Hongersnood treft noorden van Kameroen

In het uiterste noorden, een van de armste regio’s van het land, lijden ongeveer 250.000 mensen honger, zegt Justin Bagirishya, regionaal directeur van het Wereld Voedselprogramma (WFP). Meer dan een miljoen mensen in Kameroen hebben voedselhulp nodig. Het land telt 16,5 miljoen inwoners.

De noordelijkste provincie van Kameroen ligt in de Sahel, ongeveer duizend kilometer ten noordoosten van de hoofdstad Yaoundé. De provincie is kwetsbaar voor natuurrampen, zoals overstromingen in het regenseizoen en droogteperiodes die soms wel negen maanden kunnen aanhouden. In de provincie worden onder meer maïs, sorghum, rijst, maniok, zoete aardappelen en bonen verbouwd. Een groot deel van de oogst wordt geëxporteerd naar buurlanden zoals Gabon en Equatoriaal Guinea. De oogst had vorig jaar te lijden onder langdurige droogte.

Het WFP begon eind september noodhulp te verdelen in de negen districten in de provincie. Daarvoor kreeg de organisatie 880.000 dollar van Frankrijk. Dat bedrag is echter niet voldoende om de volledige kosten van de hulp te dekken. De totale operatie gaat volgens het WFP ongeveer twee miljoen dollar kosten.

Na twintig jaar van afnemende economische activiteit, heeft Kameroen nu te kampen met een serieuze economische crisis die de regering dwingt om de uitgaven te beperken en extra geld te lenen van internationale financiële instituten.

Kameroen is een door de natuur gezegend land, met mooie voorraden olie, aardgas, hout en bauxiet. Maar de economie stagneert door een groeiende schuldenlast. In twintig jaar tijd steeg de overheidsschuld van 2,9 miljard tot 8,5 miljard dollar. Kameroen heeft altijd veel ontwikkelingshulp ontvangen, zegt Jacques Hiol, een advocaat in Yaoundé. Het lijkt erop dat die hulp eerder heeft bijgedragen aan economische stagnatie dan aan economische groei.”

Een woordvoerder van het ministerie van Financiën ziet dat anders. Het geleende geld is gebruikt voor ontwikkelingsprojecten, zoals de aanleg van een snelweg tussen Yaoundé en Douala in de jaren tachtig en de bouw van een internationale luchthaven, scholen en ziekenhuizen, zegt hij.

Uit een rapport van het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) blijkt dat 50 procent van de inwoners van Kameroen onder de armoedegrens van een dollar per dag leeft. Het Nationale Instituut voor Statistiek in Yaoundé schetste in augustus een sombere economische toekomst. Omdat verschillende regio’s in Kameroen vatbaar zijn voor natuurrampen, zal het land op korte termijn niet in staat zijn om de armoede te halveren. Als niets aan de enorme schuldenlast van Kameroen wordt gedaan, dan zal het land niet in staat zijn om de armoede uit te roeien voor het jaar 2150, zegt ook Jeanne d’Arc Teumo, voorzitter van het Geïntegreerde Programma tegen Armoede, een niet-gouvernementele organisatie in Yaoundé.

Kameroen zou in aanmerking moeten komen voor het programma voor HIPC-landen, dat in 1996 werd gelanceerd door de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Dat programma voorziet in volledige of gedeeltelijke kwijtschelding van schulden van arme landen met een zware schuldenlast. Kameroen heeft volgens critici niet van dat programma kunnen profiteren, omdat de voorwaarden op het gebied van corruptiebestrijding te strikt zijn. Maar er is hoop. Het land hoort bij de 18 landen in Afrika en Azië die deze zomer op de G8-top in Gleneagles werden genoemd als kandidaten voor een volledige schuldkwijtschelding. Het IMF en de Wereldbank stemden vorige maand in met dat voorstel van de zeven rijkste industrielanden en Rusland. (JS/PD)