Tegenstanders Suez-steenkoolcentrale krijgen doodsbedreigingen

“We maken ons ernstig zorgen”, zegt Rosa Rojas, hoofd van de La Higuera Environmental Defence Movement (Modema). Samen met lokale vissersverenigingen voert Modema al twee jaar campagne tegen de bouw van drie steenkoolcentrales in La Higuera in het noorden van Chili.

De “Barrancones”-centrale van 600 MW is een project van de Frans-Belgische groep Suez. Daarnaast was ook een 300 MW-“Cruz Grande” centrale gepland gepland door het Chileense mijnbouwbedrijf Compañía Minera del Pacífico. Een derde centrale, de “Farellones”-centrale van 800 MW, zou gebouwd worden door het staatsbedrijf Codelco, maar werd afgeblazen na een milieu-impactstudie.

Protest tegen Barrancones

Omdat ook Gruz Grande steeds minder waarschijnlijk lijkt, richt het lokale protest zich nu vooral tegen de Barrancones-centrale van Suez Energy, een project van 1,1 miljard dollar dat zich in de laatste fase van de milieuimpactstudie bevindt.

Tegenstanders van de fabriek, waaronder vissers, de toeristische industrie en biologen, zeggen de het stof van de steenkool schade zal toebrengen aan de biodiversiteit, de volksgezondheid en het toerisme. De centrale zou op 21 kilometer afstand komen van het dorpje Punta de Choros aan de Pacifische kust, dat jaarlijks duizenden toeristen aantrekt omdat vlakbij de grootste kolonie ter wereld te zien is van Humboldt-pinguïns, een bedreigde diersoort. De regio is bovendien goed voor 7 procent van de totale visvangst in Chili. Het bedrijf ontkent die risico’s.

SMS

De doodsbedreigingen werden in de vorm van sms-berichtjes gestuurd aan het adres van Gabriel Molina, de voorzitter van de vissersvereniging van Los Choros, Clara Pérez van Línea Verde, een lokale milieuvereniging, Carlos Vergara, hoofd van de vissersvakbond in Caleta de Hornos en landbouwer Jan Van Dyck, secretaris van Modema. Op 24 juli kregen de vijf bijna tegelijkertijd bedreigende sms-jes op hun gsm. “Steek Barrancones geen stokken in de wielen”, “We volgen jullie allemaal op de voet”, of “Dood aan iedereen die tegen de centrale is”, waren enkele van de boodschappen die de daaropvolgende drie dagen regelmatig herhaald werden, zegt Rojas.

Hoewel de politie en de marine op de hoogte gebracht zijn van het verhoogde risico dat de activisten lopen, hebben ze geen individuele bescherming gekregen.

De bedreigde activisten willen zelf niemand met de vinger wijzen. “We kunnen daar niets over zeggen. Het enige dat we weten is dat Suez Energy onderhandeld heeft met een groot aantal vissers en dat het verschillende groepen geld aangeboden heeft. Daardoor ontstaan natuurlijk sociale conflicten, een praktijk die we al lang aan de kaak stellen”, zegt Rojas.

“Ze bieden mensen geld aan en manipuleren, dus het is logisch dat vroeg of laat situaties zoals deze ontstaan. We kunnen niemand beschuldigen, maar ik ben er wel van overtuigd dat Suez  verdeeldheid zaait binnen de gemeenschap van La Higuera, en dat die verdeeldheid tot heel wat conflicten kan leiden”, zegt ze.

Suez Energy wilde geen commentaar kwijt op de bedreigingen, maar vaardigde wel een verklaring uit. “We betreuren dat we onterecht in verband gebracht worden met sommige bedreigingen. En we keuren zeker af dat anonieme derden met obscure bedoelingen zouden proberen twijfel of angst te zaaien”, aldus Damián Talavera, manager van het Barrancones project, in de verklaring.

Klimaat

De nieuwe steenkoolcentrales krijgen niet enkel kritiek van de lokale bevolking te verduren. Steenkool is de vuilste onder de fossiele brandstoffen en een enorme bron van broeikasgassen, die de klimaatverandering in de hand werken.

In de jaren negentig schroefde Chili het aandeel van steenkool in de energiemix terug van 25 naar 17 procent. Maar door de stijging van de olieprijzen en onregelmatige gastoevoer uit Argentinië begon de interesse voor steenkool opnieuw toe te nemen.

Bezorgd om de hogere CO2-uitstoot die de nieuwe centrales met zich meebrengen, heeft de Chileense beloofd om nieuwe regels op te stellen die de uitstoot van elektriciteitscentrales aan banden legt. Dat wetsvoorstel zou tegen het einde van dit jaar klaar moeten zijn.