al te graag dat ‘Evo is neergeslagen met 85% van de stemmen’. Reactie van een Tarijeense op het verscheuren van de stembiljetten door tegenstanders klinkt ‘Waarom worden wij gestraft? Gewoon omdat we een iets blankere huid hebben?’
Colla’s, inwijkelingen uit het noorden, op zoek naar werk worden zoals altijd en overal ook in Tarija niet met open armen ontvangen. Ze komen in grote getale, van de mijnwerkersregio’s Potosi en Oruro, van La Paz en Santa Cruz.  Werkloze families op zoek naar beter oorden om brood op de plank te brengen. Maar werk te over is er niet voor deze inwijkelingen, integendeel. Ook mensen van rurale gebieden van Tarija zakken af naar het centrum op zoek naar beter.
Vele jongeren die hier het groene gras niet vinden, steken de grens over om in Argentinië hun geluk te beproeven, waar ze veelal aan lachwekkende loontjes worden tewerkgesteld op grote haciënda’s of in het huishouden. Werkloosheid, alcoholisme, drugs, familiaal geweld worden als grote problemen van de jeugd genoemd. Vele jongeren hebben geen tijd om met rood-witte vlaggen te staan zwaaien of om de Plaza Sucre, de verzamelplaats van de welgestelde Tarijaanse jeugd, onveilig te maken.
Een inventarisatie van de bestaande jongerenorganisaties wordt bemoeilijkt door dit hete politieke klimaat. De representativiteit van het Comite Civico Juvenil blijkt twijfelachtig wanneer we de president van het ‘echte en enige legale’ Comité Civico Juvenil’ ontmoeten dat ook beweert de rechten te verdedigen van alle jongeren van Tarija. De jonge boegbeelden van beide zijden van het politieke veld zijn een voor een uitzonderlijk bedreven in de kunst van de retoriek, ze kennen de kneepjes van manipulatie en naar-de-mond-praterij. Ze zijn met andere woorden in de wieg gelegd om goeie Boliviaanse politici te worden en worden daarin bovendien gestimuleerd door volwassenen met dezelfde politieke kleur. De autoriteiten azen op deze jongeren met leiderschapsvaardigheden.
Met lange armen en de juiste naam kan je in Tarija veel bereiken. Niet menselijk kapitaal, maar sociaal kapitaal vormt de sleutel naar een (geur)rijke toekomst. Jonge afgestudeerden uit de hogere klasse – waar overigens een mooi beeld van wordt geschept in de Tarijaanse film ‘Dia de Boda’ – veroveren plaatsjes in de bedrijven van papa of nonkel of vriend van.
De grote meerderheid van de Tarijeaanse jeugd dompelt zich na het secundair onder in de wondere wereld van de universiteit. Boekhoudkunde, rechten, burgerlijk ingenieur, informatica en tandarts zijn de meest gekozen studierichtingen. In elke straat is er een tandarts en een van de straten in het centrum huisvest enkel en alleen advocaten.
Rechten genoeg om te verdedigen, zeker voor de jonge generatie. Niet elk woord is per definitie verbonden met een daad. De Tarijaanse autoriteiten hebben vele woorden als het over jongeren gaat. Maar het ontbreekt aan werkelijke participatie, aan stem en aan kanalen om die stem te laten horen, aan politieke wil om daar iets aan te veranderen, aan daden die de vele woorden zouden moeten volgen.  In Bolivia bestaat er een decreet dat zegt dat elke gemeente de plicht heeft om een jeugdraad op te richten, een ruimte waar jongeren hun stem kunnen laten horen. Een decreet, zeggen we, geen wet en evenmin een gemeentelijke ordonnantie die de brug van woord naar daad stimuleert.
De weg naar beterschap hoeft echter niet altijd politiek te zijn. Integendeel. Het politieke landschap in Bolivia is momenteel behoorlijk onvruchtbaar. Er zijn gronden waar meer hoopgevende zaden worden geplant.
Er is de ‘herberg’ van de ‘Vrouwen in actie’ waar jonge moeders, slachtoffers van seksueel geweld, opvang en begeleiding krijgen. Er zijn de ‘Vrienden zonder Grenzen’, twee jonge enthousiastelingen die in het kader van de stedenband met Brasschaat naar België reisden en die nu acht jongeren opleiden om ‘speelpleinwerking’ te geven in verschillende wijken in Tarija.  Er zijn de ‘vrijwillige brandweerlui’ die jongeren opleiden en mensen bewust maken van de gevaren in huis. Er is de kinder- en adolescentengemeenteraad waar kinderen de problemen van hun leeftijdsgenoten aankaarten en oplossingen bedenken.
Er is ‘Contra Ataque’, een lokale organisatie die kinderen uit armere families te eten heeft en kampen organiseert waar ze samen op zoek gaan naar archeologische resten. Er zijn jongeren die actief zijn in enkele projecten van Christian Children, een Amerikaanse NGO. Er zijn Wiliam en Monica, een jong koppel dat ondermeer leiderschapsvormingen geeft aan jongeren uit verschillende groeperingen. Er is ECAM, een groep van jonge vrouwelijke reporters die vergeten wijknieuws brengen. Er is Colmena, een opvangcentrum voor jonge alcoholverslaafden. Er is de universiteit die net het vijfjarige project ‘Jongeren voor Ontwikkeling’ afsloot. Er is ‘la Gargante’, een café-bar waar jongeren hun artistiek talent kunnen botvieren, … . 
Er zijn verdomd knappe bollen met verdomd knappe visies waar beter naar geluisterd zou worden. Hadden die knappe koppen maar de juiste achternaam dan was de sleutel van zogenaamd open deuren misschien makkelijker te vinden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.