Cooperfloresta, een les voor de Europese Unie

In de Europese Unie wordt al twee jaar gebakkeleid over de zogenaamde vergroening van de landbouw en dat voor de periode 2014-2020. Vooral de ‘7 % ecologisch focusgebied’ valt in Vlaamse boerenmiddens moeilijk. Landbouworganisaties en de meeste van hun leden staan vooral voor ‘scheiding’, terwijl Wervel en heel wat andere organisaties voor zoveel mogelijk ‘verweving’ van natuur en landbouw staan.

De 7 % die natuur en landbouw verdeelt 

Als ik in Brazilië met groepen in dialoog treed, dan is bescheidenheid een noodzaak. Als gringo moet ik niet afkomen met ‘Jullie, Brazilianen, jullie kappen het regenwoud en vernietigen de Cerrado’, zonder op de verantwoordelijkheid van Europeanen, Japanners en Chinezen te wijzen (vlees, veevoer, ethanol, biodiesel en papierpulp over de oceaan).

Zij weten ook dat wij in Europa al eeuwen geleden ontbosten. Vlaanderen was al van in de Middeleeuwen de dichtst bevolkte regio ter wereld. We hebben dan ook al sinds de dertiende eeuw quasi alles ontbost. Wat zouden we dan nu 7 % van onze goede landbouwgrond moeten afstaan aan ‘vergroening’?!

Het kan anders

Over naar Cooperfloresta, een boerenproject tussen Curitiba en São Paulo. Een agroforestry-systeem dat in de loop der jaren een internationale referentie geworden is. Ik bezocht het gebied in 2003 en zag hoe de Mata Atlântica, het resterende woud aan de oceaan, omgeschapen was in een woestijn met nog weinig levenskracht. Met ondersteuning doo onder andere Eliziana Vieira de Araújo, waar ik nu te gast ben, slaagden ze erin om dit ‘systeem van de dood’ om te dopen in een systeem vol leven: ‘sistemas agroflorestais’.

Of zou er zoiets bestaan als het ‘verlokkelijke van het goede’, in tegenstelling tot de ‘banaliteit van het kwaad’? Het gaat momenteel om 112 families in Barra do Turvo met samen 250 hectares. In totaal toverden ze in het land al 1000 hectare om in agroforestry-systemen. Ze bouwden verwerkingseenheden (agro-industrização) uit, ze zijn opgenomen in de participatieve certificatie van het netwerk Ecovida, ze vermarkten hun producten collectief via diverse kanalen op de markt. De agroforestry-school bereikt jaarlijks 800 mensen.

Meer inkomen met minder grond

Het interessante is dat boeren en boerinnen er steeds meer produceren op steeds kleinere percelen en dat de ‘capoeiras’ (laat ons zeggen de sterk bediscussiëerde 7 % ecologisch focusgebied ‘van bij ons’) vier keer zo groot zijn als het agroforestry-systeem zelf. Bovendien stijgt het inkomen van deze mensen significant. In de streek is het gemiddelde maandelijkse inkomen R$ 450/maand. 40 % van de gezinnen ontvangen hier tussen de R$551 en de R$ 1110/maand. Zij die nog meer agroforestry toepassen, hebben een inkomen van boven de R$ 1600/maand. 

Hoe kan dat? Zij zitten toch met vier keer meer ‘focusgebied’ dan dat ze in productie hebben? Gemiddeld gaat het om 58 % capoeira/’wildernis’.  

De boeren beweren dat het belangrijk is om beter op kleinere percelen te werken en zo het aantal arealen te vermeerderen. Het gaat niet om de omvang van ieder agroforestry-systeem. In de meeste agroforestry-stukken zijn er meer soorten te vinden en de densiteit is er steeds hoger. Het is er gewoon om in de nieuwe percelen met minder dan 1 hectare 50 struiken of bomen te hebben, met een densiteit van meer dan 7000 planten per hectare.

Bodemvruchtbaarheid en CO2 vastleggen 

Op het eerste gezicht hebben deze capoeiras geen nut. Een grote hoeveelheid wortels verhoogt echter de vruchtbaarheid van de grond. Vooral is er een grote hoeveelheid organische stof, als resultaat van de afgesneden planten die met zorg over de bodem worden gelegd. Ze garanderen een sterke bemesting. 

Uit studies blijkt dat er een belangrijk verschil is in het vastleggen van CO2 tussen agroforestrysystemen op weiland of hetzelfde systeem op de zogenaamde wildernis. Langs de andere kant identificeren de boeren in de capoeiras zaden die in het agroforestrysysteem zouden verloren gaan. Bovendien vinden ze er veel leven aan vogels en bijen, die zaden aanbrengen en zorgen voor bestuiving. Deze karakteristieken zijn belangrijk voor de verhoging van de diversiteit en de productie. 

Cooperfloresta: “In de conventionele landbouw bestaat geen geleidelijke overgang tussen landbouwareaal en bos. Men wil zover aan monocultuur doen als mogelijk is.” Bijvoorbeeld in Vlaanderen tot vlak tegen een beek. 

Vraagt het een paradigmashift om over ‘ecologisch focusgebied’ te beginnen nadenken? Laat staan om het op je bedrijf te proberen! De boeren met een goed inkomen uit voormalig geërodeerd gebied in Brazilië kunnen de Vlamingen heel wat leren. Zeker weten. Misschien moet het Europese Agroforestry Federatie eens naar Cooperfloresta afzakken.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Agro-industrie in Brazilië onder de loep

    Vanuit de universele waarden van basisdemocratie, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid streeft Wervel naar een landbouw die economische, ecologische, sociale en culturele meerwaarde creëert op

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.