Indianen sterven door schuld blanke aan griep - nog steeds

Het imago van het gasontginningproject in Camisea krijgt nu al de tweede serieuze deuk op amper een week tijd. Dit keer komt de sneer van de Peruaanse ombudsdienst, die in een rapport zwaar uithaalt naar zowel het bedrijvenconsortium als naar de Peruaanse staat. Het consortium bestaat uit de Argentijnse bedrijven Techint en PlusPetrol, het Texaanse Hunt Oil, het Algerijnse staatsbedrijf Sonatrach, SK Corporation uit Zuid-Korea en diverse andere firma’s. Het ontgint gas in het Nahua-Kugapakorireservaat in zuid-Peru.

De ombudsdienst volgde het werk in Camisea van 2000 tot 2005. De dienst documenteerde 17 griepdoden tijdens de eerste drie jaar bij tot dan toe op zichzelf levende inheemse gemeenschappen waar vertegenwoordigers van de gasbedrijven langskwamen. Ze registreerden ook 16 gevallen van syfilis in de gemeenschappen van Camisea en Shivacoreni. De gemeenschappen wijten dat aan het verschijnen van bordelen in de buurt van de onderkomens van de Techintarbeiders. Techint was belast met de constructie van de 720-kilometer lange pijpleiding die het gas van de ontginningsplek middenin het Amazonewoud tot aan de kust voert.

Het rapport zegt verder dat de inheemsen, en vooral de kinderen, erg te lijden kregen van acute diarree en luchtweginfecties. Ook de culturele identiteit van de gemeenschappen kwam onder druk te staan, op een manier die het zelfrespect van de mensen ondermijnde.

De Peruaanse staat heft geen beleid voor de compensatie van inheemse gemeenschappen en de openbare instellingen zijn te zwak om op te treden, zegt de ombudsdienst. Op hun beurt zijn de bedrijven niet open en eerlijk geweest over de risico’s die hun activiteiten met zich meebrachten. Ze hebben clausules in het contract niet nageleefd, en dat is deels te verklaren door de onmacht van de Peruaanse staat.

Weliswaar had het Argentijnse bedrijf PlusPetrol geld apart gezet voor de compensatie van gemeenschappen. Dat is vastgelegd op een totaal van 85 miljoen euro over 42 jaar, hetzij 556 euro per dag. Maar volgens de ombudsdienst is dit bedrag te laag en gebaseerd op betwistbare berekeningen. Ze gaan ook enkel naar de gemeenschappen die in de regio wonen waar het gas wordt geëxploiteerd, niet diegene die langs de 720 kilometer lange pijpleiding wonen. Er zijn al vier lekken opgetreden in de leiding. Die hebben volgens het rapport de rivieren waarvan de mensen afhankelijk zijn voor water en visvangst ernstig vervuild.

Kortom, het Camiseaproject heeft de basisrechten van deze mensen geschonden en vormt nog steeds een ernstige bedreiging, en daarvoor stelt de ombudsdienst zowel de bedrijven als de Peruaanse overheid verantwoordelijk. Infectieziekten hebben de plaatselijke inheemse gemeenschappen - die voordien weinig of geen contact met de buitenwereld hadden, waardoor ze uiterst kwetsbaar zijn voor epidemieën - bereikt lang voordat de vooruitgang en ‘moderne ontwikkeling’ die president Alejandro Toledo en de bedrijven hadden beloofd, zegt het rapport.

Het is de tweede klap op rij. Begin deze week presenteerde E-Tech International, een onafhankelijk consultancybedrijf uit California, in Washington de resultaten van een milieuaudit aan de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, die de pijpleiding van 1,6 miljard dollar hielp financieren. Volgens dat rapport was een groot deel van de pijpleiding gebouwd met ernstig verroeste materialen die overbleven van eerdere projecten in Brazimië en Ecuador, en aan elkaar gelast door incompetente arbeiders. Het consortium ontkent dat staalhard. Maar volgens E-Tech heeft de pijpleiding daardoor tijdens de eerste 15 maanden dat ze werkt al vier lekken gekend, en zijn scheuren waarschijnlijk op zes andere plekken, de meeste in ongerept regenwoud. (ADR)

Zie ook IPS-bericht 2 maart
MILIEU/PERU: Gaspijpleiding door Amazonewoud gelegd met verroeste rommel
http://www.ipsnews.be/categorieen/internaf.asp?idnews=6788