Palestijnse 'ophitsing' tegen Israël: Bibi's laatste troefkaart?

De Israëlische Premier Netanyahu heeft de laatste weken de mond vol over Palestijnse ‘ophitsing’ tegen Israël. Dergelijke ophitsing zou de bron van ‘Palestijnse terreur’ zijn en het grootste obstakel vormen om tot een Israëlisch-Palestijns vredesakkoord te komen. Een nadere analyse van het fenomeen toont echter een ander plaatje. 

Voor de Israëlische Premier Benjamin ‘Bibi’ Netanyahu is het duidelijk : niet de onafgebroken aankondiging van nieuwe illegale nederzettingen in bezet gebied is het grootste obstakel voor een Israëlisch-Palestijnse vrede, wel Palestijnse ‘ophitsing’ en ‘haatretoriek’ tegen Israël. Sinds het begin van 2014 werd de ‘ophitsing’-troefkaart dan ook gretig van stal gehaald.

Nadat de Israëlische regering op 10 januari de bouw van nog maar eens 1401 nieuwe huizeneenheden voor nederzettingen had aangekondigd, riepen Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Spanje de Israëlische ambassadeur in hun land op het matje. Een uitermate hypocriete houding, volgens Netanyahu : “Wanneer riep de Europese Unie de Palestijnse ambassadeur op het matje voor ophitsing? Wanneer werd de Palestijnse ambassadeur op het matje geroepen om te luisteren naar klachten over het feit dat Palestijnse veiligheidsofficials betrokken zijn in terroristische aanvallen tegen onschuldige Israëli’s ? Ik denk dat dergelijk onevenwicht en anti-Israëlische bias de vrede niet dienen, integendeel, het maakt vrede steeds onmogelijker. Want het vertelt één ding aan de Palestijnen: jullie kunnen feitelijk doen wat je wil, zeggen wat je wil, ophitsen op welke manier dan ook, en jullie zullen toch niet verantwoordelijk worden gehouden. En Israël, een land dat enorme inspanningen doet om de vrede te bewaren en terrorisme te bestrijden- inspanningen die in het voordeel werken van zowel Israëli’s als Palestijnen- wordt altijd veroordeeld”.

Een eenzijdig verhaal?

De ophitsing-kaart wordt sindsdien enthousiast uitgespeeld door de Israëlische regering als één van de voornaamste ‘oorzaken’ voor het gebrek aan vooruitgang in de huidige vredesgesprekken. De feiten tonen echter een ander plaatje. Sinds de start van de huidige vredesgesprekken, eind juli 2013, kondigde de Israëlische regering de bouw aan van 5349 nieuwe huizeneenheden voor Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied, wat overeenkomt met de transfer van meer dan 25 000 nieuwe kolonisten. De meeste commentatoren zijn het erover eens dat de bouw van nieuwe nederzettingen aantoont dat de Israëlische regering niet oprecht geïnteresseerd is in vrede.

Recent onderzoek (februari 2013) naar vermeende ‘ophitsing’ in Israëlische en Palestijnse schoolboeken gepubliceerd in de periode 2009-2011, gefinancierd door het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken en met de betrokkenheid van de gerenommeerde Yale Universiteit, toont bovendien aan dat het Israëlische verhaal van een ‘eenzijdige Palestijnse ophitsing’ een mythe is. Ophitsing en een negatieve bias zijn te vinden aan beide kanten van de groene lijn (de enige internationaal erkende scheidingslijn tussen Israel en de Westoever, nvdr), en het blijkt best wel mee te vallen met ophitsende verhalen of afbeeldingen in Palestijnse schoolboeken. Dit betekent echter niet dat ophitsing volledig afwezig is in Palestijnse schoolboeken, zoals onlangs ook toegegeven door de Palestijnse President Abbas. Ze is echter evengoed te vinden in Israëlische schoolboeken.

Israël weigert ondertussen het herhaalde aanbod van de Verenigde Staten en Abbas om een comité dat in 1998 opgericht werd om ophitsing door beide partijen tegen te gaan nieuw leven in te blazen. Dat hoeft niet te verwonderen : “De regering zal haar reddingsboei niet zo gemakkelijk laten varen. Terreur is altijd een handig excuus geweest. Maar dan doofde de terreur uit : ons veiligheidsapparaat en (het Palestijnse) veiligheidsapparaat dreef (de terreur) terug. En toen dook ‘ophitsing’ op, net op tijd”, aldus Yossi Sarid in de Israëlische krant Haaretz.

Ophitsing : een fenomeen van alle tijden en maatschappijen ?

Men heeft bovendien geen academische studies nodig om vast te stellen dat ophitsing niet alleen in Palestijnse schoolboeken voorkomt. De actualiteit in Israël volgen volstaat. Zo riep de Israëlische Minister van Huisvesting Uri Ariel onlangs op de ‘Rotskoepel’ in Jeruzalem, de derde heiligste plek binnen de Islam, te slopen om plaats te maken voor de bouw van de ‘Derde Joodse Tempel’. Het Israëlische parlementslid Moshe Feiglin, lid van de regeringspartij Likoed, deed er tijdens een bezoek aan de Tempelberg/Rotskoepel nog een schepje bovenop, en stelde dat “de Tempelberg voor de Joden is”, en dat “de Arabieren moeten vertrekken en naar Saoedi-Arabië gaan”. Shmuel Eliyahu, een geestelijke die bekend staat om zijn anti-Arabische denkbeelden, is dan weer in de running om opperrabbijn van Jeruzalem te worden. Hij kreeg alvast de steun van de burgemeester van Jeruzalem, Nir Barkat, een prominent partijgenoot van Netanyahu. Stellen dat Eliyahi het niet erg begrepen heeft op Palestijnen is een understatement van formaat. De Arabische gemeenschap is een “gewelddadige maatschappij”, een “Jood moet Arabieren verjagen”, en “de uitzetting van Arabieren uit Joodse buurten is deel van de strategie” zijn maar enkele van zijn bekendere uitspraken. Netanyahu lijkt er schijnbaar geen probleem mee te hebben.

Een radiopresentator op de Israëlische legerradio die Arabieren met ‘kannibalen’ vergelijkt wordt ondertussen niet tot de orde geroepen, terwijl een parlementslid van de regeringspartij ‘Joods Huis’ zonder verpinken kan stellen dat Israël “een staat is enkel en alleen voor Joden”. De Minister van Cultuur prijst ondertussen een Israëlische leerling die aanklaagde dat haar leerkracht een linkse “verrader” is, en dat “verraders de doodstraf verdienen” (de leerkracht wilde tijdens de lessen een kritische discussie over de rol van het Israëlische leger in de Westoever op gang brengen, nvdr).

Wie terroriseert wie ?

Het recente onderzoek naar Palestijnse en Israëlische ophitsing verhinderde een woordvoerder van Netanyahu niet om eind december te tweeten dat “de terroristische aanvallen op Israëli’s de afgelopen dagen een direct gevolg zijn van de ophitsing en haat die gepropageerd wordt in Palestijnse scholen en media”. Cijfers van de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet tonen dat 6 Israëli’s het afgelopen jaar omkwamen tijdens ‘terreuraanvallen’ (de motieven van deze aanvallen - terroristisch of crimineel- zijn in verschillende gevallen nog steeds niet duidelijk, nvdr), en nog eens 30 Israëli’s gewond raakten. 2013 was zo het kalmste jaar in termen van het aantal Israëlische terreurslachtoffers sinds het uitbreken van de Tweede Intifada.

Israëlische regeringswoordvoerders tweeten echter nooit over Israëlische ophitsing, of over de Palestijnse slachtoffers van de Israëlische bezetting van de Westoever en afgrendeling van de Gazastrook. Cijfers van UNOCHA, het coördinatie-orgaan van de Verenigde Naties in de bezette Palestijnse gebieden, tonen dat 38 Palestijnen (waarvan 32 burgers) in 2013 omkwamen door geweld van het Israëlische leger of kolonisten, en 3964 Palestijnen (waarvan 3959 burgers) gewond raakten. In januari 2014 alleen al werden 6 Palestijnen omgebracht door Israëlisch geweld, en raakten 219 Palestijnen gewond (waarvan 216 burgers).

Honderden gevallen van gewelddadige aanvallen op Palestijnen of Palestijns eigendom door kolonisten worden bovendien jaarlijks gerapporteerd door de Verenigde Naties en verschillende mensenrechtenorganisaties. Zogenaamde ‘price-tag attacks’ springen hierbij het meeste in het oog : gewelddadige aanvallen op Palestijnse individuen, huizen, scholen, moskeeën, kerken, voertuigen en olijfbomen die uitgevoerd worden door extremistische jonge Joodse kolonisten, als ‘vergelding’ voor bepaalde Palestijnse of zelfs Israëlische acties. Het Israëlische centrale legercommando schatte het aantal ‘price-tag attacks’ in de periode januari-oktober 2013 alleen al op 352. In 2013 werden volgens UNOCHA bovendien 10672 Palestijnse olijfbomen ontworteld door extremistische kolonisten, terwijl dit in 2009 er nog 2521 waren. ‘Terreur’ is dus allesbehalve een exclusieve Palestijnse bezigheid.

Onderzoek van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Yesh Din toont ondertussen dat 91.5 percent van alle gerechtelijke onderzoeken naar geweld van kolonisten in de Westoever in de periode 2005-2013 afgesloten werd zonder vervolging. Talloze getuigenissen van voormalige soldaten aan de Israëlische organisatie Breaking the Silence tonen bovendien hoe de voornaamste taak van het Israëlische leger in de Westoever juist het beschermen van de kolonisten is, ongeacht of deze zelf de wet overtreden of Palestijnen aanvallen.

Met die “enorme Israëlische inspanningen om de vrede te bewaren” van Netanyahu lijkt het dus best wel mee te vallen. Integendeel: op 16 februari raakte bekend dat de Israëlische Procureur-generaal Weinstein, de belangrijkste juridische adviseur van de regering, naliet de acties van extremistische kolonisten betrokken in ‘price-tag attacks’ als ‘terrorisme’ te bestempelen.

Israël : een onderdrukker die de onderdrukte wil zijn ?

De Israëlische regering, Eerste Minister Netanyahu op kop, speelde de afgelopen maanden maar al te graag haar ‘ophitsing’-joker uit. Stellen dat Palestijnse ophitsing één van de belangrijkste hinderpalen voor een vredesakkoord is, en ondertussen op een zelden geziene manier het tempo opvoeren van de bouw van nieuwe nederzettingen, het slopen van Palestijnse huizen in Jeruzalem en ‘Area C’ gebieden in de Westoever en de gedwongen transfer van Palestijnen, is echter een loopje met de werkelijkheid nemen. “Wanneer (Israëlische) overheidsofficials geconfronteerd worden met de contradictie tussen steun voor de twee-statenoplossing en de bouwwoede in de Palestijnse gebieden, zetten ze het ‘ophitsing’ wapen in”, aldus Akiva Eldar, een Israëlische columnist voor de vooraanstaande website al-Monitor.

‘Ophitsing’ is echter niet de grootste hinderpaal richting vrede, het is enkel de zoveelste troefkaart van een regering die niet oprecht geïnteresseerd is in een vredesakkoord. Gesprekken zijn enkel een middel in het handhaven van de status-quo, het afhouden van de groeiende internationale druk, en de creatie van meer ‘feiten op de grond’. “Wanneer Israel de echte oorlog verliest – diegene binnen internationale instellingen-, wendt men zich tot propaganda. Deze propaganda is het wapen van de bezetter die het publiek wil overtuigen dat hij – (de bezetter), niet de onderdrukte- het echte slachtoffer is”, aldus Eldar. 

Oost-Jeruzalem, 22 februari 2014. 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2795   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2795  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.