Mogelijke onwettige Amerikaanse aanvallen in Syrië

Bij Amerikaanse raketaanvallen op Kafr Deryan, een dorp in het noordwesten van Syrië, kwamen volgens de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) minstens zeven burgers om het leven op 23 september.

Onder de slachtoffers bevonden zich vijf kinderen en twee vrouwen. Twee andere mannen, mogelijk leden van de Islamitische terreurgroep Jabhat al-Nusra (JAN), werden ook gedood bij de Amerikaanse aanval.

Ooggetuigen vertelden HRW dat militanten van JAN zich inderdaad op een kilometer van het dorp bevonden. De aanval was echter gericht op twee huizen in het dorp zelf, waar er geen voertuigen of infrastructuur van JAN aanwezig waren. Videos op Youtube tonen verschillende burgerslachtoffers kort na de aanval (expliciete beelden).

‘Schendingen van het oorlogsrecht’

HRW heeft het over ‘mogelijke schendingen van het oorlogsrecht’, de aanval maakte immers geen onderscheid tussen burgers en strijders. Bovendien weegt het militaire voordeel van de bewuste  aanval niet op tegen het aantal burgerslachtoffers.

‘Burgers in vele delen van Syrië leven nog steeds onder de voortdurende dreiging van luchtaanvallen van hun eigen regering. De VS moet dan ook alle nodige maatregelen nemen om burgers te beschermen tegen hun eigen aanvallen’, aldus Nadim Houry van HRW.

Een woordvoerder van het Amerikaanse Ministerie van Defensie verklaarde echter niet te beschikken over geloofwaardige aanwijzingen dat er inderdaad sprake zou zijn van burgerdoden.  

‘Burgerbescherming moet prioriteit zijn in Syrië en Irak’

‘Indien burgers niet beschermd worden en de toegebrachte schade niet prompt erkend wordt, kan eender welk militair succes snel tenietgedaan worden’

De aanval op Kafr Deryan staat namelijk niet alleen. Het Syrische Netwerk voor Mensenrechten, een lokale mensenrechten-ngo, stelde dat reeds de eerste dag van Amerikaanse luchtaanvallen in Syrië (23 september) 24 burgers omkwamen.

Mensenrechtenorganisaties roepen de VS dan ook op burgerslachtoffers te vermijden. ‘Het is van vitaal belang bij aanvallen tegen ISIS dat de VS de eerdere lessen van Irak en Afghanistan rond het vermijden van schade aan burgers toepast.

Indien burgers niet beschermd worden en indien de toegebrachte schade niet prompt erkend wordt, kan eender welk militair succes snel tenietgedaan worden’, aldus Marla Keenan van het Center for Civilians in Conflict.

Keenan noemt het ‘imperatief’ dat bij de planning van militaire operaties en de training en bewapening van Syrische rebellen meer aandacht wordt besteed aan het minimaliseren van burgerleed en het respecteren van het internationaal recht en de internationale mensenrechtenwetgeving.

Ze stelt hiertoe een aantal concrete initiatieven voor, zoals de oprichting van een ‘Civilian Casualty Tracking Cell’, het uitvoeren van rigoureuze analyses van nevenschade  voor en na elke aanval, en het uitbetalen van schadevergoedingen aan de burgerslachtoffers van Amerikaanse raketaanvallen.