Bosnische oorlogsslachtoffers vechten met onverwerkt verleden
Exact tien jaar na de ondertekening van de Dayton-akkoorden zou nog minstens de helft van de Bosnische oorlogsslachtoffers met past-traumatische stress kampen.
An Pauwels . 22 november 2008
Vrijdag was het precies dertien jaar geleden dat Slobodan Miloševic, Franjo Tujman en Alija Izetbegovic een akkoord sloten over het einde van de Bosnische oorlog in Dayton. Het bericht over PTSS (post-traumatisch stress syndroom) is vrij uniek. Van Vietnamveteranen is geweten dat velen te kampen hebben met depressies, nachtmerries, zelfs suïcidale neigingen. Daarentegen weten we veel minder over de Bosnische oorlogsslachtoffers. Een ander significant verschil zit hem in de aard van het conflict. De oorlog die drie jaar lang door Bosnië raasde, was er één tussen burgers. Hier werd geen leger pionnen als op een spelbord naar de andere kant van de oceaan verplaatst. Dit verklaart meteen het hoge percentage Bosniërs dat te kampen heeft deze angststoornis.
Klinisch psycholoog Michel Lahaye verduidelijkt wat PTSS precies is: “Een PTSS (posttraumatisch stresssyndroom) is de verzamelnaam voor een hele reeks ernstige symptomen die mensen kunnen ervaren na het meemaken van één of meerdere (levens-)bedreigende situaties. Personen met een PTSS worden geconfronteerd met dwangmatige herbelevingen van de situatie – onder de vorm van angstdromen, flashbacks en angst.
Bovendien trekken ze zich vaak terug uit sociale relaties en activiteiten, en hebben ze een aanzienlijk risico op depressies. Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid zoals slaapproblemen, problemen met de concentratie en het ‘voortdurend waakzaam zijn’, behoren tot een laatste categorie van symptomen, die zorgen voor een zeer ernstige beperking van de levenskwaliteit.”
Spomenka, een Bosnische die in 1995 vlak voor de veelbesproken Dayton-akkoorden haar land ontvluchtte, vertelt. Ze zag niet alleen hoe oorlog haar land verscheurde, maar verloor ook haar beide ouders in deze irrationele strijd.
“Ik heb twee jaar niet geslapen. Pas nu gaat het wat beter.” Angst is voor haar generatie een fundamenteel zijnskenmerk geworden. “Mijn vriendin durft nergens uit te eten. Gewoon vreselijk wantrouwig. (…) Ook de huidige economische en financiële crisis beleven wij op een andere manier dan de Belgen. Doodsbang ben ik, om opnieuw te moeten vluchten.”
Maar depressies? “Die komen bij ons niet voor.” Of liever: “Dat is wat taboe voor onze cultuur.” De drempel voor echte psychologische opvang is dan ook metershoog, ook in emigratielanden als België. En daarom gaat Spomenka maar naar de huisarts om slaappillen. Officiële cijfers over PTSS bij Bosniërs moet men dan ook met een korreltje zout nemen. Vele slachtoffers blijven onzichtbaar voor de statistieken.
En dat die opvang levensnoodzakelijk is, daar wees gerenommeerd psycholoog Majd Kam-Almaz reeds in 1994 – nog vóór het einde van de oorlog – op. Tijdens een lezing op de International Conference on uprooted Muslim women luidde hij de alarmbel. Kam-Almaz stelde dat een nalatige houding ten opzichte van de symptomen van PTSS – hij doelde specifiek op vrouwen die tijdens de Bosnische oorlog het slachtoffer werden van verkrachtingen – kon leiden tot psychische aandoeningen en zelfmoord. Bovendien gaf hij aan dat PTSS geen klassieke geneeskundige behandeling, maar een uitgesproken psychologische aanpak vereist.
Ook Spomenka is niet blind voor de langetermijngevolgen. “Het kan geen toeval zijn: al die mensen in mijn omgeving die ‘plots’ tien jaar na de oorlog hartproblemen krijgen… Gisteren nog kreeg mijn vriendin een hartinfarct.”
Het culturele taboe op psychologische problemen en een internationale onverschilligheid bezegelden het lot van de Bosniërs. Maar Spomenka duidt alternatieve ‘geneeswijzen’ voor de littekens aan. Humor – “Wij Bosniërs hebben een geweldig gevoel voor humor” – en een fatalistische berusting – “Wij geloven niet in toeval, maar in een onvermijdelijk lot”. En geduld. Alle hoop op een volgende generatie, die van haar dochter.
Posttraumatisch Stresssyndroom
Klinisch psycholoog Michel Lahaye verduidelijkt wat PTSS precies is: “Een PTSS (posttraumatisch stresssyndroom) is de verzamelnaam voor een hele reeks ernstige symptomen die mensen kunnen ervaren na het meemaken van één of meerdere (levens-)bedreigende situaties. Personen met een PTSS worden geconfronteerd met dwangmatige herbelevingen van de situatie – onder de vorm van angstdromen, flashbacks en angst.
Bovendien trekken ze zich vaak terug uit sociale relaties en activiteiten, en hebben ze een aanzienlijk risico op depressies. Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid zoals slaapproblemen, problemen met de concentratie en het ‘voortdurend waakzaam zijn’, behoren tot een laatste categorie van symptomen, die zorgen voor een zeer ernstige beperking van de levenskwaliteit.”
Een angstige generatie
Spomenka, een Bosnische die in 1995 vlak voor de veelbesproken Dayton-akkoorden haar land ontvluchtte, vertelt. Ze zag niet alleen hoe oorlog haar land verscheurde, maar verloor ook haar beide ouders in deze irrationele strijd.
“Ik heb twee jaar niet geslapen. Pas nu gaat het wat beter.” Angst is voor haar generatie een fundamenteel zijnskenmerk geworden. “Mijn vriendin durft nergens uit te eten. Gewoon vreselijk wantrouwig. (…) Ook de huidige economische en financiële crisis beleven wij op een andere manier dan de Belgen. Doodsbang ben ik, om opnieuw te moeten vluchten.”
Maar depressies? “Die komen bij ons niet voor.” Of liever: “Dat is wat taboe voor onze cultuur.” De drempel voor echte psychologische opvang is dan ook metershoog, ook in emigratielanden als België. En daarom gaat Spomenka maar naar de huisarts om slaappillen. Officiële cijfers over PTSS bij Bosniërs moet men dan ook met een korreltje zout nemen. Vele slachtoffers blijven onzichtbaar voor de statistieken.
Ik heb twee jaar niet geslapen. Pas nu gaat het wat beter.
Een levensnoodzakelijke opvang
En dat die opvang levensnoodzakelijk is, daar wees gerenommeerd psycholoog Majd Kam-Almaz reeds in 1994 – nog vóór het einde van de oorlog – op. Tijdens een lezing op de International Conference on uprooted Muslim women luidde hij de alarmbel. Kam-Almaz stelde dat een nalatige houding ten opzichte van de symptomen van PTSS – hij doelde specifiek op vrouwen die tijdens de Bosnische oorlog het slachtoffer werden van verkrachtingen – kon leiden tot psychische aandoeningen en zelfmoord. Bovendien gaf hij aan dat PTSS geen klassieke geneeskundige behandeling, maar een uitgesproken psychologische aanpak vereist.
Ook Spomenka is niet blind voor de langetermijngevolgen. “Het kan geen toeval zijn: al die mensen in mijn omgeving die ‘plots’ tien jaar na de oorlog hartproblemen krijgen… Gisteren nog kreeg mijn vriendin een hartinfarct.”
Alternatieve geneeswijzen
Het culturele taboe op psychologische problemen en een internationale onverschilligheid bezegelden het lot van de Bosniërs. Maar Spomenka duidt alternatieve ‘geneeswijzen’ voor de littekens aan. Humor – “Wij Bosniërs hebben een geweldig gevoel voor humor” – en een fatalistische berusting – “Wij geloven niet in toeval, maar in een onvermijdelijk lot”. En geduld. Alle hoop op een volgende generatie, die van haar dochter.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Wereldblog
-
Nieuws
-
Interview
-
Commentaar
-
Nieuws
-
Analyse