Natuur lijdt zwaar onder Israëlische bezetting

Honderdduizenden olijfbomen zijn de afgelopen jaren het slachtoffer geworden van de Israëlische bezetting in Palestina. Palestina hoopt op internationale hulp bij het herplanten van een miljoen bomen.
De olijfbomen, die voor veel Palestijnse boeren de belangrijkste inkomstenbron zijn, werden de afgelopen jaren door Israëlische bulldozers verwoest. Olijfbomen groeien al zesduizend jaar in Palestina, maar ze dreigen er nu te verdwijnen als gevolg van de Israëlische bezetting, verklaarde zei Razan Zuayter, de directeur van de Arabische Beweging voor Natuurbescherming op het Wereld Beschermingscongres. Die grote milieuconferentie in de Thaise hoofdstad Bangkok wordt donderdag afgesloten. Zuyater hoopt op toezeggingen van donoren om de Palestijnse olijfboomgaarden in ere te herstellen.

Met de bomen verdwijnt volgens Zuyater ook een deel van de geschiedenis van Palestina. Wat olie is voor Saudi-Arabië, is olijfolie voor Palestina. Olijven zijn een belangrijke inkomstenbron voor Palestijnen op het platteland. Ongeveer 40 procent van het gecultiveerde deel van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook bestaat uit olijfbomengaarden. Sinds het begin van de tweede Palestijnse opstand, in 2000, zijn volgens de katholieke hulpverleningsorganisatie Caritas in Jeruzalem bijna 400.000 bomen gerooid door Israël, onder meer om plaats te maken voor Israëlische nederzettingen. De bomen hebben een gezamenlijke waarde van 46 miljoen euro. Sinds de Zesdaagse Oorlog in 1967, hebben Israëlische troepen meer dan een miljoen Palestijnse olijfbomen verwoest, zegt Caritas. Deze systematische aanval op Palestijnse olijfboomgaarden is een enorme aanslag op de Palestijnse economie en een ramp voor de natuur. De gevolgen hiervan zullen nog generaties lang merkbaar zijn, zegt Caritas in een verklaring.

Behalve om plaats te maken voor Israëlische nederzettingen, worden bomen ook gerooid als vergeldingsmaatregel voor Palestijnse aanslagen. Dergelijke strafmaatregelen richten zich vaak op een hele Palestijnse gemeenschap.

De tweede Palestijnse opstand ontstond nadat Ariel Sharon, toen leider van de Likoedpartij en nu premier, een bezoek bracht aan de Tempelberg. De Palestijnen beschouwden dat als een provocatie, vanwege Sharons aanwezigheid in de buurt van de Al-Aqsamoskee. Volgens Israël lag het bezoek wel gevoelig, maar was het niet de aanleiding voor de opstand. Het zou slechts een voorwendsel zijn voor een gewelddadige campagne waarvoor het Palestijnse leiderschap het voorwerk al had verricht.

De tweede Palestijnse opstand kostte tot nu toe 1000 Israëli’s en 3000 Palestijnen het leven. In het voorjaar van 2002 lanceerde Sharon de ‘Operatie Verdedigingsschild’. Die begon met een aanval op het hoofdkwartier van de onlangs overleden Palestijnse leider Yasser Arafat in Ramallah, gevolgd door een invasie in de Palestijnse gebieden. Ook begon Israël met de bouw van afscheidingsmuur van 640 kilometer lang, om de Israëli’s te beschermen tegen Palestijnse aanslagen.

De gevolgen van de bouw van de muur zijn op korte termijn het meest ingrijpend voor Qalqilya, ooit bekend als de ‘fruitmand’ van de Westelijke Jordaanoever. Qalqilya wordt van drie kanten afgesloten. Van de boeren die hun producten er op de markt brengen en van een aantal waterbronnen. Toegang tot de stad, die 40.000 inwoners telt, is alleen mogelijk via Israëlische controleposten, zegt Abdul Latif Mohammed, projectdirecteur van het Palestine Agricultural Relief Committee (PARC). Zo’n dertig grondwaterbronnen in Qalqilya worden ontoegankelijk door de muur, wat gevolgen heeft voor landbouw die daarvan afhankelijk is, zegt Abdul Latif.

Volgens hem wordt de watervoorziening ook bedreigd door de enorme groei van het aantal Israëlische nederzettingen. De meeste nederzettingen worden op bergen gebouwd die waterhoudende lagen bevatten, legt hij uit. Omdat dwingende regelgeving ontbreekt in de Palestijnse gebieden, kunnen de kolonisten afvalwater volgens hem rechtstreeks in het milieu lozen. Dat is in Israël verboden, maar in de Palestijnse gebieden gebeurt het wel. Daardoor worden de bodem en het grondwater vervuild.

Uit een recente Palestijnse studie blijkt dat het grondwaterpeil in de Gazastrook snel daalt. In 1975 werd de hoeveelheid grondwater geschat op 1.200 kubieke meter, in 1995 was dat nog maar 800 kubieke meter. Als het aantal Israëlische nederzettingen blijft toenemen en de Palestijnse bevolking blijft groeien, dan zal het grondwater tegen 2020 verdwenen zijn, voorspelt het rapport. (JS/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.