'Europa is de kampioen van de handelsbeperkingen voorontwikkelingslanden'

Door hun overwicht bij het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank eisen
de rijke landen dat de ontwikkelingslanden hun grenzen openstellen, wat de
sociale gevolgen daarvan ook mogen zijn, en houden ze hun eigen markten
potdicht, zegt
Oxfam International, dat vandaag zijn campagne voorstelde in Genève en een
20-tal andere steden. Ze organiseren een race waarbij de zwaksten de
hoogste hordes moeten nemen, stelt Penny Fowler, coauteur van het rapport,
dat een analyse bevat van de problemen die ontwikkelingslanden ondervinden
op het gebied van handel.

Het rapport van Fowler stelt dat tegenover elke dollar ontwikkelingshulp er
twee uit de ontwikkelingslanden gesmokkeld worden door heffingen en
invoerbeperkingen. Volgens de berekeningen van de Oxfam-experts heffen de
industrielanden vier keer meer importtaks op goederen van
ontwikkelingslanden dan op de import vanuit andere industrielanden.

Er zijn nog andere soorten van ‘oneerlijke handelspraktijken’. Boeren in
rijke landen krijgen 1 miljard dollar per dag subsidie. Agrarische
overschotten worden gedumpt op de wereldmarkten, waardoor wereldprijzen
gedrukt en lokale markten in arme landen vernietigd worden. In het rapport
haalt de ngo het voorbeeld aan van de dumping van melkpoeder op de Cariben,
die de Jamaicaanse melksector bijna met de grond gelijk maakte.

Oxfam ontwikkelde een Double Standards Index en daaruit blijkt dat de
Europese Unie de kampioen van de handelsbeperkingen voor ontwikkelingslanden
is, op korte afstand gevolgd door de VS. Terwijl de Europese Unie zich
voordoet als het braafste jongentje van de klas, is diezelfde EU kampioen
handhaving handelsbarrières nog voor de VS en Japan, zegt Sylvia Borren,
algemeen directeur Novib, het Nederlandse lid van Oxfam international. De
huidige globalisering laat miljoenen mensen achter in wanhoop en vergroot de
oneerlijkheid in de wereld, terwijl het tegenovergestelde mogelijk is.
Oxfam international heeft een aantal concrete voorstellen voor eerlijke
handel, zoals een uitdoving van de gesubsidieerde agrarische overproductie,
de afschaffing van de dumpingpraktijken door rijke landen en een nieuw
internationaal instituut dat de grondstoffenprijzen stabiliseert rond een
eerlijke minimumprijs.
Oxfam lanceert nog heel wat technische eisen met het oog op de handelsronde
van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) die onlangs van start ging in Geneve.
De WHO heeft die besprekingen over nieuwe internationale handelsregels de
Ontwikkelingsronde gedoopt. Oxfam heeft het over een
anti-ontwikkelingsronde en eist dat de WHO bepaalde regels verandert. De
regels op de intellectuele eigendomsrechten bijvoorbeeld, kosten de arme
landen handen vol geld en staan de overdracht van kennis en technologie in
de weg. Oxfam stelt dat de nieuwe thema’s in de handelsronde -
investeringen, uitbesteding van overheidsdiensten en concurrentieregels -
de wereldwijde inkomenskloof zullen doen groeien. Voor de industrielanden
is het gewoon opnieuw business as usual, stelt Oxfam. De rijke
WHO-lidstaten zijn intussen al teruggekomen om hun belofte om de zwakke
landen meer speelruimte te geven aan de onderhandelingstafel.

De Make Trade Fair campagne start vandaag op een twintigtal plaatsen in de
wereld, onder andere in Brussel en Amsterdam. De drie Belgische Oxfams
leveren elk een specifieke bijdrage tot de internationale campagne:
Oxfam-Wereldwinkels voert campagne rond de internationale koffiemarkt,
Magasins du monde-Oxfam concentreert zich op speelgoed en arbeidsvoorwaarden
en Oxfam-Solidariteit klaagt de gebrekkige toegang en de overhaaste
privatisering van drinkwater aan.